Sinds het meesterwerk “Posthumous Silence” uit 2006 is Sylvan zoekende. Na het tussendoortje “Presets” (2007) joeg de sympathieke band uit Hamburg eerst de liefhebbers van een heldere, transparante productie op de kast met het overweldigende “Force Of Gravity”, om vervolgens de rest van de fanschare aan het wankelen te brengen met de onevenwichtige dubbelaar “Sceneries” (2012), dat vooral klonk als de net niet omgevallen boekenkast die op de hoes verbeeld stond. En dat terwijl Sylvan in zijn begindagen vooral bekend stond als een groep die grote gebaren en diep inzicht wist af te wisselen met jeugdig elan en vlotte melodieën. Het is tekenend dat ondergetekende juist het meest teruggrijpt naar “Presets”, het tussendoortje dat vlot na “Posthumous Silence” als afterthought werd uitgebracht, maar achteraf gezien wellicht het juiste pad voor Sylvan was geweest.
En nu is er dan “Home”, dat de vervreemding alleen maar compleet maakt. Het is opnieuw een topzware plaat, die qua sound halverwege “Sceneries” en “Force Of Gravity” ligt, maar niets van de luchtigheid heeft dat bijvoorbeeld een vroeg meesterwerk als “Artificial Paradise” kenmerkt.
De plaat behandelt het thema ’thuis’ en ’thuiskomen’ en volgt zelfs een heel verhaal, waarbij de hoofdpersoon allerlei vervlogen herinneringen uit haar jeugd langs laat komen. Het betreft nog net geen verhandeling van een door haar vader gevonden dagboek, anders had de titel “Posthumous Silence Part 2” wel aardig geweest. Feit is helaas dat “Home” ook muzikaal sterk leunt op dit concept, ware het niet dat er iets belangrijks ontbreekt, namelijk een bevlogen gitarist.
En daar zit wellicht het probleem. Wat is nou in godsnaam gebeurd tussen de tweeling-broers Volker en Kay Söhl? Heeft hij zich aangesloten bij een terroristische organisatie? Heeft hij Volker’s vrouw geprobeerd te versieren? Het is het best bewaarde geheim in de progressieve rock van deze eeuw, zo lijkt. Misschien is er niets aan de hand en steunt Kay zijn broer en diens compagnons in hun strijd de progrock wereld te overtuigen van hun goede bedoelingen, maar evident is dat het op de gitaarafdeling sindsdien sappelen is. Zijn opvolger Jan Petersen kreeg niet echt vat op de sound en nu hij ook alweer vertrokken is, heeft men een uitzendkracht gevonden in de vorm van Jonathan Beck en zijn bijdragen klinken vooral ingestudeerd, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de gitaarsolo in Shaped Out Of Clouds. En hoewel de plaat soms behoorlijk gitaar-overstuurd klinkt, zoals in het lange In Between, zijn de meeste tracks toch vooral gestructureerd rondom de toetsen.
De laatste jaren richt de kritiek zich ook best vaak op zanger Marco Glühmann, die zijn stem lijkt te forceren. Zijn buitengewoon expressieve stem is een kwestie van smaak, ik vind het persoonlijk erg mooi, maar als fan houd ik vooral live mijn hart vast. Hij lijkt het allemaal maar net te halen. Iedereen en zijn moeder voorspelde in 2003 al dat hij dat vast niet jarenlang kan volhouden, en dat hij in navolging van Geddy Lee toch op een gegeven moment een tandje lager zal moeten zingen. Dat doet hij gelukkig op sommige plaatsen op “Home” ook, en dan valt op wat een goede zanger Marco is. Op andere plekken schreeuwt en krijst hij echter eigenwijs als vanouds zijn publiek tegemoet.
Voordat je het gevoel krijgt dat je een behoorlijk negatieve recensie aan het lezen bent, zo heet wordt deze opgediende soep nu ook weer niet gegeten. De plaat kent tal van prachtige melodieën, geweldig basspel van Sebastian Harnack, die ik weleens in een andere band zou willen horen, en flitsend drumwerk van Matthias Harder, één van de beste drummers van Duitsland, en zeker één van de meest onderschatte. Daarnaast wordt “Home” beter naarmate de plaat vordert. Het heerlijk lome Black And White vind ik erg mooi, hoewel een mooie gitaarsolo aan het einde node gemist wordt. Ook blijkt uit bijvoorbeeld Shine dat Sylvan nog steeds aanstekelijke refreinen kan schrijven, en het is terecht de single van de plaat. Ook All These Years is een puike track, maar het afsluitende Home stelt dan weer licht teleur.
“Home” is voor de doorzetter, zoveel zal duidelijk zijn. Maar zelfs de meest taaie doorbijter zal moeten erkennen dat “Home” het niveau van “Posthomous Silence” of “Artificial Paradise” maar zelden evenaart, en ik zie nu al stiekem uit naar het “Presets”-achtige ’tussendoortje’ dat hopelijk hierna snel zal verschijnen. Want nu mist Sylvan aansluiting, en lijken ze een band die tevreden en exclusief opereert voor een select gezelschap fanatieke fans, terwijl de rest aan de zijlijn toekijkt. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?