Als er nou één band is die je voortdurend op het verkeerde been zet, dan is het wel The Aristrocrats. Het creatieve supertrio geeft al jaren een excentrieke eigen draai aan het fenomeen fusion of jazzrock, zo je wilt. Waarbij geen enkel nummer verloopt zoals je het had verwacht. Als je al een verwachting durfde te hebben. Keer op keer neemt het nummer een compleet andere wending, dat geldt eigenlijk voor alle nummers van de heren. Als ‘eclectisch’ en ‘excentriek’ verboden woorden waren in een recensie van dit trio zou het een schier onmogelijke taak worden voor een recensent om de muziek te beschrijven.
Het zojuist uitgebracht album “Duck”, het vijfde studioalbum van de band en het eerste in vijf jaar, is in dat opzicht geen uitzondering. Negen nieuwe nummers die in totaal een vol uur beslaan. Lange nummers ook, de meeste tracks hebben een mooie zeven minuten als speelduur. Tijd genoeg voor de drie heren om hun creativiteit ten volle aan te spreken, de composities zijn eerlijk verdeeld: een ieder krijgt de credits voor een drietal nummers.
Het begint al met opener Hey, Where’s MY Drink Package? Een bizarre titel voor een vreemde maar aanstekelijke shredder/shuffle-mix met aan Jeff Beck verwant gitaarspel, een melodieuze baspartij en uitstekende drums van componist Minnemann. Aristoclub is op het eerste gehoor een rechttoe rechtaan uptempo rock song met een gedenkwaardige riff, die in de verte doet denken aan het gitaarwerk van Joe Satriani, maar dan met een vreemdsoortige twist.
Ook hier weer aan Satriani en Vai verwante klanken, in Sgt. Rockhopper, maar tegelijk nét even anders. Het zou Guthrie Govan niet zijn om simpelweg het werk van anderen te volgen, laat staan kopiëren; dat zit gewoon niet in zijn aard. Sittin’ With A Duck On A Bay is een prachtige humoristische verbastering van Otis Reddings legendarische nummer. Even gas terug in dit nummer met zijn groovy jazzy feel, dat start in de trend van Lee Ritenour, ik meen zelfs een fragment van de beroemde Amerikaanse gitarist te herkennen, met druk gebruik van het wah-wah pedaal en slimme basloopjes, rock meets smooth jazz, zoiets.
De intro van dit nummer, Here Come The Builders … Grieg’s Morgenstimmung midden in een drukke bouwplaats, is de meest accurate beschrijving. Swingende jazzy tonen, aan de bovenkant Guthrie’s gevarieerde spel en aan de onderkant de melodieuze loopjes van Bryan, Marco timmert het allemaal bij elkaar in jazzy stijl, lekker hoor.
Bryan Bellers basgitaar is uiterst prominent aanwezig op dit album, vooral als solo-instrument, met vele inventieve basloopjes en uiterst melodieus spel, naast pulserend en pompend. Over Guthrie Govans capaciteiten is al genoeg gezegd, deze hogepriester van de zes snaren is inmiddels een levende legende en beheerst zijn instrument volkomen. Virtuoos tot de derde macht. Aan drummer Marco Minnemann de niet geringe taak om alles bij elkaar te houden en daarnaast nog zijn eigen ding te doen. Dat lukt de talentvolle Duitser prima. Er zijn momenten waarop alle drie de musici tegelijk soleren, maar toch klinkt het hecht en coherent, voorwaar geen sinecure.
Muddle Through wil zoiets zeggen als ‘doorakkeren’, maar dat dekt niet volledig de lading: heerlijke blues met tegendraads ritme, een soort van rustpuntje te midden van al dat drukke geweld. Vanzelfsprekend in Aristocrats-stijl. King Crimson is de eerste associatie die ik heb bij het intro van Slideshow, repetitieve motiefjes à la Fripps Frippertronics. Maar het verandert al snel in een dromerig jazzy nummer met veel ruimte tussen de noten en tempo- en sfeerwisselingen, waarna de terugkerende motiefjes voor de afsluiting zorgen.
Weer zo’n grappige titel, And Then There Were Just Us / Duck’s End, met verwijzing naar Genesis-titels, de heren kennen hun klassiekers. Het langste nummer duurt ruim negen minuten en heeft echt totaal niets weg van Genesis, in de verste verte niet. Daarentegen hoor ik invloeden van Alan Holdsworth, maar ook West Coast fusion in het zeer gevarieerde spel van Govan. Het afsluitende nummer heet This Is Not Scrotum. Tja, als je alle maffe titels al gehad hebt, wat kun je dan nog verzinnen? De viool van Rusanda Panfili speelt een dominante rol in dit oosters aandoende nummer met Noord-Afrikaanse ritmes en zigeunerorkestklanken, kunt u het nu nog volgen?
Maar hoe zit het nou met die mysterieuze Duck? Welnu, het lijkt erop dat hij zijn geboorteland Antarctica is ontvlucht en naar New York City is gegaan, om onbekende redenen achtervolgd door een pinguïnpolitieagent. Drummer Marco Minnemann kwam met een nummer over een eend en de heren besloten in alle wijsheid/waanzin dat alle verhalen in de nummers over een eend zouden gaan. Een conceptalbum was geboren.
Ik ben volledig uitgeteld na dit uur eclectische muziek van dit drietal heren van stand. Even bijkomen en de stilte inhaleren is de enige remedie. Uitstekend album van het talentvolle trio, dit is misschien wel hun beste werk tot dusverre. Ik ben inmiddels hersteld, het gaat alweer kriebelen, nog één luisterbeurt?