Oké, een tribute band voor Genesis kan iedereen zich voorstellen, die zijn er ook in ruime mate. Hetzelfde geldt voor Peter Gabriel en in mindere mate Phil Collins. Maar een tribute band voor de man die, hoewel medeoprichter, slechts één album onderdeel van Genesis uitmaakte, dat is toch op zijn minst bijzonder te noemen. Of obscuur. Toch heeft een dergelijk project zojuist het levenslicht gezien.
Ik heb het natuurlijk over Anthony Phillips. De jongste oprichter van Genesis is zojuist zeventig geworden. Ook al verliet hij de band meer dan vijftig jaar geleden, hij zal altijd verbonden blijven met de Britse legende. Maar Phillips is altijd zijn eigen muziek blijven produceren en daarin heeft hij blijk gegeven van een hoge mate van veelzijdigheid. Veel demo’s en schetsen die ‘Ant’ in de loop der jaren maakte, bleven onvoltooid en sommige kwamen als bonusnummer terecht op heruitgaven. En hier komt dat al genoemde project om de hoek kijken. De oorsprong ervan ligt in het Anthony Phillips Event 2014, destijds georganiseerd door de Duitse Genesis Fanclub.
Ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag hebben enkele muzikanten die tijdens het evenement Ant’s muziek live uitvoerden, samen met andere muzikanten, een album opgenomen. The Ant Band, zoals ze zichzelf noemen, heeft vooral onvoltooide of ongepubliceerde nummers (demo’s, sketches, etc.) bij de horens gevat en opgenomen als bandversies. “A Light On The Hill” is de naam van dit curieuze album. Het bevat in totaal veertien nummers met als bijzonderheid dat zelfs Steve Hackett een solo bijdroeg op één nummer.
Geen zorgen, ik zal jullie niet door alle tracks heen leiden, maar een enkeling verdient het om nader te worden toegelicht. Dat begint bij F Sharp, het nummer waaraan Phillips’ opvolger binnen Genesis, Steve Hackett, zijn medewerking heeft verleend. Dat doet hij in de vorm van een korte maar scherpe en karakteristieke elektrische solo aan het einde van het nummer, dat ooit als basis diende voor The Musical Box. God if I Saw Her Now is zo’n prachtige muzikale miniatuur waar Phillips patent op heeft, ditmaal wordt de zangstem verzorgd door de Duitse zangeres Nina Morgenstern. Dat doet ze niet onverdienstelijk, ze krijgt nog wat hulp van broers Robin (zang) en Tom (gitaar, toetsen). Die laatste, een muzikale duizendpoot, is de drijvende kracht achter het project. De opbrengst van de verkoop van het album gaat naar de Corona Künsterhilfe, een Duitse liefdadigheidsinstelling die artiesten steunt tijdens de COVID-crisis. Sympathiek gebaar.
Er zijn nog een paar nummers die de moeite waard zijn: Salmon Leap, ooit onderdeel van Scottish Suite (“Private Parts & Pieces II” uit 1980), is een meesterwerkje dat waarschijnlijk het dichtst bij de muziek van de latere Genesis ligt. Er bevinden zich enekele akoestische juweeltjes op “A Light On The Hill”: Study No.1 in E Maj en het ultrakorte Postlude: End Of The Season. Sanctuary is een aangenaam vocaal nummer van “Private Parts & Pieces VIII”. Dat eerste geldt ook voor Sistine, Stranger, Lucy: An Illusion en Master Of Time. Ook het afsluitende instrumentale, bijna pastorale Slow Dance mag er zijn.
Het zijn vooral prettig in het gehoor liggende vocale poppy nummers met een melodieus deuntje, beetje in het verlengde van de muziek van Crowded House, zeker geen slechte vergelijking. De geluidskwaliteit is goed, zeker voor een in eigen beheer opgenomen album. Lekkere luisterliedjes met veel melodie en akoestische gitaren, een ode aan de meester, met veel liefde en respect gemaakt.
Verder blijft het toch een sympathiek maar vooral obscuur album dat niet al te veel stof zal doen opwaaien. Dan luister ik persoonlijk toch liever naar het origineel. Het hoesontwerp valt al helemaal in de categorie ‘creatief met kurk’, een parodie op de hoes van “The Geese And The Ghost” waarop Phillips staat afgebeeld als gitaar spelende tuinkabouter….