Moody Blues, The

Long Distance Voyager

Info
Uitgekomen in: 1981
Label: Threshold
Website: http://www.moodyblues.co.uk/
Tracklist
The Voice (5:11)
Talking Out Of Turn (7:17)
Gemini Dream (4:05)
In My World (7:17)
Meanwhile (4:07)
22.000 Days (5:24)
Nervous (5:40)
Painted Smile (3:22)
Reflective Smile (0:36)
Veteran Cosmic Rocker (3:09)
Graeme Edge: drums
Justin Hayward: zang, gitaar
John Lodge: zang, bas
Patrick Moraz: toetsen
Ray Thomas: zang, fluit
Collected (2007)
December (2003)
Strange Times (1999)
Keys Of The Kingdom (1991)
Sur La Mer (1988)
The Other Side Of Life (1985)
The Present (1983)
Long Distance Voyager (1981)
Octave (1978)
Seventh Sojourn (1972)
Every Good Boy Deserves Favour (1971)
A Question Of Balance (1970)
To Our Children's Children's Children (1969)
On The Threshold Of A Dream (1969)
In Search Of The Lost Chord (1968)
Days Of Future Passed (1967)
The Magnificent Moodies (1966)

Laten we eens allemaal samenscholen en kijken wat de ‘veteran cosmic rockers’ ons in de jaren tachtig te melden hadden. Ga naast dat jongetje staan en verbaas je over hoe The Moody Blues zijn getransformeerd tot nog steeds een hofleverancier van gesneden, zoete, symfonische pop. Nee, geen Mike Pinder meer aanwezig. Met zijn vertrek zijn de laatste dampen van de psychedelische pepmiddelen voorgoed verdwenen.

Zélfs door veel Moody Blues-fans wordt het latere werk van hun favoriete groep niet geheel op waarde geschat. Zeker, de nostalgische waarde van de ‘klassieke zeven’ is groter dan de werken die ons vanaf “Octave” nadruppelen, de output is toch niet geheel onbelangrijk. Sterker nog, de twee door Pip Williams geproduceerde platen uit het begin van de jaren tachtig reken ik als meesterwerken, zij het van een geheel andere orde.

Na het toch tegenvallende “Octave” uit 1978 móesten The Moody Blues ook wel. Dus werd met deze “Long Distance Voyager” qua hoesontwerp en orkestrale invulling weer geheel teruggegrepen op de sound uit de jaren zeventig, hoewel met een voor die tijd veel modernere aanpak. Met name de invloed van de Zwitser Patrick Moraz (voorheen Refugee en Yes) levert met zijn toetsenarsenaal een totaal ander spectrum op. Voor de liefhebbers van de Mellotron van Pinder is dat slecht nieuws, want Moraz gebruikt het nieuwste van het nieuwste. Daardoor klinkt de plaat ondanks de deels ‘oude’ insteek, erg jaren tachtig.

Gelukkig heeft producer Pip Williams ervoor gekozen het New World Philharmonic Orchestra uit te nodigen, waardoor tracks als Talking Out Of Turn en met name In My World klinken als mini-rocksymfonieën. Lijkt me voor lezers van deze site geen onoverkomelijk bezwaar.

Belangrijkste bij al deze constateringen is natuurlijk de vraag of de kwaliteit van de composities in orde is. Daar kan een volmondig ‘ja!’ op geantwoord worden. De composities van Justin Hayward zijn zoals normaal het beste. Hij opent de plaat met de relatief succesvolle single The Voice, een heerlijk meezingnummer. Hij overtreft zichzelf in het uitermate zoete, maar juist daarom zo succesvolle In My World, dat mag gelden als één van zijn beste composities in de jaren tachtig. Het is prachtig hoe een nummer, ogenschijnlijk zo simpel, zoveel gevoel en passie kan krijgen. Mierzoet, maar ja, dit zijn nog steeds The Moody Blues. Rond de vijf minuten lijkt het nummer afgelopen, maar doodleuk begint het weer en krijgen we een gitaarsolo van Hayward die zijn weerga nauwelijks kent binnen het oeuvre van The Moody Blues.

Ook John Lodge is in topvorm. Nervous heeft een hoog Air Supply-gehalte, maar het is een goed nummer. Zijn Talking Out Of Turn is echter een dijk van een nummer, dat aan het einde mooie orkestrale arrangementen kent dat het nummer op een nog hoger plan tilt. Daarbij komt dat Hayward het nummer voorziet van een aantal prachtige, goed geplaatste gitaarsolo’s.

De plaat sluit af met een drieluik waarin Ray Thomas het thema van de overigens prachtige hoes verwoordt. Het betreft twee werkelijk briljante composities met een Thomas in vocale topvorm, onderbroken door een voorgelezen gedicht, waarmee gelijk een goede traditie wordt opgepakt. Thomas schildert zich in beide songs af als een nar, die – tegen beter in – het publiek probeert te vermaken met wat hij goed vindt. Kermisgeluiden maken dat het totale werkje een sfeertje krijgt van nostalgie en spijtig terugkijken op het roemrijke verleden van de Moodies. “So be thankful for your greasepaint clown. If loneliness wears the crown if the veteran cosmic rocker” is een veelzeggende tekst in dat opzicht.

De reden waarom ik “The Present” van twee jaar later hoger inschat zal ik daar beargumenteren. In elk geval kan ik nu al zeggen dat “Long Distance Voyager” twee iets mindere composities kent. De Graeme Edge-compositie 22.000 Days heeft een leuke tekst (reken maar uit, het klópt, min of meer), maar is verder niet echt bijzonder. Ook de sterk rockende ‘Blue-Jays’-track Gemini Dream kan niet geheel mijn goedkeuring wegdragen. Dat neemt niet weg dat “Long Distance Voyager” in zijn totaliteit meer dan overtuigt. Het is absoluut een plaat die zich moeiteloos kan meten met het beste van de ‘klassieke zeven’.

Ach, kijk nou die arme veteran cosmic rocker. Hij is bang dat ie zal sterven. Niet getreurd, ik zie daar de Voyager opdoemen aan de horizon. Wat brengt hij ons? Nóg een meesterwerk?

Markwin Meeuws
Koop bij bol.com

Send this to a friend