Prog staat niet direct bekend om zijn grooves. Daarvoor heb je een zekere herhaling nodig die vaak wordt geslachtofferd ten faveure van virtuoze verhandelingen. Niettemin hoeft er niet tussen het een en het ander te worden gekozen aangezien het wisselen tussen repetitie en virtuositeit het beste van beide naar boven kan halen. Dat blijkt in elk geval op dit album van The Legendary Flower Punk Band.
Het valt op hoe hypnotisch en pakkend de ritmes hier zijn, hetgeen resulteert in springerige, lenteachtige muziek die nog het meest in het verlengde ligt van een band als Ozric Tentacles.
Daar waar het vorige album, “Zen Variations”, regelmatig pastoraal van klankleur is, heeft deze plaat een groot stadse sfeer, waarbij een supersonische snelheid voorop lijkt te staan. De dance-invloeden verstevigen dit gevoel. Desalniettemin worden ze dikwijls doorbroken door symfonische toets- en gitaarpartijen. Deze combinatie blijkt goud waard! De strakke welhaast dansbare ritmes bieden namelijk een uitstekende ondergrond voor de wervelende instrumentatie, waardoor de composities iets weg hebben van een maalstroom. De luisteraar wordt zo steeds dieper in de muziek getrokken.
Dit merken we bijvoorbeeld op Prince Mojito. Dit nummer begint gewichtig. Bubbelende synthesizers klieven echter al snel door de strakke lijnen heen en verkopen overtuigend een gevoel van snelheid. Naar mate het nummer vordert, komt de focus steeds meer op de gitaren te liggen en wordt de toon extatischer. De wijze waarop dit nummer opbouwt, vind ik erg sterk; geleidelijk en welhaast als vanzelfsprekend wordt de spanning opgeschroefd. Een meer chaotische ervaring vinden we op Hexagram. Dit is wellicht mijn lievelingsnummer op deze plaat! De hoekige ritmes doen denken aan Jaren ‘80 King Crimson en daarboven voegt de band een aantal dance- en jazzuitbarstingen toe. Echt een versmelting van deze verschillende stijlen wordt echter niet tot stand gebracht, daarvoor zijn de overgangen te abrupt, maar ook als collage werkt dit nummer uitstekend. Een ronduit explosieve compositie! Tot slot valt Trance Fusion Pá Ryska op door de mooie, draaierige melodieën die zo fris zijn als pas gesnoeid lentegras. Na drie en een halve minuut wordt klassiek pianospel, verzorgd door Kleb Koyaldin, geïntroduceerd, hetgeen een verrassende en grandioze wending vormt. Het doorbreekt op prettige wijze de uptempo-natuur van de rest van de nummers. Een broodnodig rustpunt.
Het is daarom jammer dat dit nummer aan het eind van het album is geplaatst. Het rustpunt komt te laat! Deze plaat van begin tot eind beluisteren was in elk geval een enigszins vermoeiende ervaring, wat verholpen had kunnen worden door vaker de snelheid te verlagen. Dat is wellicht ook de ironie van dit soort uitbundige, flitsende muziek: het verliest al snel zijn effect als er niet genoeg subtiele, gelijkmoedige momenten aanwezig zijn voor contrastwerking. Naast dit kritiekpunt, valt eigenlijk alleen Azulejo tegen. De compositie vind ik ietwat nietszeggend, hoewel de fluitpartijen dan wel weer sterk zijn. Het is gelukkig het enige mindere moment op deze plaat.
Deze Russen hebben kortom een prettig album afgeleverd met een gaaf bandgeluid. Wellicht had meer variatie in sfeer geresulteerd in een meer overtuigende ervaring. Nochtans is het niveau van de nummers welhaast consequent hoog. “Wabi Wu” is hierdoor een opvallende plaat die zeker het proberen waard is.