Een schemerwereld, daar lijkt Vincent Defresne in te leven. Zeker online. Er is weinig over deze Belg te vinden op internet, facebook en andere social media. Uit zijn muzikale werk kan je aflezen dat hij vooral veel moeite heeft met het dagelijkse leven, het handhaven van sociale contacten en de status van het huidige politieke (wereld) klimaat. Nu was dat al duidelijk na het verschijnen van zijn debuutalbum “More Thrill & Never Ending Blessings”, maar ook op dit album laat hij geen enkele twijfel bestaan over hoe hij tegen deze wereld aankijkt en vooral over hoeveel moeite hem dat kost.
Hoewel er dus weinig informatie is te vinden over de componist Defresne en zijn project The Green Violinist, weet deze recensent na enig speurwerk toch uit te vinden dat de band inmiddels is doorgegroeid als een duo, met Régis Planque op basgitaar en programmering. Toch lijkt het duo niet heel actief in het live circuit te zijn. Ook over de gastmuzikanten is behalve de namen weinig te vinden en het hele project blijft een beetje in nevelen gehuld. Als je gaat speuren zijn er in de afgelopen jaren slechts één of twee optredens geweest en echt aan de weg timmeren met het nieuwe album doet het duo ook niet.
Die schemerwereld waar we het over hadden is dus overduidelijk herkenbaar in de muziek van Defresne, want zijn songs zijn somber, zwartgallig en donker. Ondanks dat kenmerk is de muziek melodieus en kan je die bondig omschrijven als moderne progrock. De teksten die hij schrijft zijn van hetzelfde kaliber als de composities en dus zwaar op de hand. De lyrics variëren in die van beschadigde en onaangepaste individuen in de samenleving, tot aan aanklachten tegen politieke standpunten, regeringen en dubieuze vergelijkingen met de Holocaust. Zware kost, die goed te voelen is in de muziek van de band en volgepropt is met geluidsfragmenten van toespraken en speeches, maar vooral ook met gekrijs van dramatische taferelen. Schreeuwende en huilende vrouwen, paniek, stress en aanverwante taferelen die de acceptatie van de muziek op zichzelf niet makkelijker maakt. Daarbij wordt het bijna in elke song toegepast en zorgt het er voor dat het ritme vervelend onderbreekt. Het gevolg is wel dat er aan het eind van de cd een onconventionele plaat overblijft die intrigerend is, maar moeilijk in je systeem gaat zitten.
In tegenstelling tot het eerste album heeft Defresne nu ook meer zangers geïntegreerd in zijn composities, zo zijn er twee gastzangers actief op het album. Ook is er nu meer ruimte voor bevriende gitaristen, die hun aandeel op zowel de akoestische als elektrische gitaar toevoegen. Het is niet zo dat die bijdragen opvallen, ze zijn bescheiden verwerkt in het album en vallen niet in het bijzonder op.
De eindconclusie van deze recensie is niet heel lovend te noemen. Waarin dit gezelschap bij het vorige album al gebruik maakte van geluidsfragmenten waarin mensen gillen, schreeuwen en krijsen, is dat op dit album in veelvoud toegepast. Dat maakt de cd per definitie niet aantrekkelijker dan het debuut, sterker, het ontsiert de cd in grote mate. Wat vooral ook ontbreekt op “Receive & Transmit” is melancholie en een meeslepende karakter, iets wat op het debuut juist wel aanwezig is. Toch bespeur ik veel talent bij Defresne en de zijnen, veel nummers zijn in de basis aantrekkelijk gecomponeerd. Ik schrijf deze band dan ook allesbehalve af, maar er dient een duidelijkere richting gekozen te worden waarin de muziek een prominentere rol krijgt en geen toegevoegde fratsen.
Ruard Veltmaat