Met het conceptalbum “The Wrap” heeft Antony Kalugin een volgende en tevens laatste stap naar muzikale volwassenheid gezet. Op dit derde Sunchild album heeft hij invloeden van The Flower Kings, Camel en Kayak, die veelvuldig doorklonken op “The Gnomon” en “The Invisible Line”, losgelaten. Voor het eerst openbaart zich een eigen identiteit en kunnen we spreken van het Sunchild-geluid.
Op dit album draait het allemaal om “The Wrap”, een stuk muziek van 38 minuten wat daarmee het langste nummer is dat Kalugin ooit gecomponeerd heeft. En dan tel ik de intro en outro nog niet eens mee. Ook nu staat de innerlijke geestelijke mens weer centraal. In dit sprookjesachtige verhaal over hoop en vrees, zwakte en vertrouwen, maar ook bedrog, spelen een jongen en meisje de hoofdrol. Beiden raken verwikkeld en verstrikt in hun hersenspinsels, maar komen daar op het eind als een echt sprookje weer goed uit. Waren de twee voorgangers met een speelduur van 70 tot 100 minuten (“The Gnomon” is een dubbel cd) nog een hele zit, “The Wrap” blijft beperkt tot een uur en ik kan geen stukken ontdekken die overbodig zijn.
Ten opzichte van voorgaande albums heeft Kalugin vooruitgang geboekt in zijn uitspraak van de Engelse taal. Het is iets waar hij aan gewerkt heeft. We horen soms nog zijn Oost-Europese tongval, maar dat maakt voor mij onderdeel uit van het Sunchild-geluid.
De muziek op “The Wrap” heeft een behoorlijke metamorfose ondergaan. Was het op de voorgangers vaak vrolijkheid troef, Sunchild trakteert je hier op een aantal donkere passages. Gebleven maar minder dominant zijn de klassieke stukken met instrumenten als viool, fagot en hobo en ook het typisch traditionele instrument de bayan valt nog maar spaarzaam te horen. Op de fagot en hobo na zijn alle blaasinstrumenten verdwenen en heeft de muziek door het gebruik van soms heavy gitaar flink aan kracht gewonnen. Een progmetal album zal deze vriendelijke toetsenist nooit maken, maar in een aantal passages schurkt hij daar wel tegenaan. Verantwoordelijk daarvoor is zijn nieuwe gitarist Maxim Velichko, die als aanhanger van John Petrucci in het slotstuk van The Wrap laat horen erg goed naar Octavarium van Dream Theater geluisterd te hebben.
Dat Kalugin toch vooral een toetsenist is moge duidelijk zijn aan de toetsengedomineerde muziek op deze cd. Lang uitgesponnen stukken op toetsen waren en blijven onderdeel uitmaken van de muziek. Speelde hij daarbij voorheen letterlijk en figuurlijk op zeker met vrij voorspelbaar toetsenspel, het klinkt nu meer progressief en voor het eerst waagt hij zich aan frivole loopjes. Ook op dit vlak heeft hij een ontwikkeling doorgemaakt.
Ik was al enthousiast over “The Gnomon” en “The Invisible Line”. Net zo enthousiast ben ik over “The Wrap”. Naast de zoals gebruikelijk uitstekende productie is dit een album dat een nieuw begin markeert en als ik mij niet vergis, voor Sunchild veel deuren gaat openen. De groep zal zijn fans door de verandering op deze cd niet kwijtraken en er met deze schijf ongetwijfeld veel bij gaan krijgen.
Hans Ravensbergen