De leden van de uit Londen afkomstige band The Far Meadow kennen elkaar van diverse samenwerkingsverbanden. Daarom vind ik het lastig om met een schaartje te knippen of het hier besproken “Given The Impossible” wel of niet hun debuutalbum is. Qua stijl, bezetting en label is het dat in elk geval wel, temeer omdat de band in 2012 ten tijde van het album “Where Joys Abound” (het oorspronkelijke debuut) behoorlijk anders in z’n vel zit. Zo werkt men dan nog met een zanger en de neo-prog van destijds gaat niet al te diep. Feitelijk is er daar sprake van een andere band, alleen toetsenist Eliot Minn en drummer Paul Bringloe zijn dan al van de partij. “Given The Impossible” kan hoe dan ook gezien worden als een frisse, nieuwe start.
De band brengt, vooral in de lichtere passages, Magenta-getinte neo-prog en geeft deze onder impuls van toetsenist Minn een eigen gezicht door regelmatig jazzy overtones in het geheel te mengen. Daarnaast is ook gitarist Denis Warren niet te beroerd om z’n geluid op momenten onder te dompelen in een bus met metalic lak waardoor het allemaal lekker dynamisch klinkt. Beide heren geven constant blijk van een enorme virtuositeit en weten die dan ook nog eens om te zetten in boeiend attractief spel. Het is beslist geen doorsnee muziek die de band maakt. We horen melodieën en harmonieën met een sterk ritmische inslag waarop basgitaar en drums perfect anticiperen. Vele accenten worden meegemept en elke break is precies goed getimed. Bringloe heeft een voorliefde om flink over z’n toms te rauzen en dat pakt geweldig uit. Boegbeeld van de band is zangeres Marguerita Alexandrou die vocaal een wat scherpe variant is op het stemgeluid van Christina Booth van Magenta. Ook Alexandrou zingt gelukkig zonder adlibs en dat is voor mij het verschil tussen zingen en zinken.
Het album gaat behoorlijk goed van start met twee vrij korte nummers. Prove It Then laat direct al de jazzy kant van The Far Meadow horen en heeft zelfs iets kleinkunst-achtigs. De door orgel gecreëerde overgang naar Hang On… is typisch neo-prog. Hang On… zelf is een meer hectisch nummer met onder andere een vervormde stem. Het zijn allebei stukken die gevoelsmatig aangeven dat het daarna beter gaat worden op de plaat, terwijl ze zelf toch echt niet slecht overkomen. De zwierige maten van het daarop volgende Industry met z’n heerlijk zweverige synthesizersolo vormen het ultieme bewijs daartoe en ook de ballade A Gentle Warrior laat je dagdromen. Zoals je aan je theewater kan aanvoelen heeft de band enkele nummers op zijn repertoire waarbij men zichzelf overstijgt en zie hier. Dinosaurs bevat een krankzinnig lekkere synthesizersolo en in de zestien minuten durende epic Himalaya Flashmob zit een juweel van een gitaarpartij, slepend en gedragen. De finale van dit nummer mag dan wat obligaat zijn, het is wel een lekker stuk met z’n Pallas-achtige grandeur. Daarna is het even uitblazen met de kalme piano-tune Letterboxing, een chill-out die fraaie loopjes kent van de basgitaar. Het album sluit af met The Seamless Shirt en het bijzondere is dat een fraai door Alexandrou gezongen versie van Scarborough Fair, het door Simon And Garfunkel bekend geworden liedje, hier doorheen is verweven. Geloof me, het is smaakvol gedaan.
The Far Meadow heeft een stijl ontwikkeld waarbinnen van alles mogelijk is, van verfijnde piano tot knetterende gitaar, van betoverende zang tot bombastische breaks. Ben je liefhebber van neo-prog en niet vies van hier en daar een likje jazz of metal dan kan dit album wel eens wat voor je zijn. Als je dan ook nog eens allergisch bent voor adlibs, ben je helemaal spekkohohohoper.
Dick van der Heijde