Op één been kun je niet staan. Na het maken van één meesterwerk (toegegeven dat minstens 99,9% van de artiesten dat al niet haalt) was het dus tijd voor iets nieuws. En dat iets nieuws werd “A Rainbow In Curved Air”, evenals “In C” onlangs bij Esoteric Recordings opnieuw uitgebracht.
Oké, even recapituleren. “In C” was een pionierswerk in de minimalistische muziek, door een orkest in betrekkelijk vrije vorm te spelen. De regenboogplaat is in zijn geheel door Riley zelf ingespeeld op een veelheid aan elektrische instrumenten: een elektrisch orgel, een elektrische klavecimbel (‘harpsichord’ in het Engels) en ter verhoging van de feestvreugde nog een zogenaamd ‘rocksichord’, een elektrisch keyboard dat het geluid van een klavecimbel beoogt te benaderen. De percussiesectie (in ironie van een ritmesectie spreken, zou de waarheid toch wat al te veel geweld aandoen) komt eveneens voor rekening van Riley zelf en bestaat uit een tamboerijn en een darbuka (een slaginstrument van grofweg de Balkan en verder zuidoostelijk) en ten slotte speelt hij ook sopraansaxofoon.
Het titelnummer, dat van de oorspronkelijke elpee de eerste kant vult, heeft wederom een ietwat repeterend karakter, maar eigenlijk zijn de overeenkomsten met “In C” daarmee eigenlijk wel benoemd. En dat repeterende is eigenlijk nog zeer betrekkelijk; een veelheid aan matig melodieuze gefröbel maakt het tot een dynamisch stuk, met een duidelijk sneller invoelbare entertainmentwaarde dan ‘dat andere stuk’. Het stuk is op zichzelf staand interessant genoeg, maar daarnaast is het leuk om wat later werk van bijvoorbeeld Kraftwerk, Brian Eno en met een beetje goede wil ook Mike Oldfield op zijn plek te zien vallen. Ook degene die zich afvraagt waar de titel van het legendarische openingsnummer van The Who’s “Who’s Next” vandaan komt en die altijd al door de intro gefascineerd was, kan bij het horen hiervan één en één optellen.
De B-kant, Poppy Nogood and the Phantom Band, vormt bijna een dag-nachtcontrast met de A-kant. In den beginne zijn er slechts lome, jazzy klanken over de orgelgrondtoon. Het doet onheilspellend aan… Later gaat het tempo alsnog omhoog, maar de muziek wordt er niet minder beklemmend op. Had ik al gezegd dat het stuk een tikkeltje repeterend is? Als het laatste orgelgezoem uitdooft, zit je nog glazig voor je uit te kijken.
Met twee zulke verschillende stukken is “A Rainbow In Curved Air” minder een als geheel voor zich sprekende plaat dan “In C” dat is. Anderzijds vormt het voor de Progwereld-doelgroep (en meer specifiek voor de liefhebbers van de diverse elektronische progvarianten) waarschijnlijk een herkenbaardere en makkelijker instapbare ervaring.
Terry Riley zou nog decennia lang nieuwe composities maken en vooral ook eindeloos nieuwe uitvoeringen van zijn klassieke werken uitbrengen. “In C” en “A Rainbow In Curved Air” zijn de benen waarop zijn legende rust. Méésterlijke benen.
Casper Middelkamp