Aan gouden bergen geen gebrek. Met een kersvers nieuw contract van Arista Records en de millionseller “The Turn Of A Friendly Card” op zak beginnen Alan Parsons en Eric Woolfson te werken aan hun zesde album. Grotendeels met dezelfde groep musici als op hun vorige plaat, maar met twee nieuwe namen als troef achter de hand: Mel Collins en Colin Blunstone. Beiden kleuren “Eye In The Sky” op hun eigen manier in en zorgen er mede voor dat deze plaat uiteindelijk zal uitgroeien tot het meest bekende APP-album, maar ook één van meest evenwichtige die het project tussen 1976 en 1987 zou opleveren.
Ten tijde van “Eye In The Sky” streven Woolfson en Parsons in feite allebei perfectie na, respectievelijk het maximale halen qua arrangement en uitvoering per liedje en om die liedjes als geheel geluidstechnisch zo optimaal mogelijk uit de verf te laten komen. Immers, beiden weten onderhand dat hun formule werkt en in 1982 is het zaak dat succes vast te houden. Ook het impactvolle concept van de plaat leent zich daar ook perfect voor. Als logisch vervolg op de gokwereld van “The Turn Of A Friendly Card” met de camera’s in de casino’s draait het nu om het ‘Big Brother is watching you’-principe. Overal waar je bent houdt iemand je in de gaten. Wat voor impact en invloed heeft die surveillance op iemands’ leven? En in hoeverre blijf je je daar bewust van en in geloven? Hoe tijdloos dat thema inmiddels is gebleken, weten we allemaal.
Toch levert het album in vergelijking met zijn voorganger weinig echte nieuwe inzichten op. Sterker nog, er wordt zelfs getapt uit bestaande vaatjes: de basis van Children Of The Moon ontstond al drie jaar eerder bij het maken van “The Sicillian Defence” (luister maar eens naar Kt-QB3) en Step By Step is een overblijfsel van de Eve-sessies. Het zijn ook de minst opzienbarende stukken die de luisteraar in drie kwartier krijgt voorgeschoteld. Zowel Paton als Zakatek missen wat overtuiging in hun uitvoering en, eerlijk is eerlijk, we hebben het allemaal al eens gehoord.
Nee, de parels van “Eye In The Sky” zitten elders in het album verscholen. Zoals in de overweldigende opening, die opvallend overeenkomt met die van “Pyramid”: een korte instrumental die overloopt in een hitgevoelig liedje, waarin een aantal trukendozen opengaan en die gelijk de toon voor de rest van het album zet. Heel basketbalminnend Amerika kent inmiddels Sirius als de soundtrack waarop de Chicago Bulls de arena betreden en het titelnummer behoort tot de mooiste die Woolfson ooit inzong: terecht een geheide wereldhit. Ook Silence And I reikt tot grote hoogten, waarin Parsons samen met Andrew Powell zich op het ‘John Miles-Music’ vlak begeeft. Psychobabble en Mammagamma zijn typische kinderen van hun tijd, met geluiden uit de Fairlight en glad gestreken gitaren. Ze vormen de opmaat naar Old And Wise: de kers op de taart. Hoe zoet en hoe sentimenteel het stuk ook mag zijn, de combinatie van het gedragen fanfare-achtige arrangement (blazers!) met de geïnspireerde zang van Blunstone en de coda met Mel Collins pakt formidabel uit. Dat Colin Blunstone sindsdien dit stuk tijdens soloconcerten graag zingt, zegt genoeg. Hij heeft zich Old And Wise volledig eigen gemaakt.
Als album is “Eye In The Sky” het onbetwiste commerciële hoogtepunt van The Alan Parsons Project. Nooit meer zouden Parsons als Woolfson – zowel samen als individueel – zoveel meer exemplaren per plaat verkopen. Artistiek gezien heeft dit album alles in zich en vormt het de blauwdruk van wat The Alan Parsons Project in de daaropvolgende jaren op poten zal zetten. Tegelijkertijd is het ook de eerste digitaal gemixte APP-plaat, die overigens in de analoog gemasterde versie in 2017 op een puike dubbel-lp versie (45 toeren!) verschijnt, als onderdeel van een 35th anniversary box. Alan Parsons wint er samen met zijn twee technici een Grammy Award voor. De terechte, ietwat verlate onderscheiding voor een belangrijke plaat uit de eerste helft van de jaren tachtig.