Ik vond het opmerkelijk stil donderdagavond 15 november in de Boerderij te Zoetermeer. Was het omdat de Flower Kings meerdere concerten in de Lage Landen gaven in dezelfde periode? Dan ben ik wel erg benieuwd naar de bezoekersaantallen van dié concerten, want bij de Boerderij was slechts de benedenzaal redelijk gevuld, hoewel we gemakkelijk overal heen konden lopen.
Het is ook raar, want er is net een nieuwe cd uit, die in alle bladen (behalve Revolver laatst, nou ja, je kunt niet alles hebben) en webmagazines als waarlijk meesterwerk is betiteld. Je zou verwachten dat het Flower Kings publiek daar massaal op zou reageren, maar thuisblijven was klaarblijkelijk het devies. Of zou het zo zijn, dat The Flower Kings feitelijk al over hun hoogtepunt heen zijn, maar dat we dat nog niet goed doorhebben. Dat ze de komende jaren alleen nog wat spelen voor een select publiek, dat fijne herinneringen kan ophalen uit de tijd dat The Flower Kings nog de nieuwste ontdekking waren. Dat ze nog hip waren. Weet je nog? ‘Joh, ik ken een bánd, nét Yes, en ze poepen cd’s uit!’ De gouden tijden van klassiekers als “Stardust We Are” en “Flower Power”. Ah mán, dat waren nog eens tijden! Laten we het met zijn allen maar voorzichtig toegeven. The Flower Kings zijn eigenlijk al passé.
Deze harde conclusie kan ik in elk geval gemakkelijk trekken na het buitengewoon tegenvallende concert van de Zweden deze avond. Het talent was zeker aanwezig en werd zelfs buitengewoon goed gemusiceerd, doch van een muzikale belevenis was geen sprake. Bij de Flower Kings verwacht je, gezien zeker de laatste cd, symfonische vuurwerk. Wat we kregen deze avond kon niet eens gezien worden als een knetterend kampvuurtje, dat geen wolf op afstand zou houden.
De avond werd voornamelijk gevuld met zo’n beetje de complete “The Sum Of No Evil”, aangevuld met een páár klassiekers, zoals het titelnummer van “Retropolis” (te rommelig uitgevoerd) en een erg matige, korte uitvoering van Stardust We Are. Tussen de nummers door sloegen de mannen regelmatig het bier dood met allerlei jams. Laat die Hudson-jam lekker verstopt staan op die tweede cd van “Flower Power”, maar blijf toch áf van Constantinopel. Op de plaat staan ze prima, maar je laat Underworld toch ook niet zijn rustige nummers spelen tijdens concerten. Dan danst er geen hond meer! The Flower Kings mogen dan wat eigenzinnig zijn in hun setlisten, ze verliezen daarmee volledig het contact met het publiek. Gastdrummer Pat Mastelloto ziet eruit als een gezellige dikkerd, en hij kan drummen als de beste. Toch, als je hem zo ziet gaan, zeker bij de drukke stukken, vraag je je telkens af wát hij daar toch doet. Hij past op zich prima bij de muziek, maar niet in zo’n slaapverwekkende toestand als deze avond.
Uiteraard waren er ook wel lichtpuntjes. De band ging redelijk voortvarend van start met het lange Love Is The Only Answer, en die kreeg een redelijke sterke uitvoering. Daarna ging het vrij snel mis. Wat mij betreft hervonden de Flower Kings zichzelf pas bij een ijzersterke uitvoering van What If God Is Alone, waarbij tevens bleek dat Hans Froberg buitengewoon goed bij stem was deze avond. Daarom was het des te verrassender te moeten constateren dan 75% van het materiaal instrumentaal was. Dit hoogtepunt bleek gelijk het laatste nummer te zijn, hoewel men met de toegiften nog even kort een samenvatting gaf van wáárom dit een tegenvallend concert was. The Blade Of Cain – een nummer niet voor niets aan het einde van “Adam & Eve” geplaatst – werd afgestoft en nodeloos uitgerekt. Daarna klonk het titelnummer van “The Sum Of No Evil” nog wel redelijk, tenminste, zo constateerde ik terwijl ik mijn jas al aan het halen was en wat bekenden gedag zei.
Zoals altijd was het erg gezellig in de Boerderij. Hoop kennissen gesproken en plezier gehad. Kijk, dáár heb je dan wel weer tijd voor als je favoriete band het een avond laat afweten.
Recensie: Markwin Meeuws
Foto’s: Erik Klop