“E.T. phone home”. Wie kent dat legendarische filmfragment nou niet van het aandoenlijk buitenaards wezen die de vinger hopeloos naar de hemel richt. Nou hoef je geen buitenaards wezen te zijn om deze muziek aan te horen, maar het helpt vermoedelijk wel om het op waarde te schatten. Voor mij zijn de klanken een soort muzikale hiërogliefen. Nee, de kilheid van deze instrumentale elektronische prog doet mijn hart niet opspringen van vreugde.
De meest dichtbij aansprekende muziek komt met Apparitions Of Departed Human Personalities. Eerst nog met een zware basistoon waar allerlei riedeltjes overheen gespeeld worden. Na dik twee minuten laat Burger de luisteraar terechtkomen in voorbijgegane tijden. Wat ik hoor zou niet misstaan hebben op één van de eerste soloplaten van Steve Hackett. Dan gaat het over in een wat orkestraal stuk (opgewekt met de synthesizer) en potverdorie het werkt! Eindelijk minutenlange harmonische muziek, dat later helaas door allerlei productionele foefjes weer de nek om wordt gedraaid. Ook Caribische invloeden treden nu in. Weet niet welke trompet er klinkt, maar het is in elk geval niet de loftrompet. Voor mijn gevoel zijn de stukken gewoon te lang om te blijven boeien. De absolute valkuil voor dit soort muziek waarbij eigenlijk alleen maar één instrument centraal staat (in dit geval de gitaarsynthesizer). Ik zou zeggen, geef meer ruimte voor andere instrumenten, misschien dat die enige soelaas kunnen bieden. Nu is het saaiheid troef hetgeen opnieuw bevestigd wordt door Radio Hypnotic Intracerebral Control. Natuurlijk staan de beste stuurlui altijd aan wal, maar dat wil toch niet zeggen dat je dan niet kritisch meer om mag gaan met de creaties van anderen? Dit is gewoon mijn mening en de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat dit gewoon te vervelend is om naar te luisteren, punt uit. De computerstem aan het eind laat me bijna vertwijfeld mijn haren uit mijn hoofd trekken. Dit is als een grote lelijke vlek in je lievelingshirt. Je kunt wassen wat je wilt maar hij gaat er niet uit.
Enige verlichting biedt Dance Of The Nine Unknown Men, maar is ook niet muziek waar je bij staat te watertanden. Het titelstuk herbergt dan nog wel een leuk themaatje. Later gaat de versnelling eraf en wordt er nog oeverloos doorgeborduurd, met overigens een leuke Hammond solo van Dave Cashin, maar er zijn erg weinig momenten die je daadwerkelijk bijblijven. Deze muziek klinkt als een uit de hand gelopen hobby. Heel erg plastic. Ook is er te weinig nieuws onder de zon in vergelijking met het debuut “Alien Eye”.
Mag ik er dan eindelijk een slot aan breien? In deze film krijg ik toch niet die jongen te zien die met zijn fiets de lucht in vliegt. E.T. zal helaas van ons heengaan zonder dat we de mogelijkheid hebben gehad om te begrijpen wat hij wilde op deze planeet. Misschien dat er wetenschappers zijn die het nog als studieobject willen, maar ik geef mijn portie aan Fikkie. Arme hond!
Een moeilijke bevalling, hetgeen geldt voor het schrijven van de recensie evenals het luisteren naar deze muziek. Robert Burger moet van goeden huize komen om mij met een vervolg te overtuigen.
Ton Veldhuis