Isosceles Project, The

Oblivion's Candle

Info
Uitgekomen in: 2009
Land van herkomst: Canada
Label: Eigen beheer
Website: -
MySpace: www.myspace.com/theisoscelesproject
Tracklist
Doppleganger (14:01)
Oblivion's Candle (12:50)
Solace (7:46)
Whispers In The Factory (7:59)
Eric Euler: gitaar
Justin Falzon: drums
Scott Tessier: basgitaar
Oblivion's Candle (2009)

Mag ik van jou, in de categorie ‘projecten’, Isosceles? Kwartet! (Nee, trio!)

Deze ep bereikte ons, bijna een jaar te laat, uit Canada, een land waar powertrio’s op het gebied van progressieve metal wel vaker hun bakermat weten. Dit extreem harige drietal gaat echter een stapje verder dan onvermijdelijk ijkpunt Rush in de Spartaanse aanpak. Een gitaar, een basgitaar en een drumstel, geen zang en een viertal langere stukken dik hout van gewapend beton. Het rifft en ragt dat het een lieve lust is, tot zelfs ik weer met wapperende fantoomharen stond te headbangen voor mijn eigen speakertjes.

Stevige kost dus, niet voor tere kinderzieltjes. Daarbij is de band meer een metal- dan een progproject. Meer The Mars Volta dan Rush, meer Metallica dan King Crimson. De heren verdienen een vermelding op deze website door de dynamiek die ze in het geram weten aan te brengen en door de onverwachte gebbetjes en gekkigheidjes die ze in de muziek inbouwen. Zo krijgt Doppleganger een licht psychedelisch middenstuk en staat titelstuk Oblivion’s Candle bijna schuin van de tempowisselingen en waaghalzerige maatsoorten.

Deze knullen kunnen absoluut spelen en leggen een aan hysterie grenzend enthousiasme aan de dag. Het tempo ligt zo hoog dat ik ze er af en toe van verdenk met de pitchknop te hebben gerommeld. De splinters vliegen in het rond en dat is, in elk geval gedurende deze korte plaat, wel weer eens prettig.

Daarbij hebben de mannen een lekker gruizig geluid, dat me erg doet denken aan vergelijkbare bands uit de jaren ’70. Dat kan ook te maken hebben met de wat directe productie, die wel fi is, maar niet heel hi. Vooral de harde meppen op de bekkens leveren een hoog gerafel op. Dat mag de pret overigens niet drukken.

De band scoort een dikke tien voor inzet en uithoudingsvermogen en toch ook wel een zeven voor compositie en ritmiek. Alleen in orde en netheid is de voldoende krap aan; het is niet allemaal even strak ingespeeld. Dat is dan ook geen sinecure met dit geweld en al die fladderende snaren, maar juist daarom is een strak geluid een eerste vereiste.

Kort en goed (net als dit plaatje trouwens): “Oblivion’s Candle” is een enorme bak inventieve, stuwende en inspirerende herrie, progressief in zijn ongenaakbare kabaal, ruig tot achter in de huig. Niet geschikt voor tijdens de afwas, want je hele huis zit onder het sop. Als de mannen voor een volgende plaat een producer inhuren gaan ze een grote toekomst tegemoet.

Erik Groeneweg

Send this to a friend