“Go” is zonder enige twijfel de cumulatie van Stomu Yamash’ta’s activiteiten in de jaren zeventig. De man’s twee talenten worden hierin toegedicht: bovenal is hij een geweldige percussionist, klassiek geschoold tevens, maar daarnaast lukt het hem om de meest onverwachte, bekende muzikanten tot zich te binden. Met klinkende namen als Steve Winwood, Michael Shrieve, Al Dimeola en Klaus Schulze moet het water iedere muziekliefhebber toch aan de lippen lopen, zo niet erover. Nou, zij worden niet teleurgesteld.
De bekende mede muzikanten zijn wellicht de voornaamste reden dat “Go” verreweg de bekendste plaat is uit het oeuvre van Stomu. Dat is terecht, want het werkje behoort simpelweg tot de klassiekers van de popgeschiedenis, maar ook een beetje jammer ten opzichte van zijn vorige werken. Hoe dan ook, “Go”heeft zijn plaatsje in de annalen van de popmuziek in het algemeen, en de progressieve rock in het bijzonder, meer dan verdiend.
Gezien ook de mede muzikanten zal het geen verbazing wekken dat de muziek navenant is. “Go” betreft een bonte mengeling van jazz georiënteerde progressieve rock, ambient, fusion en frisse popmuziek. Des te verwonderlijker is het daarom dat “Go” zo ontzettend coherent is. Nergens zijn overgangen vergezocht, of duren passages te lang.
“Go” is een conceptplaat, hoewel het thema mij duister is. Wat ik wel weet is dat de eventuele verhaallijn andersom wordt verteld. De vroegere kant 2 is het begin, en kant 1 het einde. Het zal wel behoren tot het concept dat het begin tevens het einde is, zoiets verwacht je wel van een man uit het oosten. Op de liveplaat “Go… Live From Paris” van een jaar later wordt die volgorde weer ’teruggezet’, waardoor overigens die plaat heel anders aanvoelt.
Het begin van de plaat bouwt zich langzaam op tot het eerste hoogtepunt Crossing The Line, voorbeeldig gezongen door Steve Winwood, en wellicht wel de bekendste track uit het oeuvre van Stomu. Een prachtig nummer. Daaruit volgt het aanmerkelijk drukkere Man Of Leo, dat een geweldige gitaarsolo kent van de toen nog piepjonge Al Dimeola, en de heftige gongs van Stomu als oorvanger kent aan het einde. Daarna is het de beurt aan Klaus Schulze om met zijn prachtige synthesizerklanken ons te doen verdrinken in ruimtemateriaal, waarna we weer wakker worden bij het percussie georiënteerde Carnival, dat meer doet denken aan Stomu’s vroegere materiaal. Net als je denkt, nu wordt het allemaal een béétje te experimenteel en vaag, brengt het liedje Ghost Machine de welkome verlossing, waarna de plaat feestelijk eindigt met Winner/Loser.
Het is niet moeilijk voor te stellen dat een werk dat zoveel verscheidenheid te bieden heeft, zo’n populariteit geniet. Zeker luisteraars die niet zo in hokjes geloven, en goede muziek overal vinden, zullen zich werkelijk laven aan “Go”. Alleen, hij is pas écht af als je de liveplaat ook tot je neemt. Die maakt pas werkelijk het feestje compleet! Maar daarover kan je elders meer lezen.
Markwin Meeuws