De derde plaat van het Duits powerkwartet The Intersphere schuurt langs de randen van de prog met een berg stevige rock die meer schatplichtig lijkt aan Muse dan aan Pink Floyd. Daarom (of toch, het hangt van je smaak af) valt er op deze cd heel veel te genieten.
The Intersphere kan nijdig rocken en houdt er flink de sokken in, maar vergeet daarbij gelukkig ook de melodie niet. Bijna alle stukken van “Hold On, Liberty” zijn in de basis prettige liedjes die je fijn kan meebrullen en die na twee of drie draaibeurten ook niet meer uit je hoofd gaan.
Ook niet onbelangrijk: de vier heren zijn uitstekende muzikanten. Hessler heeft een fijne stem waarmee hij aanstekelijk kan loeien, maar ook rustige passages aankan en gitarist Zipner is een bijzonder veelzijdig mannetje, dat bijna in zijn eentje de harmonische kapstok levert waar de deuntjes aan opgehangen worden. De band wijkt nauwelijks van de basisopstelling af, een enkele keer kunnen wat strings en een pianootje een bijrol spelen. Toch is de plaat niet eenvormig of eentonig.
“Hold On, Liberty”is een pittige bak herrie die ook liefhebbers van Green Day, Guano Apes en zelfs Thrice en Dredg zal bevallen. Hier en daar verliest de nuance het van het volume en stuiteren de heren punkig in het rond, maar zelfs dan is het resultaat een laagdrempelig liedje. De liefhebber van meer ingewikkelde muziek komt vooral ritmisch aan zijn trekken; nummers als OPalinE en Open End kennen tegendraadse maatsoorten. Hoogtepunt is Parallel Lines, dat zijn naam natuurlijk al meeheeft, maar me ook nog eens erg aan Kino doet denken. Kijk, dan kan je niet meer stuk!
Energie en herkenbaarheid zijn daarom de sterkste troeven van dit album dat ik buitengewoon ben gaan waarderen. Intelligente powerpop, met de nadruk op power. Een toegankelijk, fris en ongecompliceerd rockalbum, gewoon erg goed gedaan. Het kan een heel stuk erger.
Erik Groeneweg