Evenals het in 1978 verschenen “Cyclone” en “Madcap’s Flaming Duty” (2007) is het oorspronkelijk in 1987 uitgebrachte “Tyger” een Tangerine Dream-album met vocalen. Om die reden lopen de meningen over dit werk sterk uiteen…
Het komt ook halverwege de jaren tachtig als een verrassing dat Edgar Froese, Chris Franke en Paul Haslinger hiervoor kiezen. De heren behalen veel artistiek en relatief commercieel succes met hun albums die ze sinds 1984 op het Jive Electro label uitbrengen. Met “Tyger” dansen zij op een dun koord, maar weten zij na een uitgebreide tournee in 1986 en tussen al veelal matige soundtrackwerk een imposant album af te leveren.
De inhoud van de vier stukken op het oorspronkelijke album is gebaseerd op het werk van de Engelse schrijver, dichter en schilder William Blake. Froese stelt dat zijn inhoud van literatuur – veelal handelend over religie, sex en dogma’s – in de late 18e en vroege 19e eeuw van baanbrekende kwaliteit is geweest. Het concept ligt vast en de muziek beeldt samen met de door Jocelyn Bernadette Smith het werk van Blake uit. Smith is van origine een jazz-zangeres en werkt zich al worstelend door de teksten heen. Gedichten als “Tyger”, “The Fly”, “Smile” en “London” worden verpakt in een herkenbare Tangerine Dream-vorm die in het verlengde ligt van de geroemde voorganger “Underwater Sunlight” (1986).
Met name de spanning in London is ongekend. Het symfonische karakter houdt een spanning en een duister karakter aan, dragend op de toetsen van Haslinger en het spaarzame percussiewerk van Franke, voordat in het laatste deel Froese flink van leer trekt op zijn Gibson-gitaar. Het hoogtepunt van de plaat, zeker omdat de kracht van de muziek in de jaren tachtig van de groep hier zo goed naar voren komt. Ook het instrumentale Alchemy Of The Heart is een juweel en is het logische vervolg op Song Of The Whale van “Underwater Sunlight”. Haslinger floreert op de vleugel, nadat een bijna barok-achtig intro en een complex tussenstuk al voor veel fraaie klanken hebben gezorgd. Smile is de hypnotiserende afsluiter, waarin de teksten – in tegenstelling tot het titelnummer en London – weinig toevoegen.
Toen dit album op 1992 voor het eerst opnieuw is uitgebracht, heeft Edgar’s zoon Jerome Froese – naast het licht bewerken van de originele tracks – de track Vigour toegevoegd. Ook deze vinden we terug op deze Esoteric uitgave, evenals een overbodige singleversie van het titelnummer. Het boekje biedt een goed leesbaar verhaal over het tot stand komen van de plaat en wat foto’s van de opnamesessies. Het geluid is erg goed en veel voller dan de voorgaande digitale edities.
Evenals bij de eerste cd-uitgave van “Tyger” in 1987 bevat deze nieuwe editie van Esoteric beide delen van 21st Century Common Man. Daarin blikt Tangerine Dream alvast vooruit op de volgende jaren, met de compacte synthpop van “Optical Race” en “Lily On The Beach”. Een koerswijziging die wederom voor veel discussie zou leiden. Beide tracks voelen aan als het afscheid van Chris Franke. Hij zou vlak het verschijnen van “Tyger” de groep na 16 jaar verlaten.
Met die wetenschap markeert dit album een soort afsluiting van een tijdperk, maar opent daarnaast te weinig nieuwe deuren. “Tyger” voelt (net als “Cyclone”) aan als een gewaagd experiment dat maar deels is geslaagd, maar wat na 25 jaar toch overeind is blijven staan. Al is het maar vanwege de zeldzame en ongrijpbare kracht van de elektronische muziek die de groep in die jaren maakt. Net als “Le Parc” en “Underwater Sunlight” klinkt “Tyger” als een typisch jaren tachtig album. Maar dan wel eentje in positieve zin.
Wouter Bessels