John Irvine past wat mij betreft naadloos in het rijtje Antony Kalugin en Rick Miller. Muzikanten die met de regelmaat van een Zwitsers uurwerk stug blijven doorgaan met het in eigen beheer uitbrengen van muziek. Zeg maar een bodemloze koektrommel: de koek is smakelijk en nooit op.
Met “The Starships Are Gathering” is de Brit John Irvine toe aan zijn zevende album, dit is het tweede van een trilogie. Het volledig instrumentale album is een muzikale weergave van een sciencefictionachtig verhaal uit het brein van Irvine. Een verhaal met een goede afloop, dat verklap ik alvast wel.
Ook op dit schijfje doet Irvine vrijwel alles zelf. Net als op het voorgaande album is Andrew Scott verantwoordelijk voor de drums. Al is het Irvine die vooral met toetsen een vet stempel op het geheel drukt. Dat wordt gelijk duidelijk op het openingsnummer All Systems Go!, vijf minuten met krachtige en dynamische symfo en een overvloed aan toetsen, met een spaarzame gitaarriedel.
Het vervolg, The Archimedean Point, trekt in midtempo voorbij als ware het een zwoele zomeravondbries. Ik denk met weemoed terug aan de serie Miami Vice, waarbij deze muziek prima past. Op de muziek van Irvine wordt vaak de stempel ‘fusion’ gedrukt. Op dit album komen deze invloeden minder naar voren, met uitzondering van The Electric Were Down. Naast fusion hoor je een afwisseling van toetsen en vrij zware gitaarpartijen, waardoor het nummer doet denken aan Scott Mosher. Met ruim tien minuten is Lacus Temporis het langste nummer. Tien, zeven of vier minuten, dat maakt voor deze muziek niet veel verschil. De herhalingen en terugkerende patronen zorgen niet voor verrassing. Het is alsof de ruimteschepen varen op de automatische piloot.
Alien Interceptor is met een minuut of drie kort, maar tegelijk vrolijk en springerig. Ondanks de beperkte speelduur werkt de ADHD-achtige muziek op mijn zenuwen. Vanaf Baptism Of Fire: Gordian Knots raakt Irvine mij kwijt, of is het andersom? Er ontbreekt afwisseling en de muziek maalt maar door in vrijwel dezelfde instrumentatie en maatsoorten. Mijn enige opwinding is de drumsolo die in The Great Polyandrium In The Sky voorbijkomt.
Met dit album levert John Irvine een degelijk en vakkundig gemaakt album af. Helaas ontbreken verrassende elementen die mij rechtop doen zitten. Noem het een spanningsboog die in de muziek van bijvoorbeeld de Franse fusionband Priam wel aanwezig is.