Bearded's Project , The

Hope / Omid

Info
Uitgekomen in: 2007
Label: eigen beheer
Website: www.thebeardedsproject.de
MySpace: www.myspace.com/thebeardedsproject
Tracklist
Cd 1:
Hope (Part I - VII) (37:57)
Carry On / The Doorway / There Was A Time [Acoustic Medley] - Spock's Beard (6:45)
Walking The Thin Line - Coast To Coast (5:20)
At The Hand Of An Angel - Kay Heyrock (8:03)
Frontier Planet - The Futile (3:43)
It Won't Last Forever - Projection (11:10)
The Best Small Country [On The Globe] - Speaker's Corner (5:14)
Cd 2:
The End Of Childhood - Glistening Dawn (15:22)
The Way - Neal Morse (4:30)
Talk To Me - The It In You (8:06)
Trocadero - Kaldera (3:30)
The Soldier - Roland Enders (11:02)
I Could Die - Hope (3:48)
The Tales Of A Scottish Poet - Asgaart (7:08)
Shattered - Disclosed Element (4:53)
Crovenia - The Healing Road (19:39)
Artiesten:
Spock's Beard
Coast To Coast
Kay Heyrock
The Futile
Projection
Speaker's Corner
Glistening Dawn
Neal Morse
The It In You
Kaldera
Roland Enders
Hope
Asgaart
Disclosed Element
The Healing Road
Hope / Omid (2007)

 The Bearded, de Duitse Spock’s Beard Community telt meer dan 300 leden waar onder (hoe kan het ook anders) een stel hobbyende muzikanten. Als deze besluiten de krachten te bundelen om iets met muziek te gaan doen, resulteert dat in het hier te bespreken dubbelalbum “Hope / Omid”. In eerste instantie klinkt dat niet echt hoopvol, maar geloof me: deze tjokvolle schijfjes bevatten verbluffend professionele nummers. Naast een bijna 38 minuten durende epic van de samenwerkende Bearded-leden is er een dertiental nummers te horen van hun eigenlijke bands / projecten en tevens hebben zowel Spock’s Beard als Neal Morse ook een nummertje bijgedragen. Alle inkomsten van het album gaan naar een Duitse hulporganisatie welke ondermeer zogeheten vredesscholen opzet ten behoeve van Afghaanse kinderen. Dit genereuze gebaar heeft een soort eenheidsgevoel over de muziek gelegd dat buitengewoon welkom is. Stijlsgewijs wappert  “Hope / Omid” namelijk allerlei kanten op. Er is hier een nogal groot scala substijlen van de progressieve rock dat de revue passeert, hardrock, neo, singer-songwriter, retro, jazz, AOR, space, pop, psychedelica, folk en zelfs blues. Deze ratjetoe aan stijlen bevat dus voor elk wat wils. Het gevaar echter bestaat dat het album juist daardoor voor niemand geschikt zou zijn, maar dat is hier toch echt niet het geval.

Op de burelen van de initiatiefnemers moeten ze blij zijn geweest dat Spock’s Beard en Neal Morse een exclusief nummer wilden bijdragen aan de plaat, want hierdoor wordt “Hope / Omid” in elk geval richting progpubliek geduwd. Het leuke is dat de amateurbands deze gerenommeerde namen bijna helemaal naar huis spelen met hun passie. Spock’s Beard komt met een akoestische medley van bekende nummers, te weten Carry On, The Doorway en There Was A Time, terwijl Neal Morse met het wat zeurderige The Way een weliswaar nooit eerder gebracht nummer heeft aangeleverd. Beide bijdragen hebben echter het allooi van een tweederangs bonustrack waar je niet op zit te wachten. Daarnaast zijn beide knap lullig op het album gepositioneerd. Ze staan toevalligerwijs allebei op plaats twee van elk schijfje en worden daar weggeblazen door de respectievelijke openingsnummers aldaar.

Op cd 1 is dat het bijna 38 minuten durende titelnummer waar de leden van het project via internet  hebben samengewerkt en op cd 2 betreft het een fantastisch ” Spock’s Beard oude stijl” achtig nummer van de formatie Glistening Dawn. De epische titeltrack dient zich aan als een suite in zeven delen. Er is uiteraard sprake van knip en plakwerk maar dan wel van de kunstige soort. Er zit veel piano en ander toetsenwerk in de overgangsmomenten welke voor het merendeel geschreven zijn door de multigetalenteerde Thommy Frank. Onthoud die naam… Zijn warme productie heeft de nodige coherentie in dit enorm caleidoscopische nummer aangebracht. Ook de regelmatig in de suite terugkerende rockstem van Andreas Sailer zorgt voor wat eenheid. Sailer heeft een bijzondere stem. Hij klinkt gekweld, hij klinkt theatraal en samen met de Solar Project-achtige muziek klinkt dat zeer vermakelijk vooral als de muziek richting Ayreon trekt.

De verschillende delen hebben zo hun climaxen waardoor het nummer feitelijk een paar keer vroeger lijkt te zijn afgelopen dan bedoeld. Het tekent de gretigheid van een ieder en niemand zal bij het aanhoren van de Pink Floyd-achtige gitaarsolo de neiging hebben negatief te zijn over het feit dat de gitarist zich mee laat slepen naar epigonische hoogten. Dit project moet het  dan ook puur van zijn charme hebben. Wat dat betreft maakt de symfostorm die eerder genoemde Glistening Dawn op het album laat waaien een onuitwisbare indruk. Opmerkelijk is dat zij de enige band zijn die daadwerkelijk op Spock’s Beard lijkt. Het is er vanaf de hoornklanken in de intro genieten van wulps orgelspel, akoestische gitaar, machtige Mellotron klanken, Gentle Giant-achtige samenzang en een lekkere westcoastsound. Het is onbegrijpelijk dat een band als deze nog vrij in het wild rondloopt.

Een album als dit heeft iets verrassends over zich of juist helemaal niet. Een ware ontdekking is Thommy Frank. Naast zijn productionele en compositorische verrichtingen in het titelnummer, waar hij trouwens ook gitaar en toetsen speelt, heeft hij ook met zijn solo-project Projection een uitstekend nummer aangeleverd. It Won’t Last Forever is een zeer aangenaam stuk dat te omschrijven valt als een folky getinte kruising tussen Porcupine Tree en Apogee met in de gitaarsolo een vette knipoog naar een IQ. De melodie en het thema zijn erg sterk en daardoor weet het nummer de volle  tien minuten te boeien. Een andere schat die dit album herbergt is The Tales Of A Scottish Poet van Asgaart. Normaal speelt de band hoofdzakelijk  covers maar ze hebben ook enkele eigen nummers op hun kerfstok waaronder dus dit nummer. Het is echter niet zo dat het alleen de bandnaam is die associaties oproept met het Italiaanse Asgard, het zijn de wollige synths en de scherpe gitaarriffs die nogal aan hun bijna-naamgenoten doen denken. Asgaart onderscheidt zich met een zangeres, Esther genaamd. Ze heeft een open stem die doet denken aan die van Margriet Boomsma van Flamborough Head.

Het album bevat ook een aantal tracks die op z’n minst aardig zijn te noemen zoals het luchtige Walking The Thin Line van Coast To Coast, of de instrumentale jazz van de band met de leuke naam The It in You. Deze vreemde eenden in de bijt vergen een flexibele smaak, maar omdat ze moeiteloos door de kwaliteitscontrole zijn gekomen claimen ze het bestaansrecht dat inherent is aan een verzamelaar als deze. Crovenia van de band The Healing Road sluit de plaat op intrigerende wijze af. Gedurende 19 minuten switcht de band tussen Iona, metal, piano, gierende gitaar, gedragen orgelklanken met akoestische gitaar en stemmen tot slot. The Healing Road is echt zo’n band waar je veel en veel meer van wilt horen.

Al met al is deze dubbelaar zijn geld dubbel en dwars waard, temeer omdat het album voor de prijs van een enkel cd over de toonbank gaat. Velen zullen minstens een uur muziek van hun gading aantreffen maar met het goede doel voor ogen is zelfs het lege doosje de aanschaf al waard.

Dick van der Heijde

Send this to a friend