Toen Keith Emerson op 10 maart 2016 op tragische wijze de hand aan zichzelf sloeg was hij, na Chris Squire, het tweede grote prog-icoon uit de jaren zeventig die binnen een tijdspanne van negen maanden overleed. Dat de progwereld binnen de daarop volgende tien maanden nóg twee grote namen uit die beginperiode zou verliezen, Greg Lake en John Wetton, dompelden veel progliefhebbers in diepe rouw.
Focale Dystonie, een spieraandoening in zijn rechterhand, had Emerson al vaker genoodzaakt om verstek te laten gaan. Zo moest hij ook in 2009 een concert in Cultuurpodium Boerderij afzeggen vanwege die kwaal en de laatste comeback van Emerson, Lake & Palmer in 2010 op het High Voltage-festival in London liet pijnlijk zien hoezeer de kwaal zijn spel beïnvloedde.
De wetenschap dat hij zijn eigen muziek niet meer naar behoren kon uitvoeren was voor hem uiteindelijk ondraaglijk…
Al snel werden er plannen gesmeed voor een tribute-concert. Zo organiseerde voormalig collega Carl Palmer een speciaal tribute-concert op 24 juni 2016 in Miami.
Een maand eerder, 28 mei 2016, vond in het El Rey Theatre in Los Angeles The Official Keith Emerson Tribute Concert plaats. Dit concert werd georganiseerd door Marc Bonilla, die Emerson flankeerde in de Keith Emerson Band, in samenwerking met Keith’s familie. Het werd een concert met collega-muzikanten en vrienden van Keith uit de Los Angeles muziekscene, waar Emerson zijn laatste jaren vertoefde.
Zo zien we Greg Bissonette, Joe Travers, Troy Luccketta, Travis Davis, Mike Wallace, Ed Roth en Mick Mahan, die allemaal deel uitmaakten van de “Boys Club” of later de Keith Emerson Band, en de Noorse dirigent Terje Mikkelsen die het orkestrale “Three Fates Project” samen met de Keith Emerson Band realiseerde. Tevens van de partij zijn Jeff “Skunk” Baxter en Rick Livingstone die Emerson in de jaren negentig vergezelden in het roemruchte gezelschap “The Best”. Daarnaast een aantal toetsen-collega’s van Emerson zoals Brian Auger, Eddie Jobson, Jordan Rudess, Steve Porcaro, CJ Vanston, Jonathan Sindelman, Philipp Saisse, Kae Matsumoto (protegé van Emerson) en Rachel Flowers (bekend vanwege haar vertolkingen van Emerson). Tot slot gitarist Steve Lukather en drummer Vinnie Colaiuta.
Het heeft uiteindelijk vijf jaar geduurd voordat de registratie van dit uitzonderlijke concert het levenslicht zag. Bonilla had, samen met de familie van Emerson, besloten dat alle opbrengsten zouden gaan naar het Keith Emerson Fund van de Dystonia Medical Research Foundation. Alle musici hadden belangeloos meegewerkt aan dit concert. Datzelfde moest ook gelden voor het label dat de registratie uit zou brengen. Uiteindelijk toonde Cherry Red Records zich in 2020(!) bereid om de release belangeloos te verzorgen.
Het uiteindelijke pakket bevat een dubbel-cd met de registratie van het concert. Een aantal aankondigingen zijn hier weggelaten en Fanfare For The Common Man is beperkt tot de intro met de blazers. Op DVD 1 vinden we de registratie van het concert, op DVD 2 een aantal toespraken, interviews en foto’s. Dat laatste is niet erg belangwekkend, dus laten we ons tot de concertregistratie beperken.
We zien een volgebouwd podium met een drumstel, diverse gitaarversterkers en een aantal batterijen met toets-instrumenten, waaronder natuurlijk een Hammond, een vleugel, diverse synthesizers én de grote modulaire Moog, “het tabernakel” van de synthesizers, links op het podium.
Daardoor is er weinig bewegingsvrijheid voor de musici. Bij Fanfare For The Common Man krijgen de koperblazers zelfs een krap plekje achter het drumstel en moeten ze vanaf de zijkant worden gedirigeerd door Terje Mikkelsen. Erg indrukwekkend overigens. Daarna mag Eddie Jobson op zijn eigen VAX-77 keyboard het nummer met de typische Emerson-Yamaha GX1-sound subliem naar een goed einde brengen.
We krijgen een goede dwarsdoorsnee van Emerson’s carrière voorgeschoteld met een vleugje The Nice, veel ELP en een paar tracks uit de Keith Emerson Band-periode.
Er wordt weinig afgeweken van de originele versies. Aangename uitzondering hierop is Hoedown, dat door Baxter, Wallace en Bonilla wordt uitgebouwd tot een waar stukje country-rock. Daarmee wordt het nummer teruggebracht naar de roots waar Aaron Copland zijn inspiratie voor zijn compositie vandaan haalde. De iets minder positieve uitzonderingen vind ik persoonlijk de versies van From The Beginning en Nutrocker, waar Philippe Saisse in zijn improvisaties iets te veel naar zijn jazzy idioom uitwijkt.
Na een spetterende Karn Evil 9, Part 2 met uitstekend toetsenspel van Jonathan Sindelman en prima zang van Bonilla mag Steve Porcaro zich op de Hammond wagen aan The Barbarian. Het is mooi om te zien hoe geïnspireerd Porcaro, met zijn fysieke speelstijl, zich uitstekend kwijt van deze taak. Opvallend is hoe dicht Greg Bissonette met zijn speelstijl bij het originele drumwerk van Palmer komt. Kleine kanttekening vind ik het hoge tempo waardoor het heerlijk slepende karakter van dit werk enigszins verloren gaat.
Na het weinig indruk makende Touch And Go en het melodieuze A Place To Hide, een compositie van Bonilla zelf, zien we een fraaie ingetogen Tribute to Keith. Deze wordt door CJ Vanston uitgevoerd naar een eigen inspiratie. Hij wordt hierbij ondersteund door een, met vlagen, valse cello.
Dat brengt ons bij een aantal onbetwiste hoogtepunten van de avond. The Endless Enigma, nooit live door ELP gespeeld, met een glansrol voor Rachel Flowers op de piano. Enige verschil met het origineel is dat het compleet instrumentaal wordt uitgevoerd, misschien was dat ook wel de reden waarom Greg Lake dit niet live aandurfde.
Een ander hoogtepunt is Take A Pebble met fraai subtiel pianospel van CJ Vanston, compleet met vingers over de snaren van de vleugel wrijven, en sterke zang van bassist Travis Davis ditmaal.
“Piece de resistance” moet natuurlijk Tarkus zijn. Jordan Rudess had hier duidelijk het nodige huiswerk voor verricht. Hij wordt door Travis Davis en Troy Luccketta vakkundig op respectievelijk bas en drums bijgestaan.
Lucky Man krijgt in de intro een heerlijk soft country tintje door de zwevende pedal steel gitaar van Jeff “Skunk” Baxter. Indrukwekkend is hoe Rick Livingstone, als een indiaan in trance, zich achter de microfoon opstelt en het nummer zo iets heiligs meegeeft. Halverwege wordt overgeschakeld op een shuffle waarna Eddie Jobson de iconische solo op “het tabernakel” mag spelen: kippenvel. Aansluitend wordt meteen The Great Gates Of Kiev ingezet dat daarmee de majestueuze apotheose wordt.
Als toegift de onvermijdelijke Fanfare For The Common Man met een heerlijke groove van Vinnie Colaiuta en het jolige Are You Ready Eddy? met opnieuw sterke vocalen van Rick Livingstone.
Aan de spaarzame beelden van het, 771 personen tellende, publiek is te zien dat die er met volle teugen van genieten. Ook bij de muzikanten spat met grote regelmaat het spelplezier ervan af. Van de toetsenisten kun je over de hele linie zeggen dat ze hun, niet geringe taak, met veel respect voor de maestro hebben volbracht. Daarnaast zijn Bissonette, Luccketta en Travers als drummers uitstekend op dreef en leveren Bonilla, maar zeker ook Davis een puike vocale prestatie.
De gitaarbezetting is soms ietwat over de top, maar soms ook een aangename toevoeging op het trio-geluid van ELP.
Al met al een integere en fraaie hommage aan Keith Emerson zonder al te veel verrassingen, maar dat valt ook niet mee wanneer je een “Fanfare For The Uncommon Man” speelt.