De naam Theo Travis zal wellicht weinig tot geen belletjes doen rinkelen, terwijl de man toch een behoorlijke staat van dienst heeft verkregen door de jaren heen. Zo is hij vast bandlid bij het prog gezelschap The Tangent en is zijn blaaswerk te horen op een aanzienlijk deel van de Steven Wilson catalogus. Dat wil zeggen behalve op meerdere Porcupine Tree platen ook op cd’s van No-Man, Bass Communion en het solowerk van de bebrilde Brit. Daarnaast deelt hij met grote regelmaat het concertpodium met onder andere David Sylvian, Gong en de reïncarnatie van het legendarische Soft Machine onder de naam van Soft Machine Legacy.
Met “Double Talk” brengt Theo Travis echter een solo album uit. Hoewel solo album, het wordt dan wel onder zijn eigen naam uitgebracht, het is toch echt een volwaardige band die de cd vol mag spelen. Naast het viertal bandleden is er ook nog een gast die op een drietal nummers zijn kunsten mag vertonen. Niemand minder dan King Crimson voorman Robert Fripp komt tijdens Oblivionville, The Endless Search en Pallendream zijn kunsten, in de vorm van frivool gitaarspel en gitaar soundscapes, vertonen. Travis en consorten brengen met het volledige instrumentale “Double Talk” ruim zestig minuten een mix van jazzrock, fusion en ambient. Als je een vergelijking moet maken kom je uit op een soort kruisbestuiving tussen de jazzkant van King Crimson en Bass Communion met de nodige fusioninvloeden. Je zou het met een beetje fantasie zelfs over psychedelische jazz kunnen hebben. Het psychedelische gedeelte wordt extra gevoed door het enige nummer van de cd dat niet van Travis zijn hand komt. Ik doel namelijk op de Pink Floyd cover See Emily Play. Dit door Syd Barrett geschreven nummer wordt op matige wijze aan de man gebracht door Travis. De tenor sax van Theo Travis weet dit nummer niet bepaald naar grote hoogten te brengen en ik moet eigenlijk concluderen dat dit eerbetoon aan de overleden Barrett het minste nummer op deze cd is.
Voor het betere werk komen we toch uit bij de samenwerking tussen de band van Travis en Robert Fripp. Vooral op het maar ruim zes minuten durende The Endless Search is het genieten geblazen. De soundscapes van Fripp zetten een zwaarmoedig doch fraai muzikaal landschap neer waarover de altfluit van Travis rustig en subtiel zijn werk kan doen. Een zeer sfeervol stukje ambient dat met grote regelmaat doet denken aan het al eerder genoemde Bass Communion. Een ander hoogtepunt is het afsluitende Portobello 67. Een up-tempo werkje waarop de Hammond van toetsenist Pete Whittaker een hoofdrol mag vervullen. Over het Hammondtapijt van Whittaker mag Travis zijn wervelende saxofoongeluid laten horen. Tel daar het prettige jazzy percussiewerk van Roy Dodds bij op en je hebt een gedreven jazzwerkje van de bovenste plank zonder dat het overdreven gefreak wordt. Een fijne afsluiter van een fijn album.
Theo Travis heeft met “Double Talk” zijn veelzijdigheid laten horen zonder dat dit vervalt in een muzikale potpourri. Lang niet geschikt voor iedere progliefhebber maar voor de aanhanger van de meer jazz georiënteerde rock wellicht een goede aanvulling in zijn of haar platenkast.
Sander Kok