Zo dan, dit is toch echt een recensie waarvan ik nooit gedacht had ze te schrijven. En dan niet alleen omdat ikzelf als recensent me iets minder met dit genre bezighoud. Hoewel dat natuurlijk ook wel effectief zo is. We hebben voldoende recensenten in ons midden die een stuk meer thuis zijn in het metal gedeelte van het ons zo progressieve landschap. Of waarom niet collega Maarten Goossensen die het vorige album van Subterranean Masquerade zo bejubelde? Ook hij zou toch meer geschikt zijn dan die ene recensent die meestal vooral de vreemde muziekjes doet. En ja, op zich klopt het allemaal wel, maar toch is dit een album van een band die ik ook erg hoog heb zitten.
Eigenlijk heb ik deze band een tiental jaren geleden leren kennen dankzij collega Christopher Cusack die me een verfrissend en origineel prog-metal bandje liet beluisteren. Een regelrechte openbaring was me dat, want wat een geweldig en gevarieerd album is dat. Maarten Goossensen had in 2005 een ietwat gelijkaardige mening: een indrukwekkend album kortom, en ook voor mij een schot in de roos. Maar helaas is het daarna erg stil geworden rondom deze band zodat ikzelf ze volledig uit het oog ben verloren. Zo heb ik gemist dan ze in 2013 met de ep “Home” kwamen en vorig jaar aan dit album waren begonnen werken. Gelukkig was ik er dan wel op tijd bij om deze “The Great Bazaar” tot mij te nemen en aan een recensie te onderwerpen! Hoewel ik dit dus, zoals eerder vermeld, echt niet had verwacht.
Nu in deze tien jaar dat beide albums scheiden is natuurlijk enorm veel veranderd aan de band zelf: zowat de hele bezetting, op Tomer Pink en Paul Kuhr na, is veranderd. Je zou kunnen denken dat zulke veranderingen best zijn invloed heeft op het geluid van de band ondanks dat dit natuurlijk nog steeds vooral het geesteskind is van bandleider/gitarist Tomer Pink. Maar dit valt op zich reuze mee. Een verandering die dan wel snel opvalt, is de zang: Kjetil Nordhus, de zanger van de Noorse band Green Carnation, maakt namelijk deel uit van Subterranean Masquerade sinds 2014. Een andere bekende naam die we tegenkomen is Matan Shmuely die natuurlijk ook drumt bij Orphaned Land. En kennelijk zijn de contacten met de landgenoten van Orphaned Land best goed, want ook zanger Kobi Farhi mag zijn duit in het zakje doen als gastzanger op Father And Son.
Maar goed, wat kunnen we nu eigenlijk verwachten van dit nieuwe album van Subterranean Masquerade? Is dit nog steeds dezelfde geweldige band die ons in 2005 zo verraste? Of hebben ze aan kwaliteit moeten inboeten? Nou, ikzelf ben overtuigd van het eerste: de band staat nog steeds als een huis, de nummers zijn nog steeds ijzersterk. Laten we dit dan ook eens dieper onderzoeken.
“The Great Bazaar” is net als die voorganger uit 2005 bijna een allegaartje van verschillende stijlen door elkaar, zodat je zou denken dat dit nooit goed kan lopen. Maar dat doet het dus net wel: dit maakt net het frisse en ingenieuze van de prog metal die Subterranean Masquerade brengt. Maarten zei het tien jaar geleden al: “het is haast onmogelijk om de muziek te recenseren: er gebeurt zoveel, er zit zoveel in de muziek in”. Terwijl het langs de andere kant ook nergens lijkt alsof ze het ‘verplichte lijstje om een progmetal-band te kunnen zijn’ af zitten te vinken. Je kan dan ook nog steeds invloeden van symfonische rock, progressieve rock, jaren 70-jazz, oosterse folk, Arabische muziek, death metal, … ontdekken hier. Het lijstje is eigenlijk te lang maar het noopt me er nogmaals toe om te benadrukken dat de band dit smeedt tot een fris, passend en origineel geheel.
Ik voel me wel verplicht om nog een opmerking over de zang te maken. Die komt zoals gezegd van de Noor Kjetil Nordhus en wordt ondersteund door Paul Kuhr die er in 2005 ook bij was. Hij was toen ook al verantwoordelijk voor het occasionele gruntwerk. Op “The Great Bazaar” is er geen sprake meer van af en toe wat grunten, het komt echt een stuk meer voor en is een belangrijk deel van de muziek van deze band geworden. Maar dan wel op een manier waarop Opeth het deed voor “Heritage”: verstaanbaar grunten en vooral een mooie afwisseling tussen de normale zanggedeelten en het gruntwerk, zodat de sterkte van beide zangers absoluut optimaal gebruikt wordt. Persoonlijk hou ik echt heel erg van die afwisseling en jubel ik deze evolutie alleen maar toe. Hoewel het langs de andere kant ook zo is dat dit niet voor iedereen weggelegd is.
Is “The Great Bazaar” nu eigenlijk een geslaagde comeback tien jaar na hun vorige worp? Hier kan ik echt alleen maar positief op antwoorden. Dit is een steviger album, met meer gruntwerk maar op de keper beschouwd nog steeds geweldig en een absolute aanrader. Vele progfans en metalfans zullen hierin dan ook hun gading kunnen vinden.
Peter Van Haerenborgh