Stuckfish is een samenwerking tussen twee muziekvrienden die hun naam deels ontleenden voor hun pakkende groepsnaam aan Phil STUCKey en Ade FISHer. Beiden zijn ervaren musici uit Groot Brittannië waarin singer-songwriter Phil Stuckey deel uitmaakte van Judas Rising en Black Sedan, terwijl gitarist Ade Fisher speelde in Heavy Load, Tony Liddle Band en Thrust, Samen speelden ze daarnaast ook nog in VOTV & Overkill. Geen namen helaas waar het proghart sneller van gaat kloppen.
Beide muzikanten brachten voor deze collaboratie hun eigen liedjes en ideeën mee en werkten samen om tot een creatie te komen dat voor mij trouw is gebleven aan old school hard rock. Zij zelf definiëren hun nummers in “Calling” als melodieuze rocknummers met een progressieve draai.
Het progressieve element is voor mij echter het spreekwoordelijk woord voor het zoeken van de speld in de hooiberg. In hun promo maken ze zelfs onderscheid met een suggestie lijst welke nummers geschikt zouden zijn voor progstations en welke beter zouden passen op de reguliere rockradio zenders, maar ik hoor geen verschil in benadering. Uiteindelijk zijn alle nummers naar mijn mening allemaal uit het zelfde soort hardrock hout gesneden dat diep geworteld is in de jaren ‘80 en voornamelijk drijft op de melodieuze zanglijnen en -harmonieën met hier en daar tactische geplaatste gitaar licks en uithalen. Wat beide heren een ‘progressieve twist’ noemen zijn misschien de wat spaarzame uitwerkingen van sommige arrangementen zoals de break op Better To Run maar die duurt slechts krap dertig seconden en dit nummer staat nota bene juist niet op hun advieslijst voor progstations!
Als je wilt weten waar Stuckfish als een Abraham zijn mosterd vandaan haalt, denk dan als het gaat om de zang aan een kruising tussen Gino Vanelli en het hedendaagse Phi en bij de structuur van de muziekstukken aan oudgediende zoals UFO, Venom, Judas Priest, Uriah Heep, Magnum, Nazareth, Black Sabbath en vooruit een beetje Queensryche zoals in het titelnummer, het solide Wall Of Silence en het midtempo The Man That I’ve Become. Alleen bij de zoetsappige afsluiter Something To Believe In is er eindelijk een keer een rustig nummer waar als Phil Stuckey zijn keeltje even open zet de aanstekers kunnen branden. Euh… pardon zo ging dat in de eighties, nu doen we dat heel veilig met de flitser app op onze smartphones natuurlijk.
Het is zonde dat de gitaarpartijen wat dof in de mix staan, want de productie is verder goed te noemen zelfs voor de drumpartijen die via sampling technieken zijn opgenomen. Wel eerlijk van het duo om dit te melden. Dat er nog een vacature voor een rechttoe rechtaan drummer open staat vermelden wij dan ook graag, want dit is muziek die je live moet ondergaan. Een drummer van vlees en bloed is dan onontbeerlijk. Al met al zijn voor mij de nummers wat aan de gladde kant en glijdt het geheel zonder avontuurlijke uitstapjes met gestage tred naar het einde. Het begrip prog is voor mij op dit album te marginaal om vaker te draaien, maar liefhebbers van bovengenoemde groepen vinden er wellicht hun broodnodige portie hardrock in terug.
Jos Driessen