John Irvine is een zeer breed ontwikkeld en creatief man. Zo heeft hij onder andere een sci-fi boek (The Golden Circuit – Book one of The Smith Chronicles) op zijn naam staan, schrijft hij klassieke composities en brengt hij daarnaast met “Next Stop” zijn tweede cd op de markt, waarmee hij zich wederom op het brede terrein van de progressieve jazzrock begeeft.
Met lange instrumentale songs waarin ’s mans gitaarspel meer dan centraal staat, kun je best stellen dat “Next Stop” een ambitieus project is. John Irvine laat zich dan ook bijstaan door Alan Emslie (Soft Monster) en Doug Kemp , die zich op drums en respectievelijk basgitaar uitstekend van hun taak kwijten.
Op dit subliem geproduceerde, atmosferische album heeft geluidskwaliteit duidelijk maximale aandacht gekregen. De schijf klinkt werkelijk adembenemend en zowel mix als mastering zijn een lust voor het oor. Daarbij komt dat John Irvine een behoorlijk eigen en dus herkenbare sound heeft. Met harmonie en akkoordkeuze gaat hij zeer vakkundig te werk en dat levert binnen songs die eigenlijk verrassend ‘makkelijk’ in het gehoor liggen veel inspiratie voor iedereen die met bovengemiddelde aandacht naar gitaristen luistert.
Heel doelbewust kiest hij zijn eigen geluid. Luisterend naar de composities zou het warme geluid van een archtop jazz gitaar of minimaal een fraaie semi-hollow variant volledig op zijn plek zijn. In plaats daarvan kiest Irvine overwegend voor een Steinberger solid body gitaar met een behoorlijk overzichtelijk pedaalboard. Zijn heldere geluid met een scherp randje en loepzuivere intonatie komt wellicht nog meest in de buurt van ons aller Alex Lifeson, en mede hierdoor komt het ‘rock’ aandeel binnen de noemer ‘jazzrock’ volledig tot zijn recht. “Next Stop” is regelmatig warm en intiem, maar kent sowieso een voortreffelijke dynamische balans.
Uit bovenstaande mag duidelijk zijn dat een album als “Next Stop” zeker meerwaarde heeft voor liefhebbers van (jazz) gitaristen, muzikanten in het algemeen en audiofielen die eens lekker van de apparatuur willen genieten. De composities vragen tijd, maar zijn overigens ruim boven de bovengemiddelde kwaliteit, kennen flink wat avontuurlijke routes met minder voor de hand liggende sluipwegen en steken een gemiddelde progrelease naar de kroon.
Er is dus genoeg te genieten, maar ik stel mij zo voor dat “Next Stop” niet voor iedereen is. Als je wat steviger bij de les gehouden wil worden kan je geduld zo nu en dan aardig op de proef gesteld worden. Ik daag echter een ieder uit de handschoen op te rapen en in alle rust te genieten van dit album, waar met heel veel zorg en liefde aan gewerkt is. Vakmanschap verloochent zich ook nu niet, zoveel mag duidelijk zijn.
Govert Krul