Strangefish is een band die de tijd neemt. Dat vind ik sympathiek, wie heeft er tegenwoordig nog tijd voor élk jaar een nieuw album? Oké, er zit twaalf jaar tussen “Fortune Telling” en deze nieuwe, maar in die periode stond de band ook vier jaar lang op non-actief, dus dan valt het nog mee. Rustig aan, we worden er geen van allen jonger op.
Het is ook niet raar dat de band er wat anders uitziet dan twaalf jaar geleden. Buikje hier, plukje minder haar daar, zangeres erbij, violist eruit; Strangefish bestaat nu uit zes mensen waarvan er nog maar twee de oprichting in 1989 hebben meegemaakt. Zoals gezegd hadden de bandleden in 2008 de stop er tijdelijk uitgetrokken, pas in 2012 was een plaatselijke fundraiser de aanleiding voor een reünie. Opnames voor “The Spotlight Effect” begonnen in 2016. De acht nummers hebben een gezamenlijk thema, de moderne wereld waarin alles wat we doen of zeggen door de media wordt opgepikt en vermalen. Ik heb zelf niet zo’n problemen met de media, maar ik vermoed dat een dergelijk concept Donald Trump wel zal aanspreken.
Hoe dan ook, fluks naar de muziek! Strangefish maakt ouderwetse neo-prog, als dat ergens op slaat. Je hoort regelmatig referenties naar Genesis, It Bites en vooral Marillion. Collega Sander Kok hoorde in 2006 nog Porcupine Tree terug in “Fortune Telling”, maar dat randje moderniteit is verdwenen. De band kan nog steeds stevig uitpakken, maar “The Spotlight Effect” had net zo goed in 1990 gemaakt kunnen zijn. In die zin is deze plaat een stap achteruit.
Erg is dat niet, als de muziek maar goed is. Dat is gelukkig meer dan in orde, Vooral gitarist Bob (zijn achternaam is kennelijk té genant om prijs te geven) speelt geweldig en toetsenist O’Neill geeft hem vakkundig partij. Leuke toevoeging is de stem van achtergrondzangeres Whittaker, wier bijdragen me steeds aan Gruppo Sportivo doen denken. Dat is natuurlijk te raar voor woorden, maar het heeft iets te maken met de intervallen die ze kiest en haar plek in de mix. Aan de paar zeldzame momenten dat ze solo zingt hoor je dat ze een ‘klassieke’ Britse stem heeft, zo’n galm als Cilla Black. Dat is een geluid dat je in de prog maar weinig hoort.
Zanger Taylor doet wat hij doet en daar moet je van houden. Zijn stem spreekt me niet zo aan, maar hij kan er wel erg goed mee zingen. Dat is de belangrijkere constatering, het zijn immers geen gemakkelijke nummers. De meeste composities op “The Spotlight Effect” zijn erg sterk, lekker afwisselend, stevig en old-school progressief. Dat laatste zou wat mij betreft het grootste punt van kritiek kunnen zijn: Dit is een tamelijk ouderwetse plaat. Afsluiter Up To You bijvoorbeeld opent als een nummer van Marillion uit de tijd van Fish. Bij mij schuurt dat wel een beetje, maar als je je er overheen kunt zetten, heb je hier een heerlijke plaat aan.
Het album duurt ruim een uur, met Delicate als monumentaal middelpunt: Bijna 18 minuten heerlijke prog van de oude stempel. Dat geldt voor het gehele album. Strangefish maakt volwassen prog, De acht stukken houden de spanning vast, zitten knap in elkaar en worden erg goed gespeeld. Beste plaat van 1990!
Erik Groeneweg