Het verdient natuurlijk veel respect als je als groep mannen besluit familie en je relatie achter te laten en te verhuizen naar een ander continent om daar te slagen in de muziekbusiness. Dat is namelijk het geval bij deze Australische formatie “The Sunpilots”. Deze band besluit in 2010 te verhuizen van Sidney naar Duitsland, om daar met zijn vieren in een flat te gaan wonen, muziek te maken en vervolgens heel Europa rond te rijden in een afgetrapte VW transporter om van woensdag tot maandag live shows te geven op de diverse podia. Onderweg slapen in louche hotels of nog beter; bij vrienden en fans, waardoor de nodige kosten uitgespaard kunnen worden. Je kan deze ‘Aussies’ in elk geval niet beschuldigen van aflatende wilskracht.
Als vanzelfsprekend zijn dit tropenjaren en maak je als band veel mee. Rondom die optredens zijn er vaak veel loze uurtjes om te jammen en uit die sessies is dit album dan ook ontsprongen. De band heeft met dit album een verantwoord en duurzaam manifest neergelegd door vele maatschappelijke problemen in acht verschillende nummers te bezingen. De muziek op het album is variërend, maar blijft toch een beetje vlak in mijn beleving. Hoewel er invloeden zijn te horen van Pink Floyd en Led Zeppelin, blijft het geheel toch een beetje ‘down under”. Hopelijk heeft dat niets te maken met hun afkomst, maar opmerkelijk is het wel, aangezien de heren laten horen dat ze het muzikantenvak goed beheersen.
Een opvallende gelijkenis kan je leggen met de Amerikaanse band Live. Gedurende de nodige luisterbeurten glijden mijn gedachten veelvuldig af naar deze band, bijvoorbeeld in Sex And Tv en het nummer Rain. Maar ook op veel andere momenten heb ik dat gevoel; hoofdzakelijk veroorzaakt door de stem van zanger Rai Siva-Rajah. Hij is goed en veelzijdig bij stem en kan op sommige momenten verassend uit de hoek komen. Zo klinkt hij in The Piper’s Mirror weer als Matthew Bellamy, de zanger van Muse. De riffs van de gitarist zijn eenvoudig en wat saai te noemen, hoewel ik ook hier toch weer moet zeggen dat het allemaal vooral net iets té verantwoord is. Wat ik persoonlijk vooral mis in de muziek van The Sunpilots is het ontbreken van toetsen.
Aan het einde van de rit kan je afvragen of het verhuizen naar Europa zinvol is geweest voor het artistieke aspect van de band. Oké, de heren zullen wellicht een leuke tijd hebben meegemaakt, maar of die creativiteit in de muziek er beter op is geworden, kan je alleen zeggen als je ook bekend bent met het debuut van de groep. En dat is in mijn geval niet zo. Normaal gesproken wil ik in het geval van een overweldigende cd nog wel eens nieuwsgierig worden naar een debuut of een vorig album, maar ondanks het gegeven dat de muziek op deze cd zeer zeker niet verkeerd is, ben ik nog niet van plan mijn uiterste best te doen de voorganger van deze cd te bemachtigen. Het is aan u als lezer welke conclusie u daaraan verbindt.
Ruard Veltmaat