Syrinx is een eigenzinnig Frans project met een bijzondere bezetting: naast basgitaar, toetsen en drums worden er alleen akoestische gitaren bespeeld. Dat is op zich niet zo bijzonder, maar wel voor dit soort ingewikkelde, stevige muziek. Syrinx maakt een volstrekt eigen soort instrumentale muziek die wel raakvlakken heeft met bijvoorbeeld de complexiteit van King Crimson, de drukte van sommige stukken van Frank Zappa en het geluid van sommige jazzrockformaties, maar die voor het overige lastig in een hokje te stoppen is.
De muzikanten zouden afkomstig zijn uit nationaal en internationaal bekende bands, maar omdat ze het gemeenschappelijke doel belangrijker vinden dan de individuele spelers komen we hun namen niet te weten. Wel heb ik ergens op het wereldwijde web horen fluisteren dat de gitarist niemand anders is dan de Franse Sacksioni: Jean Pascal Boffo. Het zou zomaar kunnen. In de wat wazige promotieteksten wordt gesteld dat de muzikanten de muziek beschouwen als archeologische vondsten. De muziekstukken hebben de vorm van “boodschappen” die de nimf Syrinx de muzikanten vanuit het rijk der mythen stuurt. De muzikale interpretatie van die boodschappen noemt de band “Metamorphic music”. Normaal word ik kriegel van dit soort wollige gedoe, maar in dit geval is het helemaal geen onaardige omschrijving omdat deze muziek voortdurend “metamorft”, verandert, meandert. Het zijn geen liedjes met een terugkerend refrein of thema, het is een aaneenschakeling van steeds verschillende stukken. Omdat er geen passages terugkeren, en er dus geen element van herkenning is, word je niet echt gepakt door deze muziek. Eerder onderga je de klanken een beetje als de soundtrack van een lange reis. Steeds kom je ergens anders, zonder dat je de omgeving herkent. Het gevaar van deze aanpak is wel, dat de muziek niet beklijft, dit zijn geen nummers die urenlang in je hoofd blijven rondspoken. Ook ontbreekt een soort opbouw of spanningsboog.
Het resultaat is toegankelijker dan je op grond van het voorgaande misschien verwacht, de muziek klinkt mooi, is bijzonder open en helder geproduceerd en er wordt erg goed gespeeld. De muzikanten doen niet voor elkaar onder, er wordt waanzinnig knap en strak gemusiceerd. De muziek is behoorlijk druk, er wordt veel op de gitaren getokkeld wat hetzelfde effect heeft als sequencers, je kunt op een akoestische gitaar nou eenmaal lastig langgerekte tonen spelen. Die akoestische gitaar is wel het belangrijkste instrument, de andere instrumenten volgen de gitaarpartijen. Het sporadische gebruik van andere instrumenten, zoals een dwarsfluit, vormt een aangename afwisseling. Hier en daar, zoals in het begin van Le Vingtieme Cercle, is de muziek wat grilliger, maar over het algemeen is “Reification” geen zware kost. Het is absoluut progressieve muziek met een lekker knorrende bas, stevige drums met een jazzy inslag, mooie vegen synthesizergeluiden en heel veel gitaren, die dan weer aan Steve Hackett, dan weer aan Michael Hedges doen denken.
Persoonlijk vind ik Orbis Ubique het aardigste stuk, door het mooie gitaarintro en het knappe spel met de verschillende ritmes, maar in feite staan er geen zwakke broeders op de plaat, met de kanttekening dat de stukken uit zoveel losse ideeën bij elkaar geharkt zijn dat het eigenlijk niet zo zinnig is de nummers als afgeronde composities te beschouwen.
De heren van Syrinx maken het zichzelf en de luisteraar niet gemakkelijk. Ze spelen knap ingewikkelde muziek, die ik wel eens live vertolkt zou willen zien. Vijf lange nummers die niet makkelijk uit elkaar te houden zijn, ook niet als je de plaat vele malen draait. Soms herken je een passage, maar na een minuut of twee verandert het nummer weer van sfeer en karakter. Als ik de cd-speler op “shuffle” zou zetten, zou dat voor mijn beleving van de muziek geen enkel verschil maken. Daarmee is “Reification” geen plaat die je je als luisteraar snel eigen maakt. Het is briljante muziek, echt een genot om (vaak) te horen, en ik ben benieuwd naar het al aangekondigde vervolg, maar tegelijk laat de plaat me een beetje koud. Gekke ervaring, wonderlijke muziek. En wie zitten er nou achter?
Erik Groeneweg