Devil’s Staircase, The

The Devil’s Staircase

Info
Uitgekomen in: 2020
Land van herkomst: Zweden, Verenigde Staten, Mexico
Label: Eigen beheer
Website: https://thedevilsstaircase.bandcamp.com/album/the-devils-staircase
Tracklist
Gravitation (11:11)
Rule 34 (4:04)
Room 101(4:04)
Morse (11:15)
Cantor’s Dust (10:12)
Aaron Geller- gitaar
Ramses Luna: saxofoon, blaassynthesizer
Tom MCaskey: gitaar
Luis Nasser: basgitaar
Mattiass Olsson: drums, percussie, toetsen
Edgar Arrellín Rosas: sound design
The Devil’s Staircase (2020)

Grofweg zie ik twee manieren om afwijkende ritmes vorm te geven. Je kan een extravagante, Stravinsky’achtige stijl hanteren, hetgeen resulteert in een zwierig geluid en je kan melodieën nauw op elkaar laten inhaken. Dit mondt uit in een welhaast wiskundige speelstijl. The Devil’s Staircase lijkt de laatste optie als uitgangspunt te nemen.

De titel van zowel het album als de band lijkt bovendien te indiceren dat dit een doelbewuste keuze is. De naam refereert vermoedelijk aan de Cantor-functie: een wiskundige theorie, waarin kleine veranderingen weer tot kleine veranderingen leiden. Eenzelfde hechtheid vertaalt zich hier in minutieuze melodieën die neurotisch richting het oneindige klimmen. De muziek van King Crimson uit de jaren ‘80 heeft eenzelfde opzet, maar door de langgerekte spanningsbogen kent de muziek hier meer ademruimte en bovendien zijn de arrangementen jazzy en uitbundig van karakter, enigszins als de jaren ‘70 muziek van de voornoemde band. Verbazingwekkend voelt dit album door deze opvallende kruisbestuiving toegankelijk aan. Het gevaar wordt meermaals opgezocht, maar leidt steeds tot een inzichtelijke opbouw.

Zo openen ijle, ijzingwekkende toetsen Morse op opzienbarende wijze. Het jazzy drumritme vormt vervolgens een ondergrond voor warme gitaarkrachten die het spanningsveld voortbewegen. Het weer wordt onstuimiger, het arrangement dreigender. Een toets- en gitaargevecht breekt de lucht prettig open, waarna zwoele geluidenstormen voor resolutie zorgen. Ook Gravitation kent een toffe opbouw. Het langgerekte spacy begin wordt opgevolgd door akoestische tonen. Na drieënhalve minuut overdondert de scheurende jazzfusion ons. Via swingende, gelukzalige tonen monden we aan bij marsachtig drumwerk. Dit gedeelte doet denken aan King Crimson’s The Devil’s Triangle. De climax is echter lente-achtiger van toon, hetgeen deze opener smaakvol afsluit.

Tussen dit soort exploraties treffen we twee kleinere composities aan. Room 101 opent met een filmquote uit 1984, waarna een bluesy ritme voor voorwaartse drive zorgt. Weidse toetsen ondervangen de melodie. Een jazzy uitbarsting zorgt vervolgens voor een paranoïde sfeer, maar de expressieve gitaarsolo eindigt het nummer extatisch. Rule 34 klinkt aanvankelijk fruitig, maar transformeert al snel tot een muzikale wervelwind die roekeloos het ongewisse opzoekt. Een nauwe interactie tussen de drums en bassen forceert een claustrofobische geluid met welhaast John McLaughlin’esque klanken. Dit zijn indringende nummers met slagkracht!

De band weet dus zeer zeker uitstekende composities in elkaar te steken. Het enige minpunt is dat het album in zijn geheel ietwat vermoeit. De twee korte nummers zijn weliswaar uitstekende miniatuurtjes, maar de hectische tonen geven de luisteraar weinig rust. Een duidelijke adempauze had de plaat meer dynamiek gegeven. Verder mis ik soms emotie. Dat kan echter voor menig toehoorder anders zijn.

“The Devil’s Staircase” is desalniettemin een fijne, avontuurlijke plaat. Minutieuze ritmiek leidt tot aangename muziek die ook verbazingwekkend toegankelijk overkomt. Een duidelijk rustpuntje was fijn geweest, maar bovenal kan ik dit intrigerende album aan iedere progrockliefhebber aanraden.




Send this to a friend