Kunnen The Flower Kings het nog bonter maken? Waren hun eerste twee albums elk met ruim zeventig minuten al volgepropt aan crossovers van al het goede wat de jaren zestig en zeventig aan progressieve rock heeft voortgebracht; met deze eerste van het begin van een ongekende productie aan dubbelalbums overtroffen ze met een totale tijdsduur van ruim twee uur en tien minuten ruimschoots hun gemiddelde kwantitatieve output aan muziek.
Nou gaat het bij prog niet om de snelste riff, de hardste toon of het langste nummer, maar hoe je ons raakt in onze korte en kostbare tijd die we kunnen besteden aan muziek in deze oneindige kosmos. Schatplichtig zoals ze omgingen met het sterrenstof van hun illustere voorgangers hebben alle nummers toch ook hier weer de typische Flower Kings sausje meegekregen.
Voor mij kenmerkt dit topalbum vele verborgen ‘zoek en gij zult vinden’ momenten. Wat dacht u van twee verschillende uitvoeringen van dezelfde gitaarsolo in twee verschillende nummers! luister hier voor het vergelijkend warenonderzoek eerst naar The End Of Innocence en daarna die van Compassion. De laatste mag trouwens op mijn uitvaart in de verkorte versie van “The Road Back Home” gedraaid worden. Wat een top gitaarsolo om het tijdige te verruilen met het eeuwige! De Spacy outro op deze versie van dit nummer zal alleen menige wenkbrauwen doen fronsen. Dit soort muzikale fratsen van Tomas Bodin beperkt zich verder tot drie korte instrumentale intermezzo nummers die tactisch geplaatst zijn in het overvolle album om muzikale rustpunten te creëren. Zo worden er wat toetsjes gelegd in A Room With A View en getrek aan een accordeon op Crying Clown. Alleen A Day At the Mall beweegt zich figuurlijk naar muzak en gaat muzikaal dus nergens over.
Met de ideale live meezinger Kingdom Of Lies en de instrumentale feest potpourri Circus Brimstone delen toetsenist Bodin en (Roine) Stolt de credits. Voor de andere veertien nummers tekende de opperkoning Roine Stolt persoonlijk. Het voert te ver alle negen instrumentale nummers door te spitten, maar één moeten we er absoluut uit lichten. All time classis The Man Who Walked With Kings is een pareltje akoestische en elektrische gitaarmuziek à la Steve Hackett en levert net zo’n kippenvelmoment op als de gitaarsolo in Firth Of Fith van de maestro zelf. Voor de andere nummers geldt een hoog meezing- en meebrulgehalte en kan denkbeeldig geregeld de luchtgitaar in de heup om heel veel solo’s mee te spelen.
De kracht en prijspakker van dit album zit hem in het ruim 25 minuten durende epische titelnummer waar het album mee afsluit. Op de tweede cd van dit album wordt heel sneaky het thema van Stardust We Are stukje bij beetje op verschillende wijze bij ons erin gepompt. Als eerste komt het Stardust thema voor als kerkorgel in Pipe Of Peace. In Don Of The Universe is het een sitar die ons misleidt. Verderop komt het stuk terug als variatie op piano in IF 28. En in Hotel Nirvana is een akoestisch gitaar er verantwoordelijk voor dat het thema zonder dat we het door hebben al in ons hoofd genesteld zit. Wat dat betreft had de subtitel “A journey to the hidden corners of your mind” van “Flower Power” meer op dit album betrekking gehad. Ongetwijfeld zullen er nog meer muzikale grappen ergens verscholen zitten, maar laat deze luister ontdekkingstocht in het muzikale heelal dat Roine Stolt gecreëerd heeft graag aan de luisteraar zelf over. In elk geval lukt het onze Zweedse bloemenkoningen om zelfs het Caraïbisch reggae nummer Ghost Of The Red Cloud als prog rock te laten klinken en wie doet dat hen dit na.
Jos Driessen