Ik heb een gruwelijke hekel aan 2-in-1’s, oftewel verzamelaars waarop achter elkaar twee oorspronkelijke werken staan. Maar ik moet echter toegeven dat mijn afkeer niet opgaat voor “Early Plague Years”, de in 2000 uitgekomen compilatie waarop – in de verkeerde volgorde – de eerste twee werken van de Amerikaanse formatie Thinking Plague staan. Het is de enige uitgave verkrijgbaar op cd momenteel en het toont een buitengewoon bombastische, hoogst experimentele band die er nochtans in slaagt de luisteraar bij de lurven te pakken, en de melodische kracht is heel groot.
Dat vertel ik er expres bij, want veel avant-prog en RIO-bands hebben de neiging te verzanden in oeverloze solo’s en atonale exercities, waardoor het eindresultaat meer met experimentele jazzrock of met pure avant-garde van doen heeft, twee stijlen van muziek waar ik normaliter ver vandaag blijf. Ik ben een groot avant-prog-fan, maar als het meer avant dan prog is, haak ik af.
Zoals opgemerkt begint “Early Plague Years” met de oorspronkelijk alleen op cassette verschenen “Moonsongs” uit 1984. Dat is fijn, want de plaat opent daardoor met Warheads, een agressief, haast punky nummer, en gelijk één van de hoogtepunt van de cd. Het gezongen eerste gedeelte wordt perfect gebalanceerd door een ruimtelijke, spookachtige tweede gedeelte, dat rust geeft aan het nummer. De stem van Susanna Lewis, de tweede zangeres van Thinking Plague op een studioplaat (en niet de laatste!) is een totaal andere dan die van Sharon Bradford, maar past erg goed bij het materiaal. Ze schreeuwt soms de teksten uit haar strot, hetgeen de muziek erg opwindend maakt.
Dat blijkt vooral uit het ruim een kwartier durende titelnummer, dat vanaf de 4-minuten-grens een heuse Indiaanse ‘chant’ kent, waarbij Lewis een tekst uitkraamt, waarna de rest van de band antwoord geeft. Verder staat dit nummer bol van allerlei geluidseffecten, die aan het begin wat bevreemdend overkomen. Zeker de stemmencollage, waarover drummer/bassist Bob Drake zijn aangename basgitaarlijnen spant, vergt wat concentratie. Herhaling is echter het sleutelwoord en als de compositie is ingedaald, valt op hoe belangrijk drums en percussie zijn in de structuur van Thinking Plague’s carrière. Zeker het saxofoongedeelte (het enige blaaswerk van de enige cd, een unicum in avant-prog!) dat door een heftig percussiestuk wordt afgesloten, maakt indruk. Al met al is Moonsongs het tweede hoogtepunt, waarmee we zijn aangekomen bij de allereerste cassette.
“A Thinking Plague” start met het bevreemdende I Do Not Live, en hoewel niet zo sterk qua melodie als Warheads, is dit nummer ook een dijk van een opener. Dat is sowieso een sterk element van alle zes studiowerken van Thinking Plague gedurende de laatste dertig jaar: ze kennen stuk voor stuk een uiterst sterke openingstrack. Wat betreft dit debuut is het eigenlijk wat jammer dat het naar achteren is geduwd op deze verzamelaar. Mijn voorkeur gaat lichtelijk uit naar “Moonsongs”, maar “A Thinking Plague” is eveneens een juweeltje. De band klinkt nog stoffiger, nog minder gepolijst en de muziek springt nog meer kanten op.
Prijsnummer is Possessed, een beetje een klassieker binnen het oeuvre van Thinking Plague, waarin de invloed van Gentle Giant erg opvalt. Het is tevens met meest gewone’ symfonische rocknummer van de plaat. In dit nummer merk je het grootste verschil met “Moonsongs”: zangeres Sharon Bradford, die met haar opera-achtige stem een totaal andere geluid meegeeft aan de muziek, dan haar punk-rock-opvolger Susanna Lewis.
Interessant is ook de tekst van het slotnummer Thorns Of Blue And Red / The War. Naar verluidt is het geschreven door ene Katie Floyd en is het gedicht gevonden in een prullenbak buiten een ziekenhuis, in een eigengemaakt boekje. Het nummer bevat niet geheel verrassend twee gedeelten, waarvan het King Crimson-gedeelte (dat zal dan The War zijn) het interessants is.
Hoewel met name “In Extremis” (1998) en “A History Of Madness” (2003) duizelingwekkende meesterwerken zijn, heb ik een underdog-gevoel voor “Early Plague Years”. Ik draai deze cd verreweg het meeste van alle Thinking Plague-cd’s. Misschien is het een kwestie van attitude. Op deze plaat zijn het jonge honden die graag iets nieuws willen doen, geen gelouterde muzikanten die zo nodig iets nieuws moeten doen. En dat maakt voor mij bij RIO sowieso al het verschil.
Markwin Meeuws