Dit is een raar of bijzonder plaatje, net hoe je wilt. Maar stel je dus voor: een bandje uit Australië, dat uitsluitend wat lokaal succes had met eindeloze reeksen optredens in Ozzy-kroegen waar het bier langs het plafond lekte.
Een bandje dat een ep uitbracht in 2009 met daarop zes nummers. Dat plaatje, van dat bandje, wordt in 2021 opnieuw uitgebracht, ondanks dat er destijds hooguit 2.000 exemplaren van verkocht zijn. En het raarste is: het wordt dus op een Nederlandse prog-website besproken. Veel gekker krijg je het niet.
Toch vindt dit alles plaats omdat die gelijknamige ep een buitengewoon sympathiek plaatje is met muziek die een breder publiek verdient. Vooral als dat publiek houdt van een mooie blend van Led Zeppelin, Mansun en The Police, want dat maakt Super FLORENCE Jam, met soms zelfs een vleugje vroege Rush. Niet dat dit bandje dezelfde kwaliteit heeft, maar die zes liedjes delen een fris soort enthousiasme voor hardrock met een progressief randje, voor muziek die net iets ingewikkelder is dan gewone rock, net iets beter doordacht, maar dan op een listig verborgen manier.
Neem bijvoorbeeld No Time, dat super ouderwets en gedateerd zou moeten zijn door de jaren ’70 riffs, de hoge schreeuwzang en de hoekige drums. En toch wordt de luisteraar ineens verrast met ongewone gedubbelde gitaarsolo’s, met tegendraadse ritmes in een ogenschijnlijk afgezaagd instrumentaal middenstuk en met een mooi open einde. Opener Ghetto Project Fabulous is, zoals de titel al doet vermoeden, een soort glamrock pastiche met een Police middenstuk, The Circle heeft nét een spannend soort gedrevenheid en zo is er bij elk stuk wel iets dat er eigenlijk niet zou moeten zijn.
Afwijking is slotnummer No Man’s Land, een traag stuk waarin de band zichzelf iets te serieus neemt en dat dan ook meteen zeurderig en stokoud klinkt. Echt geweldig klinken doet het plaatje ook niet, precies wat je kunt verwachten van een – zo goed als – eigen beheer uitgave van vier jonge gasten voor wie de wereld (of in elk geval Australië) even open leek te liggen. In 2012 volgde de ep “We Always Knew It Would Come To This”, die een stuk volwassener klinkt, maar net zo spannend klinkt en net zo weinig succes had.
Nou ja, inmiddels heeft de band, na een sabbatical van minstens vijf jaar, dus nog een live-album uitgebracht op Spotify, waarop onder andere de meeste stukken van deze ep voor een enthousiast publiek worden gespeeld, maar dat voelt allemaal toch een beetje als te weinig, te laat. Op basis van dit debuut en die tweede ep had er meer in gezeten. Terecht dus dat het plaatje nog eens wordt uitgebracht. Geen onontbeerlijke, levens veranderende muziek, maar gewoon een lekker plaatje van een grappig bandje.