De Franse band Taal ontstaat in 1992 na een ontmoeting tussen drummer Loic Bernardeau, bassist David Dosnon en gitarist Anthony Gabard. Het trio noemt zich Stuart’n Co, naar de bijnaam van de bassist en even later Little Rattle. Na enige bezettingswisselingen krijgt het trio in 1996 gezelschap van toetsenist Sébastien Constant, waarna het kwartet haar naam verandert in Stratus. In deze samenstelling wordt het viertal al spoedig één van de meest veelbelovende progressieve rockbands in de regio van Poitiers.
Na twee albums in eigen beheer te hebben uitgebracht, wordt Stratus in september 1999 opgemerkt door Musea Records. Drie maanden later tekent de band een overeenkomst met dit bekende Franse label, waarna ze besluiten de naam van de band te veranderen in Taal. Het eerste album op dit label verschijnt onder de titel “Mr. Green” in oktober 2000 in de platenwinkels.
Pas in augustus 2002 duikt de band de studio in om haar nieuwe album op te nemen. Bernardeau, Constant, Dosnon en Gabard nemen daar opvolger “Skymind” op, dat in februari 2003 door Musea wordt uitgebracht. Daarbij dient te worden aangetekend dat de band tijdens de opnamen van dit album uit maarliefst tien leden bestaat. De groep is namelijk uitgebreid met tweede drummer Igor Polisset, fluitiste/zangeres Hélène Sonnet en een heus strijkerkwartet.
Op dit album creëert Taal een vreemde, doch welhaast briljante combinatie tussen rock en klassiek met enige invloeden uit de jazz. Door het veelvuldig gebruik van zware gitaarriffs gaat de muziek in het eerste geval wel eens richting metal. In feite is dit collectief een samensmelting tussen een rockband en een strijkerkwartet, aangevuld met een fluitiste. Dit resulteert meer dan eens in zeer veeleisende composities, waarin beide gezichten van dit merkwaardig gezelschap continu om de aandacht van de luisteraar vragen.
Wanneer de band in de gebruikelijke rockopstelling speelt, refereert de muziek op “Skymind” naar bands als King Crimson, Gentle Giant of Pink Floyd. Op momenten dat het strijkerkwartet letterlijk de boventoon voert, verwijst de muziek op dit album naar kamerorkestmuziek, Oost-Europese folklore en zelfs zigeunermuziek. Deze merkwaardige samenvoeging of, liever, integratie tussen rock en klassiek ken ik alleen van een band als Isildurs Bane.
Daarnaast doet de band me af en toe denken aan Soft Machine (saxofoon) en After Crying (fluit). Naast deze referenties blijft Taal natuurlijk wel een typische Franse band met die voor bands uit dat land zonderlinge arrangementen en dito kwinkslagen. Hierin klinken vooral groepen als Minimum Vital of Ange door. Gelukkig zingt Taal in het Engels (doch niet geheel vrij van accent), want niet iedereen heeft de Franse taal onder de knie.
In deze zes, vaak complexe, composities op het album spreidt het tiental een bijzonder brede thematische diversiteit ten toon. Paradoxaal genoeg is dat echter zowel de kracht als de zwakte van “Skymind”. Wanneer alles klopt, en dat doet het gelukkig vaak, klinkt Taal als King Crimson in de bezetting van de dubbele trios, die een klassiek stuk ten gehore brengen. Wanneer de arrangementen echter te overtrokken klinken, worden de nummers soms ietwat te fragmentarisch. Dan klinkt de Franse band als een stel jeugdige padvinders zonder enige richtingsgevoel.
Dit tegen avant-garde aanleunende progressieve rockcollectief maakt zeer opwindende muziek. Vooral de veeleisende en avontuurlijke luisteraar moet zich door deze muziek aangetrokken voelen. Het album “Skymind” is een vreemde, doch smaakvolle smeltkroes van allerlei uiteenlopende genres en invloeden (zelfs dance!). Hierdoor klinkt de band buitengewoon origineel en vernieuwend. Dat op zich is natuurlijk absoluut geen garantie voor goede muziek, maar ook daar laat Taal (…) gelukkig geen twijfel over bestaan.
Voor de liefhebbers van gedurfde en gecompliceerde muziek is “Skymind” van Taal een verplichte, maar tevens veilige aankoop. Dit is namelijk zonder enige twijfel één van de meest bijzondere en energieke albums van het jaar 2003.
Frans Schmidt