De vijf leden van de Britse progband The Far Meadow nemen je op “Foreign Land”, het derde album van het gezelschap, mee op reis naar het buitenland. Waar de trip heen gaat en welke oorden je aandoet, de verbeelding zal het je zeggen. Je bent dan wat dat betreft in goede handen.
Waar hebben we het eigenlijk over? The Far Meadow is een veelbelovende band uit Londen met bandleden die elkaar van diverse formaties uit het verleden kennen. In 2012 richten toetsenist Eliot Minn en drummer Paul Bringloe uit het as van hun vorige band een nieuwe groep op, The Far Meadow. Aanvankelijk heeft de band nog een zanger in de gelederen, maar na het maken van hun debuutalbum “Where Joys Abound” wijzigt de bezetting zich in de formatie zoals die anno 2019 nog steeds te horen is. Naast Minn en Bringloe bestaat de band verder al zeven jaar uit zangeres Marguerita Alexandrou, gitarist Denis Warren en bassist Keith Buckman. Hoezo, goed op elkaar ingespeeld?
Op het hier besproken “Foreign Land” weet de band weer op smakelijke wijze z’n virtuositeit in te zetten voor een weelderige mengeling van jaren ‘70 prog en neo. Het is Glass Hammer a la Magenta zo je wilt, waarbij moet worden opgemerkt dat de jaren ‘70-poot van de muziek groter is dan op voorganger “Given The Impossible” uit 2016. Dat komt vooral door de toename van de toetsenpartijen die Minn ons voorschotelt. Zijn spel is zeer veelzijdig en dat maakt elke byte boeiend. Een fraai voorbeeld hiervan valt te beluisteren in het achttien minuten durende openingsnummer Travelogue waar hij naast flitsende ELP bombast ook Canterburyorgel en haast klassiek pianospel brengt. Daarnaast manifesteert z’n gitaar spelende collega Denis Warren zich ook steeds nadrukkelijker. Diens solo’s blenden met hun melodieuze toonzetting schitterend met de akkoorden van Minn en als je het dan hebt over de fraaie opener; Warren mag er flink aan de bak.
Het spreekt voor zich dat de bekwame ritmetandem Brigloe-Buckman tot het gaatje gaat om alles in goede banen te leiden. Nee, hun daden zijn niet overdadig al is er soms wel sprake van ‘telraamprog’. Niet dat het composities schaadt, die zijn sowieso in orde. Vijf telt het album er. Behalve de lange openingstrack heeft de cd ook een lijvige afsluiter waarover later meer. Hier tussen vinden we drie midlange nummers waardoor het album in totaal slechts 51 minuten klokt.
Aan Marguerita Alexandrou de taak het geheel in de vocalen te zetten en op basis van haar presteren op “Given The Impossible” mag je daar vertrouwen in hebben. Het is dan ook zonde dat ze zich op “Foreign Land” nogal eens in bochten moet wringen. Zo kan ze haar hoofd in het begin van Travelogue amper boven water houden, ze wordt er gewoon ‘weggeprogd’. Verderop in het nummer komt ze, op een manier die doet denken aan Christina Booth beter uit de verf, al heeft haar stem een lager katzwijmgehalte dan die van de Magenta-zangeres. Soms zingt ze niet lekker door, dan wordt het een beetje cabaretesk. Maar goed, in Sulis Rise heeft ze een sterke zanglijn te pakken en dan klopt het plaatje. Alexandrou maakt van haar zang geen showparade en gaat gewoon haar gang. Ze blijft recht overeind te midden van de knallende riffs van Mud, een relatief kort nummer met zijn vijf minuten. Het staat desalniettemin bol van de variatie, van Within Temptation-achtige accenten tot sierlijke pianoriedels. The Fugitive heeft een sfeer die doet denken aan Landmarq ten tijde van “Entertaining Angels”, ontspannen, maar toch ook intense prog met veel instrumentale passages. Het album sluit zoals gezegd af met een flink nummer en wel de epische titeltrack. Deze is grotendeels sprankelend van aard maar biedt ook ruimte aan een enorme jazzrock-getinte gitaarsolo en een daverende finale.
Al met al is “Foreign Land” een werkstuk van een getalenteerd stel muzikanten. De band loopt in het begin van de plaat nogal met zichzelf te koop, wel op een fantastische manier overigens. Als de storm wat is gaan liggen komt The Far Meadow in beduidend minder woelig vaarwater. Dan is de muziek een stuk beter behapbaar, of het nu de klassieke, de metallieke of de jazzrock kant opgaat. De zang zal niet iedereens kopje thee zijn maar is aantrekkelijk genoeg om geen afbreuk te doen aan de muziek. The Far Meadow is goed bezig.