Eén van mijn allereerste platen was een mysterieus dubbelalbum dat gewoon “The Moody Blues” heette. Het was een plaat op het Deram label, als je de hoes open klapte zag je dat het een album was uit een serie van ruim vijftig van dergelijke platen, het artwork een grote paarse krul met daarin een afbeelding van de artiest. Bij The Moody Blues was dat een tekening van een oude man die een goudkleurig ding aan een touwtje had waarmee hij een kindje aan het hypnotiseren was. Vreemder en vreemder. Pas veel later ontdekte ik dat dit wonderlijke album gewoon “Days Of Future Past” en “In Search Of The Lost Chord” bevatte, met de hoes van “Every Good Boy Deserves Favour” erop. Maar tegen die tijd had ik de platen al helemaal grijs gedraaid.
Nu is het inmiddels vijftig jaar geleden dat “In Search Of The Lost Chord” het licht zag en zoals dat hoort tegenwoordig brengt Universal het album maar weer eens uit. Nodig is dat niet, want er zijn op dit moment nog minstens zes versies in de handel, maar jij en ik weten toch al dat we het ding gaan kopen, dus waarom niet? En om je helemaal gek te maken is er ook een limited edition uit met het album in de originele stereomix, een nieuwe stereomix en een 5.1 surround mix, naast een plaat met BBC Radio uitvoeringen en andere versies die toentertijd niet goed genoeg werden bevonden, en een dvd met BBC televisie opnames. Het kan niet op, maar uiteindelijk draait het toch om die twaalf liedjes.
Die zijn, zoals we al lang weten, geniaal. “In Search Of The Lost Chord” bevat het allerbeste nummer dat de band ooit maakte, The Actor, en daarnaast nog een aantal favorieten, zoals Ride My See-Saw, Legend Of A Mind, Voices In The Sky en The Best Way To Travel. “Had mijn vrouw maar één zo’n been,” zou Godfried Bomans zeggen. Elke muzikant zou zijn linkerbeen geven voor één van die liedjes, deze dragers van onfortuinlijke snorren schreven er al tien voor het ontbijt.
Na het enorme avontuur van “Days Of Future Past” en het onwaarschijnlijke succes dat de plaat had, lijkt “In Search Of The Lost Chord” een wat minder ambitieus album, maar niets is minder waar. In het aardige boekje dat bij de simpele versie van de nieuwe uitgave zit vertelt John Lodge dat de band 33 verschillende instrumenten de studio in sleepte, en dus hoor je een sitar, een hobo, een cello, tablas en nog veel meer exotische geluiden. Bovenal hoor je de Mellotron, want zonder orkest kreeg Mike Pinder lekker de ruimte om alle mogelijkheden van het wonderorgel te onderzoeken. Daarbij zijn het tweedelige House Of Four Doors en het psychedelische Legend Of A Mind progressieve mini-epossen van grote klasse. Dat het hele album scheef staat van de LSD is inmiddels geen verrassing meer: vanaf het hysterische gedichtje in de opening tot de laatste mantra’s op OM, alles wasemt hallucinatoire middelen.
Als je dit album nog niet in je collectie hebt (ha ha ha) stel ik toch voor dat je de limited edition koopt. Die is wel een stukje duurder, maar de simpele, enkele versie die ik voor deze recensie mocht beluisteren bevat de originele stereo mix en daar valt, vijftig jaar later, toch wel het een en ander op af te dingen. Ik vind het allemaal enorm boomy, de bas klimt zowat uit de speakers om je in je maag te stompen. En op de meeste nummers vind ik de balans wat eigenaardig. Dat is geen kritiek op deze uitgave, maar op de originele stereo mix. De band nam op met een 8-sporen recorder, wat in die tijd een enorme vooruitgang was, maar met 33 instrumenten nog steeds een beperkt medium. In sommige nummers, zoals Visions Of Paradise, verzuipt de zang bijna in de golven Mellotron en op andere momenten klinkt de boel een beetje overstuurd. Dat zal in de nieuwe stereo mix of de 5.1 surround mix wel een stukje beter zijn, vermoed ik.
Deze versie sluit af met de versies die Deram op single uitbracht. Het zijn mono mixen waarvan ik niet snap dat ze steeds weer opnieuw uitgebracht worden. De band had zich immers de kolere gewerkt om het stereobeeld zo perfect mogelijk te krijgen. Dat er voor de singletjes een mono versie moest komen was dan ook een compromis dat je niet moet blijven vieren. Wel is het aardig om A Simple Game weer eens te horen, de B-kant van de single van Ride My See-Saw.
“In Search Of The Lost Chord” is een meesterwerk en naar mijn zeer onbescheiden mening ook nog eens één van de allerbeste platen die The Moody Blues ooit uitbracht. Het hoort echt in je collectie, al was het maar voor The Actor. Vijftig jaar na dato klinkt het – ook in deze versie – nog steeds even muf, maar de muziek is tijdloos, spannend, inventief en bloedmooi.