Als een ‘grote’ band een aantal jaren niets van zich laat horen, zijn de geruchten al snel daar; ze hebben geen inspiratie meer, ze zijn uit elkaar met ruzie, ze zijn al gestopt en/of hebben het te druk met andere bands. En The Flower Kings ίs een grote band. Sinds1995 staan ze hoog aan het progfirmament. De Zweedse koningen staan overigens wel ter discussie in progland. Een grote schare fans weet ook een flinke club criticasters naast zich. De productie stokte in 2007 voorlopig met “The Sum Of No Evil”. Niet dat de heren op hun lauweren hebben gerust; ze hadden het inderdaad druk met andere bands: Transatlantic, Karmakanic en Agents Of Mercy. Hasse Fröberg was bovendien actief met zijn eigen Musical Companion. Na vijf jaar betrekkelijke windstilte maken The Flower Kings een eind aan deze onzekerheid. Met hun nieuwe cd “Banks Of Eden” zijn ze terug. En hoe?
Ik ben echt aangenaam verrast. The Flower Kings spelen pure prog die teruggrijpt naar de jaren ’70. Ze benadrukken deze hang naar het verleden door de muziek ouderwets ‘live’ in één ruimte met analoge instrumenten op te nemen. Het zeer melodieuze, symfonische rockgeluid is vanaf de eerste noot heel erg herkenbaar als: The Flower Kings. Het karakteristieke vloeiende gitaarspel van Roine Stolt, gevoegd bij het warme toetsenspel van Tomas Bodin, de uitgesproken basloopjes van Jonas Reingold en de soulvolle stem van Hasse Fröberg maken samen de sound van deze band, dat ook elementen van jazz, blues en stevige rock in zich verenigt. Ook vertrouwd is dat er maar weer eens een nieuwe drummer is opgetrommeld; dit keer het Duitse talent Felix Lehrmann. Hij staat zeker zijn mannetje. Na de nodige luisterbeurten openbaart zich de muziek pas ten volle en nestelt zich een aangenaam gevoel van herkenning tussen mijn oren.
Waar halen ze het eigenlijk allemaal vandaan? Als je de heren zelf mag geloven gaat het om invloeden van Zappa, The Beatles, Strawinski, Deep Purple, Led Zeppelin, Yes en Genesis. Toe maar. Ja, van dat alles zit er wel iets in.
Met opener Numbers hebben we meteen de voor The Flower Kings onvermijdelijke epic te pakken van maar liefst 25 minuten. Alle elementen komen voorbij: fraaie intro, afwisselende opbouw, terugkerende thema’s, mooie gitaarsolo’s, basloopjes, ingehouden passages, waarbij het lijkt of de heren even een bakkie koffie doen en bombastische stukken.
De andere vier nummers klokken zes tot acht minuten. Mijn persoonlijke favoriet is For The Love Of Gold. Toetsenkoning Bodin laat hier het meest van zich horen. Hij gooit alle remmen los, met fraai solowerk uit zijn toetsenarsenaal. Hij vlecht er een thema in dat één op één van Camel is geleend en hiermee creëert hij iets zeer herkenbaars. Stolt ondersteunt hier met name met melodieus spel, terwijl het vaak juist andersom is. Het nummer eindigt kalm, een vleugje blues en de nodige samenzang komen langs.
Hamerend toetsenspel luidt Pandemonium in. Muren van toetsen en gitaargeluid gaan over in vervormde stemmen. Voor mij hoeft het niet, maar het zorgt wel voor enige afwisseling. Een stuk verderop zorgt vlammend gitaarspel van Stolt voor opwinding.
For Those About To Drown is het minst melodieuze nummer van het geheel, met meer jazzy elementen en nogal de nadruk op de zangpartijen. Wel met een mooi instrumentaal intermezzo. Voor mij is dit het minst interessante nummer.
Een nummer dat niet op gang lijkt te komen is Rising The Imperial: geen muur van geluid en traag gespeeld, waardoor de bas van Reingold lekker op de voorgrond komt, smeekt deze afsluiter om een climax. En die komt er ook: Roine Stolt trakteert de luisteraar op een meeslepende gitaarsolo. Dat is dan alweer de zoveelste van de cd. Het verveelt gewoon niet.
The Flower Kings zijn terug en hoe! Wat een melodielijnen weet deze Zweedse band vast te leggen op deze schijf. De solo’s, de interactie tussen Stolt en Bodin, het samenspel van de hele band, het ademt klasse en spelvreugde uit. De Kings hebben vernieuwing zeker niet hoog op de agenda staan. Je zou kunnen zeggen dat het ‘gewoon’ weer het volgende The Flower Kings album is. Maar is dat erg, als je deze al zo platgetreden paden op zo’n soepele en elegante wijze bewandelt? Helemaal niet!
Op de een of andere wijze werd ik nooit zo gegrepen door de muziek van deze koningen. Maar dat is met “Banks Of Eden” op slag veranderd. Ze hebben er een fan bij. Zeventien jaar is de band al bezig. Doe mij nog maar eens zeventien jaar met zulke lekkere muziek!