Dit dertiende album van The Tangent is niet wat het lijkt. Dat zit zo.
In 2023 waren alle bandleden van The Tangent, met uitzondering van Andy Tillison, actief met andere bands dan The Tangent. Dus kwam men overeen dat Andy Tillison al het materiaal voor een nieuw album zou schrijven én spelen, maar dat wel als een album van The Tangent zou bestempelen. En zo geschiedde. Of dat een goed idee was lees je in deze recensie.
“To Follow Polaris” telt feitelijk vijf originele nummers. Naast een bonus, waarover later, staat The North Sky verderop het album ook nog eens in een verkorte versie. Als opener van ruim elf minuten is het goed gekozen. Je hoort het klassieke Canterbury-achtige Tangent-geluid met uiteraard veel toetsen, waaronder Hammond. Het is allemaal uptempo, klinkt soepel en lijkt op het eerste gehoor goed voor elkaar. ‘Lijkt’, want wanneer je goed luistert, zeg maar op het tweede gehoor, vallen de eenvoudige drumpatronen op. Steve Roberts wordt hier wat mij betreft node gemist, net als overigens Luke Machin (gitaar) en Jonas Reingold (basgitaar).
A ‘Like’ In The Darkness is het eerste nummer dat uit de bekende toon valt. Aanvankelijk sluimerend en spookachtig met verfijnde en originele percussie. Een merkwaardig verstild intermezzo met saxofoon valt uit de lucht en is naar wat later blijkt de overgang naar een heavy stuk met gitaar, Hammond en opzwepende drums. The Fine Line vind ik ook de Tangent-eer te na. Het kabbelt een minuut of acht gewoontjes voort zonder veel opwinding. Nee, dit album is beduidend anders dan ik gewend ben. Tillison speelt een aardig partijtje gitaar, niet meer dan dat. Ik veer op wanneer de Fender Rhodes van stal wordt gehaald, alleen verdwijnt dit mooie instrument veel te snel weer terug in dezelfde stal.
Centraal op het album staat het 21 minuten klokkende The Anachronism. Nummers van deze omvang treffen we op ieder The Tangent-album aan, ik ging er daarom goed voor zitten. Een oriëntaals aandoend intro met sitar gaat over in een donker opzwepend stuk dat ver van het bekende Tangent-geluid ligt. Nadat de storm is gaan liggen komt even dat herkenbare geluid terug. Tillison komt nu pas echt op stoom, zo lijkt het. De man neemt je mee in tal van wendingen, muzikale woedeaanvallen en gezongen frustraties. Tegen het eind keert het thema van The North Sky terug, waarmee het nummer afsluit en mij enigszins verward achterlaat. Ook op het toegankelijke maar betrekkelijk eenvoudige The Single (From A Re-Opened Time Capsule) worden geen potten gebroken. De korte versie van The North Sky is niet meer dan een opvuller.
Over opvullers gesproken, als bonus is Tea At Bettys toegevoegd. Bij het woord bonus word ik meestal argwanend, naar hier weer blijkt geheel terecht. Het is een zeventien minuten durende improvisatie met veel jazz-invloeden, ontsproten uit het onnavolgbare brein van Tillison. Het heeft weinig tot niets van doen met The Tangent. Het had beter gepast op een soloalbum van Andy Tillison Diskdrive.
“To Follow Polaris” gaat niet in mijn cd-kast als een baanbrekend album. Het haalt het bij lange na niet bij de beste albums van The Tangent. Daarvoor is dit album te onsamenhangend, mist het diepgang en is het meer een soloalbum van Andy Tillison. Ondanks zijn verdienstelijke spel op gitaar, basgitaar en drums, mist dit schijfje duidelijk de klasse en finesse van de andere bandleden. Het zal de diehard fans worst wezen, zolang Tillison belooft om dit nooit meer te doen en het veertiende album weer als groep uit te brengen.