Als je aan Australië denkt, komen beelden van open vlaktes en wilde (gevaarlijke) natuur naar boven. Een klein deel van het continent is immers maar bewoond; het is dan ook niet gek dat het lege landschap zijn weg vindt naar weidse melodieën en open klanken. Ook Teal maakt muziek waar de nummers gluren naar een horizon die immer voortbeweegt zonder dat andere levende zielen zich tonen.
Dit gevoel voor ruimte ervaren we al op de uptempo rocker die het album opent. Solitaires beweegt zich voort over de gele aarde middels gierende gitaren en enthousiaste melodieën. Het raggende ritme zorgt voor een rauw, zanderig sfeertje. Dit houdt de aandacht uitstekend vast. Ja, zo maak je direct een goede indruk en het is dan ook niet verwonderlijk dat dit aanstekelijke nummer de radio heeft bereikt. Het doet wat denken aan The Pineapple Thief en ver weg aan Muse. Het is voer voor meer. Dat treffen we ook hier aan. Zo heeft Voss een ietwat pompende melodie die opbouwt naar een explosie. De sputterende bas is de motor van deze compositie, waarna verontrustende tikken en gitaarvluchten doen vrezen dat deze geluidswagen in vlammen opgaat, een dreigend nummer al met al.
Het hoogtepunt is echter voor het eind bewaard. De zware drumslagen op Three Hours vestigen een episch sfeer die het startschot vormt voor donderende bassen en scheurende melodieën die de snelheidslimiet overschrijden. Gelukkig schakelen de langgerekte gitaartonen in het middenstuk tijdig terug. Ze vormen een kippenvelmoment. Ook de terugkeer naar het hoofdritme is smaakvol. Met composities als deze is er geen speld te krijgen tussen deze plaat.
Nou ja, wellicht kun je nog opmerken dat de muziek wel ietwat gelijksoortig klinkt, al is dit bij een ep geen probleem. Het vormt immers met name een stijloefening. Op een langer werk gaat dit wellicht tegenstaan. Met wat meer zijstappen zie ik echter niet waarom deze Australiërs niet de wereld hadden kunnen veroveren. Dat zal er echter niet meer van komen daar de band in 2015 is gestopt.
Spijtig, want deze muziek is best verslavend. De heren weten veel vuur mee te geven aan hun arrangementen en dit jeugdige enthousiasme is aanstekelijk. Hoewel de stijl nog enige variatie behoeft, is het resultaat overtuigend. Een prima ep.