Laat ik bij de start van deze recensie duidelijk zijn; deze band scoort bij voorbaat al een voldoende door de wonderschone stem van Marcela Bovio. Punt.
Lekker kort door de bocht? Het zij zo, maar het is de waarheid. Kippenvel krijg ik van Marcela Bovio. Een heerlijke stem die je opvreet met huid en haar. Ondanks dat ze geen breed bereik heeft, haalt ze toch het maximale uit haar vermogen. Toch heb ik een paar kleine opmerkingen, vooral hoe ze haar stem gebruikt. Ik weet natuurlijk niet of het bewust is geproduceerd maar ik krijg de indruk dat Bovio Amy Lee probeert te kopiëren. Totaal niet nodig, want Bovio staat ver, ver boven het stemgeluid van de zangeres van Evanescence, die ‘live’ vaak niet overeind blijft staan. In tegenstelling tot Bovio en dat weet ik uit eigen (meervoudige) ervaring.
De band Stream of Passion bestaat nog niet zo lang, maar toch heeft de band een behoorlijke verandering in de line-up ondergaan. Op zich niet vreemd, want menig fan van Arjen Lucassen heeft nooit het idee gehad dat hij heel lang aan deze band verbonden zou blijven. Dat daarna ook Alejandro Milan (toetsen), Lori Linstruth (gitaar) en onlangs ook Davy Mickers (drums) zouden afhaken, daar had niemand rekening mee gehouden. Desondanks weten de nieuwkomers de gaten goed op te vullen.
In de eerste drie songs krijg ik de indruk dat de band te veel naar Evanescence heeft geluisterd, en daardoor ook is beïnvloed. Zowel muzikaal gezien, als dus ook de zang van Marcela Bovio. De achtergrondzang bijvoorbeeld geeft veelvuldig de indruk dat je naar Amy Lee luistert. Daarnaast de riffs van de gitaren, veel piano, allemaal elementen die de muziek van Evanescence kent. Na deze nummers gaat de creativiteit pas echt de goede kant op.
Vanaf dat moment geeft de band het geluid namelijk meer “smoel”. When You Hurt Me The Most is mooi opgebouwd, kent een fijn pianoloopje, lekkere strakke drums en gitaar. Hier laat Bovio zich vanaf haar goede kant horen, al blijft dat niet alleen bij deze track. Zo is er ook de ballad Run Away, waarop Bovio mijn ‘kippenvel modus’ activeert. Goed ingezongen en toetsenist Jeffrey Revet doet hier zijn voorganger Alejandro Milan vergeten.
Wat in het bijzonder opvalt is dat drummer Davy Mickers die gelijk na de opnamen van dit album afscheid nam van de band, een superstrak geluid laat horen. Games We Play is een voorbeeld waarbij zijn kwaliteiten opvallen. Het klinkt goed wat Mickers hier ritmisch neerzet.
Denk niet dat er geen zware riffs en solo’s voorbijkomen. Die zijn overduidelijk van de partij, meer dan uitstekend bespeeld en prima gemixt in het geheel. My Leader en Burn My Pain zijn voorbeelden waar gitaristen uitstekend werk afleveren en waar je op het puntje van je stoel van kan genieten.
Aanhangers van de Britse band Radiohead zullen het verfoeien, maar ook de cover Street Spirit is geslaagd, het klinkt melodieuzer dan het origineel en Bovio geeft een aparte touch aan het nummer, al blijft de versie van York en consorten recht overeind staan.
Dit album is toegankelijker dan het debuut; “Embrace The Storm”, dat origineler, maar ook minder voor de hand liggend klinkt. De ritmesectie klinkt op dat album gevarieerd, uniek en niet voor de hand liggend. “The Flame Within” grijpt meer naar het gebruikelijke geluid binnen het genre en zoekt het grote ‘commerciële geluid’. Ondanks dat is de cd aangenaam en is er na de eerste drie nummers ruimte voor creativiteit en originaliteit. De heerlijke weelderige achtergrondzang die Bovio in sommige nummers brengt is ijzingwekkend mooi. Een aanrader voor de fans van female fronted metal.
Ruard Veltmaat