Bruce Soord is toch maar een nijver baasje. Hij maakt soloalbums, hij produceert platen voor bands als Jethro Tull, Haken en TesseracT, en verder verschijnt er bijna elk jaar wel een album van zijn band The Pineapple Thief. Des te knapper dat de kwaliteit van al dat werk zo uitzonderlijk is. Want dat is het eerste dat je opvalt bij beluistering van “It Leads To This”: dit is een briljante plaat.
In zekere zin heeft Soord zijn geluid bepaald in 1999, toen het eerste album van de band uitkwam. Sterk beïnvloed door Radiohead en Porcupine Tree heeft hij vanaf dat moment niet meer omgekeken. Daardoor heeft hij wel het arbeidsethos van Steven Wilson, maar niet zijn experimenteerdrift. Gelukkig zijn er andere omstandigheden die leiden tot absolute progressie, zoals de komst van werelddrummer Gavin Harrison in 2017. Zoals Harrison in de tekst bij de plaat vertelt, zijn de demo’s ontstaan in zijn thuisstudio, en dat dwong Soord om met anderen over de songs en arrangementen na te denken.
De plaat vindt zijn oorsprong al in 2020, toen de pandemie Soord deed piekeren over de wereld die hij zijn kinderen wil nalaten. De teksten van de liedjes gaan over mannen uit de geschiedenis en de keuzes die zij gemaakt hebben, van Julius Caesar tot Pinochet, keuzes die ons uiteindelijk op dit moment in de tijd gebracht hebben. De vraag is: hoe nu verder? Is de wereld gedoemd? Kunnen we nog veranderen?
Het resultaat is een relatief korte plaat waar geen grammetje vet aan zit. Dat de plaat kort is, vind ik erg fijn. De ruimte op een cd staat weliswaar twee keer zoveel materiaal toe, maar dat zou veel van de kracht van deze intense muziek hebben weggenomen. Nu hebben we acht liedjes die met een groot gevoel van urgentie op een adembenemend mooie manier zijn opgenomen. De stukken lijken eenvoudig van opzet, maar schijn bedriegt. Hier bewijst zich de kracht van Harrison als componist: de stukken zijn, binnen de context van poppy progrock, ritmisch verrassend complex. De drums zijn niet van deze wereld. Soord heeft de stem die hij nou eenmaal heeft, dus de referenties aan Wilson en Thom Yorke zullen wel altijd blijven komen, maar hij zingt hier ronduit prachtig, ontroerend en doordringend. Zijn gitaarspel is ook heel sterk, beheerst en puntig, maar ook flamboyant waar nodig. Sowieso is de band zo strak als een aangetrokken aap, luister maar eens naar Rubicon.
Beheersing is een mooi woord om de plaat mee samen te vatten. Door zich te beperken tot deze acht stukken, door de muzikale beheersing in arrangementen en productie (geen overvolle synthesizermuren, zeer sobere baspartijen) en de doordachte teksten ontstaat een klein meesterwerk vol bloedmooie momenten van een band die zijn metier tot in de puntjes beheerst.
En wie toch niet genoeg van de plaat kan krijgen: er is ook een Limited Edition-versie met vier schijfjes, waaronder een cd met alternatieve versies en een Blue-ray met de 5.1-versie. Die lijken me ook erg fijn, maar de plaat is perfect zoals-ie is.