Stoer kijkt de zanger van de hippe nieuwe Zweedse band The Bad Jealousy je aan vanaf het hoesje. Het is een foto van het soort waarvan je weet dat hij over vijftien jaar hopeloos gedateerd zal zijn, en je met lichte schaamte eraan terugdenkt. Het kan zijn dat dit debuut zal uitgroeien tot een heuse klassieker, de eerste plaat van een band die miljoenen fans in stadiums overal ter wereld trekt. Het kan ook zijn dat het een cd betreft die je enkele keren draait, leuk vindt, maar dan zelden uit je kast haalt. Alles zal afhangen van het uitbreiden van het imago dat de groep blijkbaar nastreeft.
The Bad Jealousy maakt heerlijk in het gehoor liggende rock a la Di-Rect en Snow Patrol, vol met prachtige riffs en zalige refreinen. De site geeft niet veel informatie, maar het zou me niets verbazen als ze de winnaars waren van het Zweedse Idols, als daar ook bands mogen meedoen. Of ze hebben De Grote Prijs van Stockholm het afgelopen jaar gewonnen. Aan de andere kant denk ik van niet, want hun Facebook telt nauwelijks 200 vrienden.
Hoe het ook zij, het debuut “The Bad Jealousy” klinkt in elk geval erg goed. Met prog heeft het natuurlijk helemaal niets te maken, zoveel zal duidelijk zijn. Toch zal de popliefhebber wel met deze plaat uit de voeten kunnen. Hoewel de band zich presenteert als het snoepje van de week, hebben ze wel degelijk kwaliteiten. Om te beginnen weten ze niet alleen hoe ze een snedige popsong moeten componeren, ze weten tevens hoe ze die zo smakelijk mogelijk moeten arrangeren. Zelfs een uiterst zoete ballad als My Love klinkt als een Zwitserse, nou ja Zweedse klok.
Een goed voorbeeld dat je van The Bad Jealousy kan verwachten is Genius, min of meer de openingstrack, dat tevens als single is uitgebracht en is voorzien van een coole videoclip die je op hun site kunt vinden.
Wat ook een compliment verdient is de productie. Gelukkig is de platenmaatschappij van dien aard dat er niet zes mixers worden ingehuurd die je oren verpesten met compressie en studio-technieken die volgende week al achterhaald zijn. De plaat klinkt soepel, en ondanks de maar liefst vier gitaristen (twee van de band zelf, maar ook twee gastmuzikanten) klinkt het debuut transparant, helder en toch ook warm.
Solo’s en tempowisselingen zal je echter niet vinden bij The Bad Jealousy. Daarom is het des te verrassender te merken dat de afsluitende track Changing Keys een prachtige toetsenpartij kent die de cd mooi beëindigt. Toch, wie zit op deze band te wachten? Ik weet het niet. Ik vermoed dat de voetnoten van popgeschiedenis er hoogstwaarschijnlijk weer een item bijhebben. Of niet. Wie zal het zeggen?
Markwin Meeuws