Anno 1971 was The Moody Blues inmiddels zo groot, dat ze het zich konden veroorloven een plaat uit te brengen welke niet vooraf werd gegaan door een single. Maar in plaats verwaand en verwend te klinken, maakt “Every Good Boy Deserves Favour” duidelijk dat The Moody Blues dan eindelijk volwassen is geworden. Na het kwakkelende “A Question Of Balance” is deze opvolger gemaakt in dezelfde stijl, maar dan aanmerkelijk beter. En er zijn ook enkele verschillen.
De toon van de hele plaat wordt bepaald door het haast instrumentale Procession, een groepscompositie, maar meer een geslaagd experiment rondom de introductie van het elektronische drumkit van Graeme Edge, een primeur. Het verrassend spannend opgebouwde nummer, dat telkens wordt onderbroken door uitroepen als “Desolation!!” “Creation!!”, is ook opmerkelijk te noemen door de komst van de Mini-Moog, die op deze plaat wordt geïntroduceerd. We hebben het over een draagbare synthesizer bij The Moody Blues! Toch is de plaat, net als het meeste van The Moody Blues, voornamelijk gitaar-gericht, vooral akoestisch. Vandaar de titel, een rijmpje op het gitaarschema EGBDF.
Na deze verbluffende en voor Moody Blues-begrippen behoorlijk experimentele groepscompositie, volgen acht klassiek opgebouwde popsongs overeenkomstig de bekende Moodies-ingredienten: composities die beïnvloed zijn door zowel klassiek als folk, waarin het schrijverstalent van de vijf (jawel!) heren naar voren komt. Acht topcomposities van een band op niveau, zonder tastbare ontwikkeling (behalve in het instrumentarium). Op en top Moody Blues is “Every Good Boy Deserves Favour”, een plaat zonder hoogtepunten, maar ook eentje zonder een zwak moment.
Dat gezegd hebbende, heb ik wel mijn eigen favorieten. Zo is daar het ontzettend lieve Emily’s Song, door John Lodge geschreven voor zijn toen net geboren dochter. Ik zou wel willen weten hoe Emily nu naar deze compositie kijkt (ze moet ongeveer even zo oud zijn als ik nu). Het is een eenvoudig nummer, akoestisch gedragen en de aanwezigheid van de Mini-Moog is subtiel. Het ultra-spannende You Can Never Go Home geldt als een van de beste composities van Justin Hayward. Behalve behept met meerdere zalige melodielijnen die kleven aan je oren, is het nummer ook voorbeeldig gearrangeerd, met als opvallendste kenmerken het bekende (gedubbelde) stemgeluid van Hayward, de knappe baslijntjes van Lodge en de overal doorheen kruipende elektrische gitaar van Hayward. Opmerkelijk genoeg laat Hayward ook in The Story In Your Eyes horen prima te kunnen soleren.
Mike Pinder’s enige nummer op deze plaat is de afsluiter My Song, waarin zijn desolaatheid, reeds ingezet op vorige platen, compleet is. “How can I tell you? Love can change our destiny” zingt hij verbeten tegen een generatie die het klaarblijkelijk niet wil horen. “…for it’s too late!” zingt hij ook ergens verder. Het middenstuk bevat een klassiek gedeelte dat lijkt op The Voyage van “On The Threshold Of A Dream”. Je hoort Pinder zwaar ademhalen, alsof hij in dit tijdsgedeelte geen lucht weet te krijgen. De fluit van Thomas geeft wat verlichting en langzaam voel je de zon opkomen. Een verbaasde Pinder besluit het nummer met dezelfde soort frasen waarmee hij opende. “The Song That Never Ends”, zingt hij, zodat deze compositie niet anders kan eindigen zoals het doet.
De overige composities die de plaat sieren, zijn goed doch niet opvallend. One More Time To Live duurt wat te lang en kent dezelfde uitroepen als Procession. Mooi is echter dat in de aanloop de samenzang steeds toeneemt en tot een hoogtepunt komt in het refrein. Ray Thomas levert ons twee liedjes in zijn typerende stijl. Daarvan vind ik Nice To Be Here het beste. Hoewel het nummer zeer simpel klinkt, lijkt het mij een verschrikkelijk moeilijk te spelen nummer. Let bijvoorbeeld op het verbluffende basspel van Lodge in dit nummer.
Het moet voor de fans van die dagen een opluchting zijn geweest The Moody Blues te horen terugkeren naar een meer dan acceptabel niveau. “Every Good Boy Deserves Favour” is weliswaar geen meesterwerk, maar het is een meer dan prettige luisterervaring. De Moodies hebben hun stijl uitgekristalliseerd. Weg zijn de thema’s, weg zijn de hippie-idealen, weg ook een beetje de magie. Het gaat goed met ze. Hmm, tijd dat ze ruzie gaan maken.