Opgericht in 2008 door een drietal dat alleen van elkaars bestaan af wist via e-mail, leerde TCP, wat staat voor Temporal Chaos Project, al snel dat de chemie werkte, het uitbrengen van hun debuut “The Way” volgde al een jaar later. Dat drietal werd gevormd door zanger en toetsenist Henry Tarnecky, bassist en toetsenist Blake Tobias en gitarist en drummer (!) Jack Wright. Er moest naar verluidt zelfs een tv-ploeg aan te pas komen om de eerste ontmoeting van de bandleden in 2009 in Philadelphia vast te leggen.
Hoewel afkomstig uit vier verschillende Amerikaanse staten, zijn de bandleden nog steeds goede vrienden. Met het uitbrengen van “Fantastic Dreamer” in 2011 deed Glenn Arpino zijn intrede als nieuwe toetsenist, hij participeert op meer dan de helft van het album. Met de release van hun debuutalbum ontdekte de band al snel dat fans en critici van progressieve muziek meer dan ontvankelijk waren voor TCP’s stijl en geluid, evenals bij de release van het tweede album twee jaar later. Over de hele wereld, van (Oost-) Europa tot de Verenigde Staten en Zuid-Amerika, ontving de band goede recensies, niet in de laatste plaats uit Nederland. Vooral de combinatie van moderne progressieve rock met de grandeur van bands als Genesis en Gentle Giant lijkt het publiek en critici aan te spreken.
Na een langdurige afwezigheid van vijf jaar is TCP enthousiast terug met “Temporal Chaos”, een album vol met de onmiskenbare voorliefde van de band voor drama, vreemdsoortige melodieën, teksten met dubbele betekenis en een mix van oud en nieuw. Vanaf de opener, het hoekige maar vreemd verslavende Torn Apart, tot en met de afsluiter, het epische In The Flame, dit zou wel eens het beste werk tot nog toe van TCP kunnen zijn. Maar laat ik niet op de zaken vooruitlopen, eerst maar eens aandachtig luisteren.
Openingsnummer Torn Apart 1000 Sparks is een intrigerend nummer met King Crimson referenties, spannende hectische muziek met Fripp-achtige gitaar, bijna jammer dat het maar zo’n drie minuten duurt. Met Forest Of Lovelies is het tijd voor iets heel anders, een lieflijke intro gevolgd door dreigende tonen. ‘How long did I wait for the all important road.’ Dan verandert de stemming wederom en maakt plaats voor een Genesis-achtig stuk, melodisch van aard, mooie sologitaar ook. Halverwege slaat het nummer qua sfeer weer om met een van Alan Parsons bekend orgeltje afgewisseld met fraai gitaarwerk. Het nummer klokt op een kleine negen minuten en is daarmee een van de langere epische stukken. Dat laatste geldt zeker voor Impetus, qua lengte in elk geval. Prettig in het gehoorliggende mid tempo song, mede door de zang, Henry Tarnicky’s The Watch-achtige vocalen, met daarachter de vrouwelijke zangstem van Nicole Tarnecky (familie?). Het geheel wordt omlijst door Mellotron tonen en een solitaire piano. En laten we het melodische gitaarwerk vooral niet vergeten.
The Forces is enigszins donker van toon: ‘Can we talk about the forces before we start the wars?’ Geen makkelijke kost, zowel muzikaal als tekstueel. Alle teksten zijn trouwens van de hand van zanger Tarnicky. Veel tegendraads gitaarwerk hier, het nummer eindigt nogal abrupt. Chrysalis is het volgende nummer, het start als een slow tempo song, weer die Fripp achtige gitaar tonen. Floyd en Camel invloeden vechten om voorrang, jammer van de vrouwenstem hier, compleet overbodig naar mijn mening. Met twaalf minuten is Fantasize/Into The Blue het langste nummer op het album. Intrigerend en broeierig van aard, ‘you can hit the wall if you want to, or fantasize me’. Heavy stuff. Atmosferisch nummer in een laag, zwaar tempo wat zich niet zo makkelijk laat beschrijven, luister zelf maar. Third Eye Limited start met een Dogs of War (Pink Floyd) achtig begin, waarna aan Opeth refererende tonen het nummer voortzetten en in veilige haven brengen.
En dan zij we al weer bij het slotnummer beland. In The Flame kent een prachtig symfonisch begin. Dit ruim elf minuten durende epische nummer vervolgt met zang, piano met Steve Rothery achtige gitaar, Marillion– en, geloof het of niet, Kayak invloeden. Prima in het gehoor liggend, pakkende melodie, sterke instrumentatie, het beste nummer van de cd naar mijn bescheiden mening.
Zanger / tekstschrijver Henry Tarnecky heeft een aparte zang stem, het doet in de verte denken aan Nad Sylvan (Steve Hackett, Agents of Mercy), maar vooral Simone Rossetti (The Watch) en zelfs onze ‘eigen’ Max Werner (Kayak). Hopelijk heeft u als lezer nu een idee over de klank van de zang, of heb ik het nu alleen maar onnodig gecompliceerd gemaakt? Gitarist / drummer Jack Wright ziet kans om prachtige klanken aan zijn gitaar te ontlokken, veelal langere melodische tonen, in het verlengde van Andy Latimer (Camel) en Steve Rothery (Marillion). Wat een bijzondere combinatie trouwens, ik ken weinig gitaristen die ook drummen, terwijl omgekeerd nog veel zeldzamer is. Luister maar eens naar het laatste deel van Impetus, uitstekend drumwerk. De toetsen worden beroerd door multi-instrumentalist Blake Tobias die ook de basgitaar speelt, de al op eerdere albums aanwezige Glenn Arpino is nu ook officieel bandlid geworden, waarmee de band wat meer ruimte krijgt om zijn sonische landschappen op te bouwen.
Intrigerend, tegendraads, broeierig, onverwacht, dat zijn de kernwoorden, de band doet zijn naam eer aan. Soms lijken de composities hierdoor niet helemaal af. Maar het houd je zeker bezig en dat geldt ook voor de teksten. Een aanrader, ondanks / dankzij de vele referenties, een redelijk uniek werkje van de tijdelijke (?) chaoten.
Alex Driessen