Als er zich een olifant in de kamer bevindt, moet je hem benoemen. Dit is geen progplaat, maar een popalbum, waardoor eenieder die virtuositeit verwacht van een koude kermis thuis zal komen. Nu hoeft dat zeker niet te betekenen dat het album onaangenaam is.
Eenmaal van de schrik bekomen, kan de muziek op zijn eigen merites beoordeeld worden. Hoewel de nummers niet lang duren, bevatten ze dikwijls weidse klanken die door hun zweverigheid toch een zeker gevoel van onbegrensdheid creëren. Qua sfeer klinkt de muziek ietwat onbezorgd: het leven is een feestje als je zelf de slingers ophangt. Het doet hierdoor denken aan bands als War On Drugs. Het is poppy classic rock met hier en daar wat bedwelmende, psychedelische omkleding en af en toe een slepende ballade om de monotone muzikale motorrit van enige zwoelheid te voorzien.
Het titelnummer is indicatief voor wat je van deze plaat mag verwachten. Een compositie die het moet hebben van het aanstekelijke ritme. De warme gitaren pakken vervolgens de luisteraar in met hun nostalgische ondertonen. Het beste aspect van deze plaat is dan ook de fluwelen instrumentatie die de muziek in elk geval lekker in het gehoor laat liggen. Zo denk ik bijvoorbeeld aan de aangename Mellotrongolven in Who Decides. Dat nummer is verder verreweg het beste van dit album vanwege de gedreven drums en baspartijen die mooi contrasteren met de ijle keyboardtonen. De smaakvolle klanken tonen zeker een band die de instrumenten meester zijn.
Jammer genoeg zijn de composities, de ruggengraat van de voornoemde arrangementen, dikwijls ergerlijk saai. Het grootste probleem is dat deze muziek elk gevoel van gevaar ontbeert. Hoewel de klanken die deze band produceert consequent smaakvol zijn, verrast deze muziek nergens. Enige persoonlijkheid of emotie lijkt bovendien te zijn weg geplamuurd ten faveure van holle tierelantijntjes. Het album staat hierdoor na elke luisterbeurt meer tegen.
The Violent Years biedt hier kortom voor muziek, wat fastfood is voor eten. Hap-snapwerk dat weliswaar aanvankelijk aangenaam is, maar dat na elke luisterbeurt oppervlakkiger en clichématiger aanvoelt. Alsof een smaakvolle classicrocksaus is gedrapeerd over een compositionele budgettopper. Het is goed weg te werken, maar er is beter muzikaal voedsel te verkrijgen.
Luke Peerdeman