Twee jongens genaamd Pudding en Gisteren zijn ondeugend geweest en worden op hun kamer opgesloten. Op een gegeven moment moet een van hen nodig kakken. Hij kakt uit het raam naar beneden, precies op het hoofd van een voorbijlopende mevrouw. Deze vrouw belt boos aan en de moeder van de jongens doet open.
De vrouw zegt: ”Er is iets vreselijke gebeurd”.
Moeder vraagt: ”Was het gisteren?”
”Nee”, zegt de vrouw, ”het was vandaag”.
”Was het pudding”, vraagt de moeder.
”Nee”, zegt de vrouw, ”het was klinkklare stront”.
Sowieso je derde langspeelplaat vernoemen naar het bovenstaande mopje, ergens uit de jaren vijftig of zestig, vereeuwigd in 1967 in een gelijknamig boekje. Op deze derde plaat neemt de humor en de frivoliteit, waar Supersister al redelijk bekend om was geworden, enigszins toe ten koste van de muziek. Maar zo erg is dat niet na het overdonderende debuut “Present From Nancy” (1970) en het absolute hoogtepunt “To The Highest Bidder”. Het is immers ook een beetje een uit nood en samenloop van omstandigheden geboren plaat, zo lijkt het.
Kort daarvoor was de Haagse band door het Nederlands Danstheater gevraagd de muziek te schrijven voor een balletvoorstelling. Dat resulteerde in een ruim twintig minuten durende instrumentale compositie, die derhalve de gehele vroegere tweede kant van de plaat in beslag neemt. Het ballet is uitgevoerd op 3 maart 1972 in het Circusgebouw in Scheveningen, en kreeg redelijk goede kritieken.
Het resultaat heden is het stuk Pudding And Gisteren – Music For Ballet, een geheel instrumentale exercitie die binnen de Canterbury op gelijke hoogte, zo niet overtreffende trap, kan worden gesteld met Egg’s Symphony No. 3 en Long Piece No. 1, of Caravan’s For Richard. Het stuk is een aaneenschakeling van thema’s en melodieën, die alle genoeg de tijd krijgen zich uit te werken, maar nergens herhaald worden. Ondanks dat het geen moeilijk te beluisteren stuk betreft, er straalt een transparantie uit die te huldigen is. Het ontbeert enigszins een écht hoogtepunt, hoewel je met net zoveel reden kan stellen dat elk gedeelte puik is. Het spreekt voor zich dat zowel het toetsenwerk van Stips als het fluitwerk van Van Geest van grote klasse zijn. De kenmerkende humor van Supersister is volstrekt afwezig, al is de muzikale lichtvoetigheid wel immer sterk aanwezig. Het is opnieuw Supersister’s finest hour, en derhalve zonder enige twijfel een hoogtepunt in de symfonische rock. Alleen al dit fabuleuze nummer zou de aanschaf van deze heruitgave verdedigen.
De overige tracks staan niet echt in verhouding tot het fabuleuze titelnummer. Radio is een leuk nummertje, maar een beetje een mindere broeder van She Was Naked, Supersister’s eerste single, waar het nummer qua structuur erg op lijkt. Psychopath is zelfs een redelijk zwak nummer, zodat we pas echt goed wakker worden bij de klassieker Judy Goes On Holiday. Alleen de openingsfase kan al als klassiek beschouwd worden: zelden opende een symfonisch rocknummer zó smaakvol. Gedurende het nummer komen de vele facetten van Supersister tot volle glorie, ook de verstilde klanken zoals we die nog slechts kenden van Dona Nobis Pacem van het debuut. De geweldig klinkende en verzorgde remaster brengt juist dit stille stuk uitstekend tot zijn recht.
De heruitgave telt verder het van de single Radio afkomstige b-kant Dead Dog, een kort maar uitstekend nummer dat best op de oorspronkelijke plaat had mogen staan van mij. Tevens kent het de klassiek geworden live-opname (1 juli 1972, ook toevallig in het Circusgebouw te Scheveningen) van Wow, een nummer dat leeft van de live-setting. Het nummer is niet alleen swingend en leuk, het is tevens een schoolvoorbeeld van hoe je een publiek kan bespelen. De introductie van Stips is van groot belang, want door de langzame inleiding waarin hij vertelt hoe het nummer heet, wekt hij een zekere verwachting. Als het nummer zelf dan begint, blijkt dat de compositie enkele verrassende en vrij lange stiltes kent, welke het publiek haast automatisch gaat opvullen met de uitroep ‘wauw’. Knap!
Tussen Judy Goes On Holiday en Pudding And Gisteren – Music For Ballet staat nog een hilarisch stukje geinige doo-wop dat feitelijk nergens toe gerekend mag worden, maar dat de toenmalige lp wel een legendarische status bezorgde. Oorspronkelijk liep het nummer – dat vooraf ging met een minuut stilte – door in de afloopgroef, zodat het nummer voortijdig langzaam stil liep. Het had beter geweest als men dat voor deze remaster had nagebootst, want nu duurt de grap te lang. Het is slechts een kleine smet op deze verder voorbeeldige heruitgave.
Markwin Meeuws