De plaat waar het bij mij mee begon. Ik was drie jaar en raakte als beginnende mens bijzonder gefascineerd door de hoes, waar iets van een boom mij duister aankeek. Ik was er niet bang voor, integendeel, ik wilde telkens dat mijn ouders de plaat draaiden, daar in de Wesselstraat in Den Haag. Wist ik veel dat ik er dertig jaar later een recensie over zou schrijven! Als kind vond ik het begin, het gedicht van Edge in In The Beginning natuurlijk zeer intrigerend (“Of course you are my bright little star!”). Ik snapte er niks van, maar vond het erg mooi.
En ook vandaag de dag vind ik het een meer dan uitstekend begin van de volgende klassieke Moody Blues-plaat, wellicht iets minder van kwaliteit dan de vorige twee, maar nog steeds een meesterwerk. Wel een triest meesterwerk, dat een Moody Blues laat zien, niet alleen op de grens van hun dromen, maar ook op de grens van de jaren zestig naar de jaren zeventig. Een gevoel van verlorenheid en angst voor de toekomst druipt van alle nummers af. Lodge kan geen afscheid nemen van de jaren zestig, waardoor Send Me No Wine en To Share Our Love bijna lijken op een parodie. Ze duren niet zo lang en Lodge zal op volgende platen leren van deze foutjes. Leuke foutjes en waar blijkt dat Lodge niet in topvorm is, is Hayward dat wel. Hij levert het bekendste nummer van de plaat, de hit Never Comes The Day en het vrolijke, goed beginnende Lovely To See You. Het zeer rustig openende Never Comes The Day valt uiteen in twee liedjes en mooi is hoe Hayward in het eerste gedeelte de samenzang met zichzelf deelt. Dan loopt het zoetjes over en klimt het naar een drukker stuk, met harmonica-klanken van Thomas, naar het “you know it’s true”-gedeelte, dat als refrein dient.
Van de Oosterse trekjes valt niets meer te bespeuren. Weg zijn de kruidendampen en de invloeden van verruimende middelen. The Moody Blues bewijzen ook zonder klassieke tussenstukjes of mystieke inkledingen een goede plaat tot stand te kunnen brengen. Zelfs opperhippie Mike Pinder blijkt teruggekeerd naar het hier en nu middels So Deep Within You en het fantastische Have You Heard, dat in drie delen uiteen valt. Het mag gelden als het hoogtepunt van de plaat en kent in de vorm van The Voyage een ongekend heftig en zeer klassiek geïnspireerd instrumentaal stuk, welk de omliggende compositie naar een hoger niveau tilt.
Het meest trieste liedje vind ik Lazy Day van Ray Thomas. Het is een uitstekend nummer, begrijp me niet verkeerd, maar de luie zondag zal na beluistering nooit meer hetzelfde voor je zijn. Thomas is weer zijn fluitende zelf in het trage Are You Sitting Comfortably?, maar ook Dear Diary heeft datzelfde treurige gevoel over Thomas’ bijdragen aan deze plaat.
Zo blijkt dat “On The Threshold Of A Dream” weinig hoop geeft voor de toekomst op aarde. The Moody Blues hebben het hippietijdperk voorgoed verlaten en zien weinig vertrouwen in de jaren zeventig. Deze plaat, als afscheid van die jaren zestig, is een document alleen al om die reden.
Markwin Meeuws