TCP staat voor Temperal Chaos Project en bij zo’n Gentle Giant-achtige naam verwacht je enige verscheidenheid in muzikale stijlen. Toch is TCP niets meer en minder dan zo’n typisch neoprog-bandje waar Amerika in grossiert deze eeuw: glad en toch spannend, voortreffelijk geproduceerd maar toch niet levenloos.
We kunnen dit haast wel een nieuwe substroming binnen de prog noemen: American Neo Prog. Als grondlegger nemen we dan uiteraard Iluvatar, Crucible en misschien het Nederlandse Sinister Street, maar je kan er rustig Salem Hill, Moth Vellum, Izz, Akacia, Ajalon, Man On Fire, het Australische Unitopia, de Zweedse bands Simon Says en Brighteye Brison en dus nu ook TCP aan toevoegen. Het voordeel van deze substroming is dat het verdraaid lekker klinkt allemaal, avontuurlijk is en de bands onderling genoeg verschillen om het interessant te houden. Het nadeel is dat het soms toch wat eenvormig wordt en op een één of andere manier toch erg Amerikaans, uit welk land het ook komt.
Op “Fantastic Dreamer” van TCP vallen al deze elementen op zijn plaats. Het is een lekker plaatje, bij uitzondering soms briljant, maar het ook geen meesterwerk. Het is een soort cd waar de meerderheid van zal zeggen: ‘Ja, leuk’, en een enkeling het zomaar maar ineens op 1 in zijn eindejaarslijstje zet.
Ten opzichte van “The Way”, het debuut van 2009, is er één belangrijk aspect aan TCP veranderd: het is allemaal beduidend steviger geworden. Dat maakt van “Fantastic Dreamer” bepaald geen gemakkelijke kost. Je moet er echt bij blijven, liefst met het tekstboekje in de hand. Helaas is de muziek dan weer niet sterk genoeg om de aandacht er volledig bij te houden. Vooral het titelnummer Fantastic Dreamer raast maar door zonder memorabele melodielijn, hoewel het dreunende baswerk dan wel weer van grote klasse is. Ook de kortste track van de cd, nota bene de opener Schizoid & Guntrip, bevat zoveel elementen dat ik blij ben als het is afgelopen.
Maar er is ook veel goed nieuws. De Kayak– en Supertramp-invloeden zijn evident in Devotee, maar het is een plaatje van een nummer, geschreven door toetsenist en zanger Henry Tarnecky. Zijn prettige stem ligt in het midden van Fish en Kayak’s Max Werner. Van zijn hand is ook Fading In The Rain, dat eveneens gezegend is met een prachtig refrein dat gemakkelijk is mee te zingen, iets wat de composities van de andere heren enigszins missen.
Releasing, dat even de tijd nodig heeft om tot ontwikkeling te komen, is echter ook prachtig, mede dankzij het spannende drumwerk en de zalige gitaarsolo’s, beide van Jack Wright, die trouwens ook het nummer schreef. Ik ken niet veel gitaristen die ook drummen. En waarom gasttoetsenist Glenn Arpino niet gewoon aan het trio als vast lid wordt toegevoegd, is mij een raadsel. Hij speelt op drie tracks mee, maar hij is ook de componist van het bijna 14 minuten durende slotstuk Vision, dat overigens een spannende track is dat zijn lengte meer dan verdient.
Ook al zal geen progfan een miskoop doen met “Fantastic Dreamer”, vind ik het toch een stap achteruit ten opzichte van het frisse debuut. “The Way” had een aanstekelijke frisheid die “Fantastic Dreamer” mist. Dat neemt niet weg dat we andermaal TCP in de gaten blijven houden, en persoonlijk hoop ik dat op het gebied van het songschrijven Henry Tarnecky de macht naar zich toetrekt.
Markwin Meeuws