Over het vorige album van de Enid, “Journey’s End”, uit 2010 was ik niet al te lovend, ik schrijf daar over:
“… En helaas hoor ik op dit album niet de kwaliteit terug die ik van Godfrey gewend ben, ik kan er niets aan doen, ik had er gewoonweg veel meer van verwacht. Misschien waren mijn verwachtingen wel veel te hoog, ik weet het niet… De muziek zit prima in elkaar hoor, en je hoort dat er veel werk in gestopt is tijdens de drie jaar van het opnameproces, maar het raakt me niet en dat spijt me…”
Eind 2012 kwam tot nu toe het laatste album van The Enid uit, getiteld “Invicta”. De term komt uit het Latijn en staat voor ‘onoverwinnelijk’. We gaan in dit epistel in op het album in vergelijking met “Journey’s End” uit 2010, dat naar mijn bescheiden mening niet kon wedijveren met de status van de jaren zeventig en tachtig albums van de The Enid. De zang op de diverse platen van de formatie is altijd het zorgenkindje geweest. Nu was dit vocale aspect altoos onderschikt aan het instrumentale in de albums van The Enid, maar daarom viel het des te meer op… en of het gezelschap onoverwinnelijk is valt nog te bezien. Oké, de muziek wellicht, maar onlangs kreeg bandleider Robert John Godfrey te horen dat hij lijdt aan een lichte vorm van Alzheimer, maar dat nu even terzijde.
Welnu beste lezer, “Invicta” staat boordevol indrukwekkende zang, zowel middels solozang als koorzang. Ik ga ervan uit dat Joe Payne, die tekende voor alle teksten en Max Read, die ook medeverantwoordelijk voor de composities, hier verantwoordelijk voor zijn; hulde derhalve!
Het album opent met en bijzonder groots intro, hetgeen je onmiddellijk rechtop in je luisterstoel doet belanden. Wauw, wat een zang- en toetsenweelde! Na een minuutje komt het verfijnde vleugelspel van Godfrey om de hoek kijken, waarna direct de zang inkomt met een falsetstem. We zijn inmiddels aanbeland bij het nummer One And The Many, dat ruim tien minuten klokt, en je laat meanderen in een heerlijk Engels landschap vol met kathedralen, manors, cottages en oude kerken, althans als je je ogen sluit. Dit is echt een heuse sacrale song die fantastisch tot uiting zal komen in bijvoorbeeld the Royal Albert Hall in Londen, en dan liefst met vol symfonieorkest en kerkorgel natuurlijk.
Helaas is Who Created Me? in mijn oren dan weer een veel minder nummer met een zeer eenvoudige opbouw, hoewel de zangkwaliteiten van Payne tijdens deze track wel uitstekend tot hun recht komen.
Excecution Mob laat na een intro van kermisgeluiden met kinderen een musicalachtig geluid horen met veel samenzang en percussiewerk. Niet helemaal mij kopje thee, maar wel heel nadrukkelijk The Enid. Gek genoeg doet het nummer me ietwat denken aan het oude werk van The Beach Boys…
Witch Hunt begint dreigend met een ritme van iemand die op de hielen wordt gezeten, waarschijnlijk in dit geval de heks. Ook hier weer een compositie die zomaar uit een musical zou kunnen komen met veel percussie, zoals xylofoon en pauken. Het tweede deel van de track is zelf rockend te noemen met voor The Enid een ongebruikelijk vierkwartsmaat, maar ook telkenmale is de muziek gelardeerd met een bombast aan orkestrale klanken.
Het zesde nummer van het album, Heaven’s Gate, start met zware, rustige klanken van cello’s en bassen, beetje ambient kun je wel zeggen. Maar al gauw horen we de bekende akkoordenschema’s waar Godfrey zo om bekend staat. De mooiste melodieën slaan je om de oren met strijkers een geknepen gitaartje dat lekker mee jengelt. Dit is muziek die je onder een fraaie natuurfilm kunt plakken met walvissen en ijsbergen. De romantiek druipt ervan vanaf… En nu even geen zang, da’s wel zo prettig.
Leviticus kent een sierlijke zanglijn met een soort van vraag en antwoordopbouw. Halverwege de gedubbelde gitaar met dat typische Enid-soundje. Vermakelijk nummer, maar geen hoogtepunt.
In Villain Of Science klinkt zanger Payne behoorlijk ouderwets zoals hij zijn teksten opzegt. Het nummer zou zo uit de eind dertiger jaren van de vorige eeuw kunnen komen, als je het elektrische gitaartje even wegdenkt.
Het album eindigt met het gedragen en welhaast a capella uitgevoerde The Whispering dat alweer een fantastische melodie kent en dito zangpartijen.
Het vreemde aan dit album is dat als je het op je pc draait je een volstrekt ander plaatje dan de hoes krijgt voorgeschoteld en tevens andere ondertitelingen en teksten voor je neus krijgt, alsof het over een totaal ander album gaat… Maar goed, dat kan het plezier van dit album niet beïnvloeden, want echt, beste lezer, dit is The Enid op zijn best! De oude baas Godfrey is er in geslaagd en zootje zeer getalenteerde jongelingen om zich heen te verzamelen, hetgeen een onoverwinnelijke album heeft opgeleverd – “Invicta”. Ik moest het album dikwijls beluisteren voordat het progkwartje viel, maar voor lezers die de muziek van The Enid nog niet kennen, en die zich wel eens buiten de grenzen van metal en neoprog willen begeven en die niet vies zijn van klassieke invloeden, is dit album een prima aanrader om kennis te maken met deze Britse aloude band. En nu maar hopen dat Godfrey nog lang zijn genialiteit behoudt, gezien zijn ziekte.