Styx

One With Everything

Info
Uitgekomen in: 2006
Land van herkomst: Verenigde Staten
Label: Frontiers
Website: http://www.styxworld.com/
Tracklist
Blue Collar Man [Long Nights] (5:34)
One With Everything (6:32)
It Don't Make Sense [You Can't Make Peace] (5:04)
Everything All The Time (4:41)
I Am The Walrus (4:42)
Just Be [studio version] (4:44)
Fooling Yourself [The Angry Young Man] (7:00)
Boat On The River (3:31)
I Don't Need No Doctor (4:39)
Crystal Ball (5:46)
Too Much Time On My Hands (5:21)
Miss America (5:35)
Renegade (10:45)
Lawrence Gowan: toetsen, zang
Chuck Panozzo: basgitaar
Ricky Phillips: bas, achtergrondzang, gitaar
Tommy Shaw: gitaar, zang, mandoline
Todd Sucherman: drums, percussie
James "JY" Young: gitaar, zang
Met medewerking van:
The Contemporary Youth Orchestra
One With Everything [live] (2006)
Big Bang Theory (2005)
21st Century Live [live] (2003)
Cyclorama (2003)
Styx World: Live 2001 [live] (2001)
Brave New World (1999)
Return To Paradise [live] (1997)
Edge Of The Century (1990)
Caught In The Act [live] (1984)
Kilroy Was Here (1983)
Paradise Theatre (1981)
Cornerstone (1979)
Pieces Of Eight (1978)
The Grand Illusion (1977)
Crystal Ball (1976)
Equinox (1975)
Man Of Miracles (1974)
The Serpent Is Rising (1974)
Styx II (1973)
Styx (1972)

Styx, een van de succesvolste progressieve AOR bands aller tijden, heeft nooit echt bekend gestaan om zijn voortrekkersrol. Toen symfonische rock in verval raakte en allerlei oude grootheden aan een neerwaartse spiraal begonnen, ontdekte deze band net na een aantal wat chaotische albums dat ze ook een heel consistent niveau konden halen (“The Grand Illusion”, “Pieces Of Eight”, “Paradise Theatre”). Toen de neoprog net begonnen was en de vergetelheid van de prog als het ware zelf weer vergetelheid werd, ging Styx alsnog finaal door het ijs (“Kilroy Was Here”). Nu is het 2006 en alweer enige jaren na de korte hype van vergane-glorie-hardrockbands met een symfonieorkest, die ons albums opleverde als “S&M” (Metallica, 1999) en “Moment Of Glory” (Scorpions, 2000), komen ze met “One With Everything”, gezamenlijk met het eigentijdse jeugdorkest.

Goed, het idee heeft potentie. Het laat zich makkelijk in de hoek der kitsch plaatsen, maar het brede, van lichte pop tot pretentieuze symfo variërende repertoire van Styx zou in deze setting best wat onverwacht mooie resultaten kunnen opleveren. Nou bevat “One With Everything” dertien songs, waarvan er liefst drie van het recente coveralbum “Big Bang Theory” komen. Dat is enerzijds best verdedigbaar, aangezien dit in hun de laatste jaren sterk uitdijende repertoire aan live-albums, het enige nog niet eerder gedekte album was. Anderzijds is het voor een collectie covers al snel te veel eer. Maar toegegeven: I Am The Walrus heeft bij Styx al bijna een geuzenstatus bereikt en I Don’t Need No Doctor (The Chocolate Watchband) en It Don’t Make Sense [You Can’t Make Peace] (Willie Dixon) zijn obscuur genoeg om hier nogmaals te schitteren.

Ook het uit 2003 afkomstige “Cyclorama” is met één nummer vertegenwoordigd: uiteraard de naamgever van déze plaat (tevens hoogtepunt van díe plaat). De ruime instrumentale sectie aan het eind van dit nummer wordt hier tot de juiste bombastische proporties opgeblazen. Daarnaast bevat de plaat twee nieuwe nummers: het ’ter plekke’ opgenomen Everything All The Time en het uit de studio afkomstige Just Be. En nee, vooral die laatste kan helaas niet echt als een verrijking van het Styx-repertoire gezien worden. Wat een bloedeloze ode aan het zelfbewustzijn, brrr.

De klassieker Blue Collar Man is een terechte opener voor dit live-album. De manier waarop het orkest inzet, maakt dat de setting rockband-met-orkest onmiddellijk vertrouwd aandoet. Voor een keer is het aardig en daaraan zij toegevoegd dat het met het verder draaien van het album al snel zó vertrouwd klinkt dat je het orkest niet eens meer opmerkt, al nemen ze nogmaals een prominente rol op zich in een lange intro voor Fooling Yourself en Too Much Time On My Hands krijgt een leuke instrumentale toegift (eerder gehoord?). Renegade wordt opgerekt met een aantal clichés die me eraan herinneren waarom ik in het algemeen geen groot liefhebber van live-platen ben.

Maar hoe terecht deze nummers hier ook staan, ze zijn helaas symptomatisch voor een wezenlijk probleem van deze collectie: enige tijd geleden heeft Tommie Shaw (c.s.) een rechtszaak van Dennis DeYoung gwonnen over de rechten op de naam Styx. En sindsdien worden bij het livemateriaal van Styx de composities van DeYoung goeddeels genegeerd (mij is onbekend of dit ook door DeYoung ‘verboden’ is of dat Shaw dat deel van de Styxgeschiedenis eigenhandig ontkent) en tja… dan mis je toch wel een wezenlijk aandeel. Met de harde kern van dit album geheel afkomstig van “Crystal Ball”, “The Grand Illusion” (twee songs), “Pieces Of Eight” (twee songs), “Cornerstone” en “Paradise Theatre” hebben we weliswaar de hoogtijdagen van de band aardig te pakken, maar het wordt ook wel erg voorspelbaar allemaal, temeer daar deze nummers allemaal recentelijk al eerder op live-albums verschenen zijn. Door alleen naar de periode te kijken waarin Shaw bij de band zat, valt alles uit het pre-“Crystal Ball”-tijdperk sowieso al af (inclusief klassiekers als Lady en Suite Madame Blue, om maar te zwijgen over onbekendere pareltjes uit die vroege jaren. In de 21e eeuw een vertolking van A Day, Witch Wolf, The Grove Of Eglantine of The Serpent Is Rising, ja, dáár doen we het voor!

Ook van de genoemde hoogtijalbums missen we toch het nodige als DeYoung niet mee mag doen. Hoewel de gekozen nummers meest redelijk op hun plek zijn, blijf je toch iets missen als Come Sail Away, Castle Walls en Pieces Of Eight ontbreken. In plaats daarvan worden we vergast op Miss America (overigens de enige aanwezige klassieke compositie die niet van Shaw afkomstig is, maar van James “JY” Young) en, tja, Boat On The River. Eén voordeel: het in Nederland met afstand bekendste Styxnummer, dat in de jaren ’90 nog door een Nederlandse boyband (die zijn naam met een Styx-livealbum uit 1984 deelt) gecoverd is, ontbreekt ook.

Dat alles leidt toch tot een zure conclusie: hoewel op zich leuk om een keer te luisteren, voegt “One With Everything” eigenlijk niks toe. Dat Styx, óók in deze samenstelling, nog steeds goede concerten geeft, zegt weinig over de relevantie van de zoveelste registratie hiervan. De selectie klassiekers is voorspelbaar en erg mager, de recentere nummers voelen meer als curiositeiten, waarmee het eindresultaat zeer fragmentarisch is. Dat het enige uit de studio afkomstige nummer midden op de plaat staat, ontneemt de laatste illusies over een live-plaat uit één stuk. Hier had veel meer ingezeten.

Casper Middelkamp

Send this to a friend