Pessimistisch stelletje, die Canadezen van De Laatste Vredige Dagen Van Overvloed, althans zo vertaal ik vrijelijk hun groepsnaam. Omdat de muziek die ze spelen niet zo gangbaar is, vonden ze dat ook maar een niet gangbare groepsnaam moest worden gevoerd. Wat ben ik toch blij dat Saga en Rush daar destijds heel anders over dachten.Plenty (zo noem ik ze gemakshalve maar even) is één van de ogenschijnlijk vele nieuwe groepen afkomstig uit de regio van Toronto. Ogenschijnlijk, want de groep kent zijn oorsprong al in 1989.
Het valt moeilijk voor te stellen dat men 16 jaar nodig heeft gehad om met een debuutalbum op de proppen te komen. Dat klopt, want men heeft er ‘maar’ 11 jaar over gedaan. Toch ben ik de mening toebedeeld dat die tijd veel beter benut had moeten worden. Het al eerder in 2005 uitgegeven “Headphone Gallery” is immers een vrij onsamenhangend album. Er is ook lang niet altijd sprake van progressieve rock, niet zelden klinkt het ook allemaal wat gewoontjes.
Het openingsnummer Sand In Rain hoort gelukkig niet tot de gewone categorie. Het is een gedreven nummer met David Gilmour-achtig gitaarspel van Doug Stevens, een meer dan verdienstelijk gitarist. Het hele nummer heeft hierdoor nogal een Pink Floyd sfeer (periode “Division Bell”), niet in het laatst door de ondersteunende stem van de illustere zangeres ‘Juice’.
Het instrumentale Asleep At The Wheel heeft een hoofdrol voor drums en gitaar, waarbij het gitaarspel me nu wat doet denken aan High Wheel. Het is een overwegend dreigend en onheilspellend nummer, net als het noodweer aan het begin. Dit gevoel wordt nog versterkt door flarden van gesproken en fluisterende teksten.
Evenals als PRESSURE is ook Mr. Boggs en het instrumentale Invisible Man een bewijs van de wisselvalligheid van het album. Het zijn drie niemendalletjes die de speelduur van het album onnodig verlengen. A Classic Past is zelfs helemaal geen prog, maar neigt meer naar (Southern) rock. Zanger Al Webster voelt zich in dit soort rustige nummers overigens wel veel beter thuis.
Wanneer de kruitdampen na The Ironclads (Hampton Road) letterlijk zijn opgetrokken vliegt Al Webster in My Macabre Machine met zijn zang figuurlijk gezien behoorlijk uit de bocht in deze vrij snelle rocker in een onvervalste driekwartsmaat. Hoezo gewoontjes? Muzikaal is het daarentegen wel redelijk in orde, compositorisch helaas weer niet…
Van een geheel andere orde is het dik 18 minuten durende epos The End Of An Era. Dit nummer is ook de bevestiging dat Al Webster zich vooral niet moet inlaten met muziek die hem verleidt tot stemverheffing. Het is ook nu weer de sfeer van Pink Floyd die op dit nummer rondwaart. Fraaie tussenstukken met mooie zang en akoestische gitaar, goed getimede tempowisselingen en harmonieuze samenzang. Ze kunnen dus toch écht wel een behoorlijke progrock compositie schrijven. Des te groter is voor mij het raadsel waarom deze heren zich niet volledig op dit soort nummers toeleggen.
We hebben hier dus te maken met een onsamenhangend album dat concept en/of thema ontbeert. Het is heel goed mogelijk dat alles er op een volgend album beter uit komt. Het laatste nummer is zeker aanleiding om daartoe enige hoop en zelfs lichte verwachting te koesteren.
De Laatste Vredige Dagen Van Overvloed zijn daarom nog net niet allemaal geteld.
Hans Ravensbergen