
Greg Howe – Hyperacuity
12 maart 2008
The Steve Howe Trio heeft eind 2019 een nieuw studioalbum uitgebracht met de titel “New Frontier”. Het nieuwe album is het derde album van het trio, opgericht door de gevierde Yes-gitarist Steve Howe, en is een vervolg op het studioalbum “The Haunted Melody” uit 2008 en het livealbum “Travelling”(2010).
Opnieuw met zoon Dylan Howe op drums en Ross Stanley op orgel, laat “New Frontier” de instrumentale talenten van de drie muzikanten zien en de jazz/fusion-kant van Steve Howe die zijn muzikale persoonlijkheid weerspiegelt. “New Frontier” bevat ook drie composities die mede zijn geschreven door Howe en zijn voormalige Yes-bandmaat Bill Bruford. Er is geen zang en er is geen bas. Zoals je je misschien kunt voorstellen, is het vooral ‘easy-listening’, zowel in de zin dat het relatief ‘easy’ is om naar te luisteren als in de zin dat het heel goed uit verborgen luidsprekers in hotellobby’s of tandarts wachtkamers zou kunnen komen. Maar daar doe ik de muziek tekort mee.
De muziek van Howe en zijn trio, hoewel overduidelijk jazzy van toon, is niet helemaal ontdaan van progrock-elementen. En hoewel het duidelijk is dat Howe een nieuwe muzikale richting verkent, de titel spreekt voor zichzelf, is er hier en daar toch sprake van een soort van progrock.
Hiatus start met herkenbare elektrische- en akoestische klanken van de meester tegen een repetitief klinkende back-up van Hammond en drums in dit korte openingsnummer. Daartegenover staat Left To Chance, met zes en een halve minuut het langste nummer op “New Frontier”. Proggy jazz zou ik bijna willen zeggen, heerlijk unisono werk van Howe en Stanley bij aanvang waarna de stemming wijzigt naar meer rocky met het kenmerkende ‘twangy’ geluid van de meester, gespeeld op de Telecaster. Zou ook jazzy prog kunnen zijn. Typisch Howe nummer met een titel die zoveel betekent als ‘overgelaten aan het toeval’. Daar lijkt het ook op.
Heerlijk Bruford-achtig drumwerk van zoon Dylan op Fair Weather Friend, niet geheel toevallig het eerste van de drie mede door de meesterdrummer gepende nummers. Cool jazz met hier en daar wat sprinkels solowerk voor Ross Stanley en Dylan Howe. Zodiac is het eerste ‘echte’ jazz nummer in mijn beleving, had zo van een album van Kenny Burrell of Wes Montgomery afkomstig kunnen zijn. Maar natuurlijk wel met een Howe-twist, compleet met relaxte shuffle op drums en dito toetsenwerk. Op Gilded Splinter, het tweede Howe/Bruford nummer gaan we volledig de andere kant op. Het nummer vertoont op bepaalde secties vooral gelijkenis met Focus en het latere solo-werk van Howe zelf. Maar dan met een ontspannen, jazzy ondertoon. De stereo gitaar van Howe klinkt vertrouwd en verrassend tegelijkertijd.
Ik kan er niets aan doen maar het thema van Showdown doet me denken aan de tune van een jaren zestig/zeventig televisieprogramma. Ik kan het helaas niet benoemen hier, luister en oordeel zelf maar eens. Fusion in de trend van Lee Ritenour en Larry Carlton, zoiets. Missing Link is een van mijn persoonlijke favorieten op het album. Misschien zijn het de overduidelijke Yes-klanken (Tempus Fugit) die dit jazzy nummer kenmerken, de lichte toets, het samenspel met het orgel en die geweldige drums. De cleane productie doet de rest. Zachte Hammond klanken begeleiden de pivoterende noten van Howe met hier en daar wat dissonante ‘twangy’ tonen in Outer Terrain. Een avontuurlijk nummer, minder jazzy dan de rest met aan het einde extra ruimte voor Dylan’s, aan Bruford verwante, drumtechniek.
Een duet tussen orgel en gitaar met wisselende stemmingen en tempi, dat is Western Sun. Ook hier weer herkenbaar akoestisch Yes geluid, virtuoos als altijd. Ook Ross Stanley krijgt zijn plek in de zon om zijn orgelspel optimaal over het voetlicht te brengen. Bill Bruford schreef mee aan The Changing Same, het ongeveer vier minuten durende slotnummer van het album, met zachte melodische klanken uit de dikke ES 175D van de hoofdpersoon. Het nummer heeft wel iets pastoraals en doet op sommige momenten denken aan het samenspel tussen Akkerman en van Leer op hun meer ingetogen stukken (Focus II). Mooie rustige afsluiter met, hoe kan het ook anders, een hoofdrol voor het kenmerkende spel van de maestro op diens favoriete gitaar.
Met een totale tijdsduur van ruim 43 minuten zeker niet aan de lange kant maar net genoeg, meer is minder. En in elk geval goed passend op het langspeelplaat formaat, u raadt het al, “New Frontier” wordt ook als lp uitgebracht.
Misschien staan vooral het eerste deel en de mede door voormalig Yes-maatje Bruford geschreven nummers wel model voor de nieuwe grenzen die Howe hier verkent. De jazz is Howe op het lijf geschreven, zijn verering van de groten uit het verleden als Reinhardt, Burrell en Montgomery komt natuurlijk ergens vandaan. Maar hij voegt er als altijd zijn eigen sausje aan toe waardoor het iets hoekigs en minder ‘smooth’ krijgt, persoonlijk hou ik daar wel van. Het tegendraadse, scherpe randje van Howe heeft iets kenmerkends wat geen andere gitarist heeft, zijn stijl is uiterst herkenbaar. Soms op het eerste gehoor iets hakkelend maar vergis je niet: elke noot is precies zo gepland. Het Steve Howe kwaliteitsstempel is ook hier weer in ruime mate aanwezig, kan ook niet anders als je de naamgever van het drietal bent. Met gastrollen voor een voortreffelijke Dylan Howe en een minder prominent aanwezig Ross Stanley, beide heren kennen hun plaats. Lekkere muziek als je zo nu en dan eens in een ‘mellow’ geestestoestand raakt.