The Winter Tree is de nieuwe bandnaam van de Amerikaanse formatie Magus. Magus bracht tussen 1995 en 2002 zes albums uit waarvan “The Garden” de laatste was. De man achter Magus was Andrew Robinson en hij is ook de drijvende kracht achter The Winter Tree, alleen noemt hij zichzelf nu Andrew Laitres. Hij wordt bijgestaan door het echtpaar Bond. Toetseniste Deb Bond heette dan weer eerst Debbie Moore en was al eerder bij Magus betrokken. De titel van de band is ontleend aan een Renaissance album, een favoriet van Andrew Laitres.
Wat kan je van dit album verwachten? Een elftal sfeervolle nummers die een soort smeltkroes van neo-prog, een tikje folk en een beetje ambient zijn, met hier en daar een vreemd uitstapje. Zo is het nummer The Other een dansbaar nummer met een ietwat oubollige beat eronder. Het doet me wat denken aan de achtergrondmuziek van een computerspelletje uit de jaren ’90.
Nu ik de term ‘neo-prog’ heb laten vallen, moet je niet meteen aan Arena, Pendragon en Pallas denken. Deze band doet daar nauwelijks aan denken. Nee, dan moet je meer denken richting hun landgenoten van Timothy Pure. En dat is een groot compliment, want die band heb ik erg hoog zitten. Ik moet er wel bij zeggen dat het hoge niveau van deze band maar twee keer gehaald wordt. Het toetsenwerk op The Adventures Of Prince Caspian doet sterk aan dat van Timothy Pure denken en een nummer als A Twilight In Middle March, het mooiste nummer van deze cd, had zo van het Timothy Pure album “Blood Of The Berry” kunnen komen.
Meer uptempo is het licht verteerbare Babylon. Hier doet de muziek aan die van The Alan Parsons Project denken. Sfeervolle toetsenpartijen en prima zang. Gewoon een prima nummer dat helaas wat abrupt stopt. Guardian Angel is wat recht toe recht aan en heeft mooi gitaarspel van Mark Bond. De zang klinkt hier wat warmer en dat geeft het geheel een wat loom geheel. De muziek op “The Winter Tree” heeft de neiging om rustig voort te kabbelen. Het klinkt allemaal prima, maar een beetje spanning zou de muziek goed doen. Nu ligt saaiheid gevaarlijk op de loer. Ook het nummer In May heeft hier last van. Het is wel goed, maar je hoort duidelijk dat er meer in had gezeten. Nu klinkt het teveel op safe.
Dit is zo’n album dat je een paar keer beluistert en dan in de kast verdwijnt, om daar vervolgens nooit meer uit te komen. Niet omdat het slecht is, maar omdat je andere albums gewoon beter zijn. Iedereen heeft wel een paar van dit soort albums in zijn verzameling staan. In een jaar als dit, waarin het niveau torenhoog is en het ene album dat het licht ziet nog beter is dan het andere, sneeuwt een album als dit gewoon onder.
Maarten Goossensen